Interview Furygan-fotograaf Dingo
Deze reclamefotograaf uit Parijs neemt de tijd – veel tijd – voor zijn samengestelde beelden. Het resultaat? Kleine kunstwerken. Kijk zelf maar.
Als tienjarig jongetje had hij al een camera. Zijn eerste favoriete onderwerpen? Motorfietsen en auto’s. Het werden uiteindelijk zijn grootste passies. Naar de naam ‘Dingo’ luisterde de avantgardistische reclamefotograaf uit Parijs destijds nog niet, maar inmiddels staat deze artiestennaam zelfs in zijn paspoort. De 57-jarige fotograaf is in Frankrijk enorm populair in de voertuigbranche en wordt veel gevraagd door fabrikanten als Audi, Peugeot en Yamaha. Toen David Segura, eigenaar van het Franse motorkledingmerk Furygan, hem een paar jaar geleden benaderde voor de productie van een nogal van de zedelijke gewoonten afwijkende catalogus, hapte hij toe. Sindsdien is deze catalogus met de meest fantastische beelden in de motorscène uitgegroeid tot een waar cultobject. We troffen de fotograaf bij een bezoek aan de Furygan-fabriek in het Franse Nîmes.
? Monsieur Dingo, voor we het over uw werk als fotograaf gaan hebben, wat is uw droommotor?
“Hmm, een Honda NR750 zou ik wel willen hebben. U weet wel, die in gelimiteerde oplage gemaakte en toen al onbetaalbare machine uit 1991. Dat vind ik een prachtige motor.”
? En wat voor een motor rijdt u momenteel zelf?
“Niet lachen, maar de leeftijd heeft me ondertussen in de armen van een bruin/zilveren Honda GoldWing gedreven. Het is een extreem comfortabele motorfiets, die desondanks nog zeer dynamisch te rijden is en zelfs in de dagelijkse praktijk nog heel bruikbaar is. Een geweldig ding. Het is mijn 52e motorfiets!”
? Dat zijn er behoorlijk veel. Verzamelt u ook motorfietsen?
“Nee, ik heb er meestal maar één tegelijkertijd. Een motorfiets ervaar ik weliswaar als een hobbyproduct, maar ik ga er in de regel wel mee om als een gebruiksvoorwerp. Ik ben achttien jaar lang motorjournalist geweest en in die tijd kon ik goed aan testmotoren komen en had ik om de drie maanden een andere. Wat een prachtige luxe!”
? Ook als fotograaf bent u gefascineerd door het thema motorfiets. Hoe is dat zo gekomen?
“Als kleine jongen joeg ik met mijn camera al op alles wat een motor had en zich voortbewoog. In eerste instantie auto’s en motoren, maar sinds enige tijd ook elektro-bikes – een nieuw, zeer modern en voor mij daarom spannende omgeving. Maar ik heb nooit een foto-opleiding gevolgd of het werk als assistent geleerd. Tijdens het fotograferen ga ik volledig op mijn eigen gevoel af. Veel dingen ontstaan spontaan, vaak komt er zelfs iets totaal anders uit dan gepland was. Toen ik nog veel voor autotijdschriften werkte, kreeg ik voor een shoot altijd een uitgebreide briefing van de hoofdredacteur. Maar als ik mijn foto’s kwam brengen, was de verbazing vaak groot, omdat ik me dan niet aan de opdracht had gehouden (lacht). Maar meestal waren ze zeer tevreden met het resultaat hoor.”
? Wat is er zo bijzonder aan het vak?
“Het vertellen van een verhaal. Op het eerste gezicht is een motorfiets niet meer dan metaal, een dode materie. Ik wil dat met mensen verbinden en door de foto een brug slaan, een smaakvolle connectie maken. Bij de Furygan catalogus ga ik altijd uit van een thema, liefde of actie bijvoorbeeld. Net als bij een speelfilm. Het is een spannende bezigheid om precies dat beeld te creëren, dat de producten het best weergeeft en het tegelijkertijd een ziel geeft. Daar heb ik een goed gevoel voor, het beeld moet als ware met je spreken. Op veel van mijn foto’s word ik soms zelfs twintig jaar na dato nog aangesproken door mensen. Dat is voor mij een bevestiging dat ze inderdaad met gevoel zijn gemaakt.”
? Hoe ontstaan zo’n ‘bijzondere’ foto precies?
“De locatie heeft een beslissende rol. Dat is de basis onder iedere foto. Ter plekke ontstaat dan de juiste stemming voor de foto. Ik laat me vaak inspireren door websites van architecten of ik doe onderzoek naar filmlocaties van films die me aanspreken. In 2013 stuitte ik op een fabrieksruïne in de buurt van Barcelona. Het was op dusdanig indrukwekkende wijze teloor gegaan dat ik er ontzettend veel inspiratie van kreeg.”
? De locatie is dus bepalend?
“Daarnaast moet ook het licht kloppen, en de modellen, en dat wat ze aan kleding dragen, moeten in het plaatje passen. En uiteraard is ook de nabewerking zeer belangrijk. Dat geeft het beeld vaak pas echt body. Klassieke persfotografie is me te nuchter en te nadrukkelijk product-georiënteerd. Saai, ik doe het liever anders.”
? Hoe ziet de productie van zo’n catalogus er uit?
“De modellen boek ik heel normaal bij een modellenbureau, maar ik wil geen modellen met sterallures. De motoren moeten het hoofdthema blijven. Dat zijn de echte sterren. Bij modefotografie is het heel gebruikelijk om een dag uit te trekken voor een enkele foto, maar ik moet de hele catalogus in vijf dagen schieten. We hebben een grote bus vol met accessoires en rekwisieten en werken van zes uur ’s ochtends tot vaak diep in de nacht. Per dag maken we tot 5.000 opnamen, dus iedereen werkt op de limiet. Deze catalogus is wat dat betreft een menselijk avontuur, een echte uitdaging! Sommige modellen kom ik een paar jaar later weer eens tegen, en als het we het dan over zo’n productie hebben, lijkt het vaak alsof het gisteren was. De makers, mensen dus, zijn erg belangrijk. In feite functioneren ze als een spiegel voor de kijker.”
? Kunt u dat wat verder uitleggen?
“Het imago van de motor als ultiem vrijheidssymbool is wat afgezaagd. Mensen zoeken dat gevoel tegenwoordig ergens anders. Daarom gebruik ik andere symbolen in mijn foto’s, en laat ik de modellen bijvoorbeeld op longboards rijden of een smartphone als moderne communicatievorm gebruiken. Zo probeer ik het heden een beetje in het beeld te integreren.”
? Staat bij uw werk het kunstzinnige niet meer op de voorgrond dan de uiteindelijke reclameboodschap?
“Dat vind ik niet. De industrie moet leren begrijpen dat plezier en lol de belangrijkste redenen voor de aanschaf van een motor zijn. Zoals eigenlijk bij alle hobbyproducten. Met mijn foto’s maak ik een connectie tussen verschillende belevingswerelden, waar mensen blij van worden.”