Interview Henny Kroeze
Of het nu gaat om zijn tijd als speedway-coureur of de daarop volgende jaren in de steile wand, voor angst was er bij Henny Kroeze geen plaats. Na bijna 50 jaar zijn centen te hebben verdiend met rondjes rijden op motoren – eerst op de sintelbaan, later in de grote houten ton – zet de Twentse durfal een punt achter zijn carrière. Tijd voor een goed gesprek!
Nagenoeg iedere motorliefhebber heeft de befaamde ‘Wall of Death’ van Henny Kroeze wel eens mogen aanschouwen. Bij een kermis, braderie of natuurlijk bij de motorbeurs in Utrecht, waar hij jaren vaste gast was. Met de klassieke Indians, die als vliegen aan de metershoge houten wand plakten, bracht Henny de afgelopen twintig jaar motorfans in heel Europa in extase met zijn gedurfde stunts. “Het enthousiasme van de fans is ook altijd een belangrijke bron geweest om door te gaan, ook als het eens wat minder ging”, vertelt de inmiddels 66-jarige Henny. “Gelukkig kon ik ook in die gevallen altijd terugvallen op een aantal mensen, zoals mijn zoon Kenny, dochter Kim of anderen die me konden vervangen wanneer ik zelf weer eens buiten gevecht was.” En dan is er natuurlijk ook nog Jeanny, Henny’s vrouw, steun en toeverlaat, die op de achtergrond altijd een belangrijke drijvende kracht was voor het hele gebeuren. Toch komt aan dat ‘gebeuren’ binnenkort een eind, want Henny en zijn familie stoppen met hun steile-wand-show; het is tijd om de befaamde ‘Wall of Death’ door te geven aan een nieuwe eigenaar. Liefhebbers kunnen zich trouwens nog melden…
Zoals zoveel motorrijders, krijgt ook Henny het motorrijden al op jonge leeftijd met de paplepel ingegoten. Vader Tonny rijdt motor en doet zo’n beetje alles met een motorfiets wat er maar mee gedaan kan worden. Hij doet ruim voor Henny wordt geboren in 1952 aan wegracen, crossen en speedway. Kroeze senior staat zelfs te boek een van de leden van het stuntteam ‘de Motorkozakken’, samen met zijn zeven broers!
Al bij zijn geboorte stroomt er dus benzine bij Henny door de aderen. Het kan dan ook niet anders dat hij al op jonge leeftijd op allerlei bromfietsen rond rijdt, en al op zijn elfde krijgt hij een echte motor cadeau van zijn vader. “Ik was duidelijk voorbestemd om in zijn voetstappen te treden”, blikt Kroeze terug. “Mijn vader was op het laatst bijna alleen nog actief in de speedway. En dat deed hij niet onverdienstelijk. Sterker nog: hij was behoorlijk succesvol. Hij had ooit zelfs een originele Norton 500 speedwaymotor waarvan er slechts enkele gemaakt zijn en reed onder meer wedstrijden in Duitsland en de voormalige DDR. Ik heb nog een foto van hem op de hoogste trede van het ereschavot in Meisen, in de DDR. Hij won daar toen een flinke vaas van origineel Meisener porselein. Die vaas heb ik nog altijd!”
In 1971, hij was toen bijna 19, nam Henny Kroeze voor het eerst zelf deel aan het Nederlands Kampioenschap Speedway. Net als zijn vader blijkt ook Henny aanleg voor de baansport te hebben. Hij word beter en beter, wint vele wedstrijden en mag zich aan het eind van zijn carrière zelfs tienvoudig Nederlands Kampioen Speedway noemen!
Dat Henny een speedway-er van wereldniveau is, blijkt onder meer uit het feit dat hij als enige Nederlander tot twee keer toe in de grote finale van het WK Speedway staat, in 1983 én 1987. Ondertussen neemt hij zo links en rechts ook deel aan allerlei andere belangrijke internationale wedstrijden, zoals de ‘Gouden Helm’ Speedway-wedstrijden. Ook hier mag Kroeze er meerdere van mee naar huis nemen. De Tukker is steeds actief in meerdere disciplines, van zandbaan tot langebaan. De laatste twee jaar van zijn carrière legt hij de focus vooral op de grasbaan en rijdt met name in de noordelijke provincies, waar dit nog immer een populaire tak van motorsport is. Ooit heeft Kroeze ook nog een poging tot ijsspeedway ondernomen, maar dat werd een wat minder succesvol hoofdstuk. “Dat beviel me gewoon niet zo goed. Die dikke spikes zo direct voor m’n neus. Nee, dat was me toch net even te link.”
Speedway daarentegen is echter ‘echt zijn ding’ en die baansport brengt hem door heel Europa. Hij draait steevast mee in de top en die prestaties leiden hem naar Engeland, in die jaren het mekka van de speedway met een grote eigen competitie waarin veel profrijders van start gaan. In 1974 wordt hij gevraagd om het team van Halifax te komen versterken. In Nederland mag speedway nog altijd een wat ondergeschoven kindje binnen de motorsport zijn, in Engeland is deze spectaculaire motorsportvorm, gekenmerkt door meerdere korte, explosieve ‘heats’, extreem populair. Het Engelse speedway-kampioenschap is dan ook één van de meest zwaarbevochten, professionele competities ter wereld; nog steeds rijden de beste internationale speedwayrijders in Engeland. Dat deed bijvoorbeeld ook Ivan Mauger, volgens velen de beste speedway-er ooit. Die vertrok in 1957 vanuit Nieuw-Zeeland naar London om zich daar verder in het speedwayen te bekwamen. Een keuze die hem geen windeieren legde, want hij wordt in totaal zes keer wereldkampioen. Een professionele competitie dus, die met zijn verschillende liga’s en divisies behoorlijk uitgebreid is. “Het team van Halifax, waar ik voor uitkwam, reed op zaterdagavond. Gemiddeld voor zo’n 10.000 toeschouwers, zo populair is de sport daar. Dat maakte het voor mij wel moeilijk om ook nog deel te nemen aan andere internationale wedstrijden, want ik kon eigenlijk altijd pas zaterdagavond na de wedstrijd vertrekken. Vaak was het dan na een kort nachtje om op zondagmorgen eerst te trainen en dan ’s middags – na een kort tukje – de wedstrijd te rijden. Soms moest ik ook wat verder Europa in, naar een internationale wedstrijd in Polen of Tsjecho-Slowakije bijvoorbeeld. Dat was eigenlijk niet te doen.”
Na een paar jaar voor de Halifax Dukes te rijden, maakt Henny de overstap naar de Bristol Bulldogs die hun wedstrijden op de vrijdag verreden. Heel lang duurt dat echter niet, want een jaar later sluit het stadion van de Bulldogs en moet Kroeze noodgedwongen op zoek naar een nieuwe werkgever. Dat worden de Sheffield Tigers, die hun wedstrijden op donderdagavond afwerken. “Op die manier had ik dus toch meer tijd voor de wedstrijden op het Europese vasteland, wat best belangrijk voor me was. Sportief gezien, maar ik verdiende daar natuurlijk ook mijn brood mee!” Uiteindelijk is Kroeze tot 1980 actief in Engeland. In sportief opzicht een meer dan succesvolle tijd, want hij wint bijna alles wat er te winnen valt en op de liga-avonden is hij vaak niet te kloppen. Kroeze is op 21 augustus 1976 zelfs de eerste rijder die in het Engelse speedway 21 punten op één avond pakt als hij alle zeven manches als winnaar over de finish weet te komen en daarmee telkens de maximale drie punten scoort. Een Engels record, gereden door een Nederlander!
De speedway brengt Henny Kroeze veel, al heeft elke medaille ook een keerzijde. Het vele rijden en reizen eist z’n tol. “Meer dan eens ben ik van de motor gevallen, de ene keer wat harder dan de andere. Ik denk dat ik inmiddels zo’n beetje alle botten gebroken heb die een mens kan breken. Maar angst ken ik niet. Altijd stapte ik gewoon weer op de motor. Nog steeds trouwens!”
Toch is zelfs voor Kroeze de maat een keer vol: na bijna vijftien jaar rijden op topniveau gaat het in Rusland goed mis. Hij crasht hard en ter plaatse weet men niet precies wat met hem te doen. Henny heeft het geluk dat toenmalig KNMV-voorzitter Jos Vaessen bij het evenement aanwezig is, die zorgt ervoor dat de coureur naar de bekende Belgische motorsportchirurg Derweduwen wordt getransporteerd. Daar wordt de speedwayer zo goed en kwaad als het kan weer opgelapt, maar de wedstrijdsport zegt hij na dat ongeluk, mede op aandringen van zijn vrouw, vaarwel.
Na al dat reizen en het vrije leven van een speedway-prof, gaat Kroeze in Nederland aan de slag als draaier in een machinefabriek in Almelo. Hij kan echter maar moeilijk wennen aan het geregelde leven tussen vier muren. “Op een bepaald moment ging het niet echt goed met die machinefabriek. De economie zat tegen en er moesten mensen uit. En ik was er een van. Normaliter zou je dan in zak en as zitten, maar ik was juist dolblij. Samen met Jeanny ben ik toen op zoek gegaan naar iets nieuws wat beter bij mij zou passen.”
Het toeval wil dat juist in die tijd Max Middelbosch, tegenwoordig eigenaar van het ‘American Motorcycle Museum‘ in Raalte, een rijder zoekt voor zijn steile wand, die hij kort daarvoor in Zuid-Afrika had gekocht. Al zijn hele leven lang is Middelbosch op zoek naar unieke Amerikaanse motorfietsen (intussen heeft hij er ongeveer 140 stuks) en die jacht brengt hem dus in Zuid-Afrika waar hij enkele oude Indians wil kopen. Die blijken echter alleen te worden verkocht in combinatie met de bijbehorende, versleten steile wand. Het blijkt achteraf zelfs een steile wand met Nederlandse wortels, die in 1935 in Rusland was achtergebleven nadat de Russen de Nederlandse exploiteurs van die ‘ton’ vanwege het beledigen van Lenin een enkeltje naar huis hadden gegeven.
Na de Tweede Wereldoorlog brengt die steile wand lange tijd de jeugd van Moskou in vervoering, want meer dan dertig jaar staat ‘ie namelijk in het fameuze Gorki Park. Vervolgens trekken Russische artiesten er mee door Afrika, totdat er niets meer aan de attractie verdiend wordt en de ton uiteindelijk in Zuid-Afrika achter blijft.
Ergens rond 1992 koopt Max Middelbosch dus de hele boel en verscheept het naar Nederland om daar niet alleen de motoren, maar ook de steile wand zelf helemaal opknappen met het doel deze weer te gaan exploiteren. En als vermaard ‘rondjesrijder’ lijkt Kroeze het wel wat om voortaan als stuntrijder in de ‘Wall of Death’ te gaan rijden. Ruim twee-en-een-half jaar is Henny aan het trainen op het rijden in de ton en om alle zich alle trucjes meester te maken. Hij gaat erg goed en belangrijker nog: het heilige motorvuur is helemaal terug bij Henny Kroeze. Hij vat het plan op om met de steile wand weer door Nederland en Europa te trekken, maar Max Middelbosch wil zijn steile wand echter helemaal niet kwijt. (Inmiddels is deze wel weer verkocht en via twee tussenstations in Oostenrijk uiteindelijk in Italië beland.) Maar Henny en zijn vrouw Jeanny gaan op zoek naar een andere en vonden er uiteindelijk één in Frankrijk. “Die was alleen compleet vervallen en moest helemaal worden gerestaureerd. Dat was op zich niet zo’n probleem, maar het eerste optreden in het Autotron in Rosmalen was al geboekt. In een korte tijd hebben we toen een heleboel werk verricht. Met hulp van veel vrienden en bekenden, anders was dat zeker niet gelukt.”
Twintig jaar lang trekt Speedway-kampioen Henny Kroeze vervolgens met zijn eigen ‘Wall of Death’ met een diameter van 8,5 meter en een hoogte van vijf meter door Europa met zijn weergaloze stuntshow waarmee hij duizenden mensen wist te vermaken.
Ondanks het feit dat de jaren beginnen te tellen, is de 65-jarige Kroeze niet banger geworden: “Ach gevaar loop je toch in het leven, wat je ook doet. Op het laatst deed ik de show’s samen met mijn zoon en mijn dochter. Vanuit de ton is het prachtig om alle toeschouwers te zien schrikken. Die denken echt: ‘Wooo, als dat maar goed gaat.’ Dat is prachtig, dat is de kracht van de steile wand.”
Tussen kerst en nieuwjaar draaide Kroeze echter zijn laatste rondjes in de ton, op het Carnivale-festival in Den Haag. Toch wel tot opluchting van zijn vrouw Jeanny, vertelt hij er lachend bij. Die heeft hem vaker dan haar lief is zien wakker worden in een ziekenhuis. Vorig jaar ging het nog mis, toen hij tijdens de opbouw van de steile wand bij de TT in Assen vier meter naar beneden viel en twee ruggenwervels brak. Hij voelt het nog steeds, met name in zijn nek. “Die nek is trouwens het enige dat ik nog niet gebroken heb,” lacht hij. “Maar genoeg is genoeg, het is tijd om van m’n pensioen te genieten. De cirkel is rond!”