+ Plus

Interview Erik Buell

Niet veel mensen kunnen zeggen dat zij motoren bouwen onder hun eigen naam. Erik Buell is echter zo iemand. Hij was medeoprichter van het merk dat zijn naam draagt. Buell bouwt eigenzinnige motoren waarin een minstens zo eigenzinnig Harley-Davidson-hart hangt. Maar is dat luchtgekoelde Harley-hart dat in de Buells klopt niet eens aan een transplantatie toe? Erik Buell groeide op op een boerderij in Pennsylvania en maakte zijn eerste ritje op een motor toen hij twaalf was. Na het wat langer dan geplande uitje – de jonge Erik sloeg aan het einde van de oprit rechts af in plaats van om te keren – was hij verkocht. Buell schafte zich een Harley Panhead aan uit 1957 en sloeg aan het knutselen. De eigenzinnige jongeling begon aan een studie, maar staakte die al snel. Als alternatief hing hij ’s avonds boven de boeken die hoorden bij een cursus motortechniek. Buell ging crossen, maar stopte toen hij zwaar crashte. Vervolgens wierp hij zich op als monteur van een wegracer. Toen die echter crashte, nam Buell zelf de clip-ons in handen. De aspirant-racer stapte zelfs op een Yamaha TZ750 en ging in 1979 aan de slag bij Harley-Davidson. Racen op een Yamaha (en Ducati, overigens) en werken bij Harley, dat kon eigenlijk niet, vond Buell zelf ook. Bovendien had hij een eigen onderdelenbedrijfje waar hij zijn technische lusten botvierde. Buell bouwde zijn eigen RW750 en het balletje ging rollen. In 1993 startte hij met hulp van Harley de Buell Motorcycle Company op, waarvan hij nu de technisch directeur is. Buell, in zijn vrije tijd een niet onverdienstelijk gitarist, bezit een minderheidsbelang in het bedrijf, maar is met hart en ziel aan zijn onderneming verbonden. Zijn motoren ogen opvallend, agressief en eigenwijs, maar beschikken allemaal nog over een luchtgekoeld V-twin-blok – terwijl Harley met de V-Rod toch ook een vloeistofgekoelde krachtbron in huis heeft. Baal je nooit dat je de keus over weinig verschillende motorblokken hebt? “Mmmm…. Ik geloof dat we wel degelijk de keus hebben uit meerdere blokken, maar op dit moment probeer ik het maximale uit deze luchtgekoelde 45° V-twin te halen. Ook omdat ik echt vind dat het een fantastisch blok is. Is dat het enige? Ga ik niet wat anders bouwen? Nee, maar ik wilde deze V-twin een eerlijke kans geven, zeg maar. Veel mensen die geïnteresseerd zijn in sportmachines vinden het blok te kort schieten. Nou, daar ben ik het totaal niet mee eens. Vertel mij eens waar ik 170 pk voor nodig heb. Het is niet langer een sport, het is een gevecht geworden. Het is ook wel interessant om te zien dat andere merken de hoek induiken waarin wij ons al een tijd bevinden.” In Milaan presenteerde je de SuperTT, waarvan het concept – de dikke V2 Supermotard – een beetje doet denken aan dat van de KTM 950SM en de Ducati Hypermotard. “Ik vind toch wel dat wij allemaal uit een iets andere richting komen. Maar om eerlijk te zijn heb ik nog nooit met de KTM gereden en de Ducati is er nog niet. De TT is niet heel erg hoog, maar de veerwegen zijn wel verlengd. Toch is hij redelijk smal en goed handelbaar. Echt gaaf om mee te rijden. Leuker om mee te rijden dan met een machine die bulkt van de pk’s, vind ik. Hij is sportief en atletisch, om het zo maar te zeggen. Daarom past hij in de Buell-familie. Als je het gewicht en de maten van het blok bekijkt, doen we het daar nog niet zo slecht mee.” Feit is dat er maar weinig fabrikanten nog luchtgekoelde blokken gebruiken. “Al tien jaar geleden zeiden mensen dat luchtgekoelde motoren zouden verdwijnen. Daar geloof ik helemaal niet in. Wij zijn er in geslaagd om het blok te laten voldoen aan de Euro2-eisen en dat zonder een katalysator. Ik geloof daarom ook dat een oud design nog steeds toekomst kan hebben. En ik voel me dan ook niet per definitie beperkt in mijn motorkeuze. Welk ander blok kun je transformeren van een XBRR in een Ulysses of een City-X? Zeker niet een Honda Hornet-blok.” Maar waarom gebruik je het vloeistofgekoelde blok van de V-Rod niet? Te lang? “Het is gewoon te groot! Wij zijn destijds met het project begonnen en pas toen stapte Harley in. Wij gaven aan dat wij het blok ook wilden gebruiken, maar er werd gezegd ‘nou, wij denken dat wij het eerst gaan gebruiken’. Toen zijn ze gaan denken en kijken wat voor machine ze daar om heen zouden kunnen bouwen. Het werd een dikke ‘touring cruiser’. Het blok zoals wij het hadden gemaakt, was veel te klein. Zij gaven aan dat in hun machines het blok een heel prominente plek moet hebben, de aandachtstrekker moet zijn. In een machine met een wielbasis van dik 1700 mm zou ons blok er belachelijk uitzien, dus zij pompten het behoorlijk op. Daarop zei ik dat het toen geen sportieve machine meer was. Het is een ‘big twin’. Maar sportief betekent voor mij handelbaar, atletisch en licht. De ontwikkeling van de V-Rod ging een andere kant op. Een kant die ik niet aan mijn klanten zou kunnen verkopen. En bovendien is het blok zwaarder dan ons luchtgekoelde blok. Niks mis mee, maar gewoon niet geschikt voor onze ideeën.” Was het met het Harley-kapitaal in de rug niet mogelijk geweest om zowel een dik als een klein blok te bouwen? “Nou, daar gaat heel veel tijd en geld in zitten. Bovendien was Harley op dat moment bezig om voor ons een luchtgekoeld blok te bouwen. De XB heeft nauwelijks onderdelen die ook op een Sportster zitten. Bij Harley was men echt druk. We stonden op een soort kruispunt. Het blok mocht niet te gewoontjes zijn en we konden er geen twee maken. We hadden het geld en de tijd niet. Door het image dat Harley heeft, denken mensen ook wel eens dat de fabriek groter is dan hij echt is. Honda bouwt 10 miljoen motoren per jaar, Harley zit op 350.000. Niet slecht, maar Harley is veel en veel kleiner.” De concurrentie is enorm, maar toch blijven jullie een eigen weg kiezen. Hoe gaat het jullie in Europa? “Goed! Ik denk dat de Europese motorrijder als het ware beschaafder is. Ze rijden veel. Ik heb het helemaal gehad met het gescherm met pk’s en gewichten. Ik wil alleen maar rijden. Ik denk ook dat die houding werkt voor ons in Europa. Het is voor mij echt een eer dat mensen hier Buells kopen, omdat ik weet hoe groot het aanbod is. Onze fietsen worden niet verkocht omdat ze Amerikaans zijn, maar omdat het concept werkt. De technologie op een Buell wèrkt. Absoluut. Een Ducati Monster is beslist een goede motor, maar ik durf je te garanderen dat een Buell beter stuurt. Onze onderhoudskosten zijn lager, de motoren zijn toch hightech en de remmen zijn modern. Ik vind het te gek als mensen op mijn motoren rijden. Ik denk niet in getallen en daar worden mijn boekhouders wel eens minder vrolijk van. Maar als wij mensen blij kunnen maken, vind ik dat ‘cool’.” Jij introduceerde benzine in framebalken. Zitten er nog meer innovatieve dingen aan te komen? “In 1988 maakte ik mijn eerste prototype waarbij de benzine in het frame zat. Pas in 2003 kwam de eerste Buell met dat kenmerk op de markt. We werken momenteel ook aan het verbeteren van bestaande modellen en aan de ontwikkeling van nieuwe fietsen. We hebben bewust een aantal projecten met geavanceerde technieken even aan de kant geschoven, maar ik wil geen ‘gimmicks’ op de markt brengen. Als wij iets op de markt brengen, moet het een langere houdbaarheid hebben. Dat hebben we gemeen met Harley. Van een Suzuki GSX-R van vier jaar oud past geen onderdeel meer op een nieuwe. Dat vind ik niet logisch. Blijkbaar werkt het voor Suzuki, maar ik begrijp het niet. Ik wil denken, denken en denken en dan een grote stap zetten.” Massacentralisatie is voor jullie altijd heel belangrijk geweest. Wat gaat er nog komen na benzine en olie in het frame? “Er is nog wel wat mogelijk, maar het wordt steeds moeilijker om massacentralisatie te verbeteren. We zouden carbon wielen kunnen gaan gebruiken, maar dan vlieg je prijstechnisch uit de bocht. De volgende stap zou kunnen zijn dat we proberen om een rijder meer gevoel te geven van de motor.” Harley heeft een 10 Jaren Plan. En jij? Weet jij waar Buell staat over tien jaar? “Ik wéét het niet, maar ik dénk dat ik het weet.” [Unterschriften] [Gross 3844] Naast een ‘eigen’ motormerk heeft Erik Buell ook een eigen band, waarin hij een knap stukje gitaar speelt. Wie doet hem dat na? [ACT_03] De Super TT is ‘echt gaaf om te rijden’ vindt Erik Buell. Waarvan akte…. [Reserve Bild 6609] Dat Erik Buell een bevlogen persoonlijkheid is, blijkt wel uit zijn gepassioneerde wijze van presenteren.

Gerelateerde artikelen

Eerste test Ducati Multistrada V4

Eerste test Ducati Multistrada V4

31 oktober, 2024

Zware slagregens, rivieren treden uit hun oevers, en evacuaties. Kortom, een prima weersverwachting om af te ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-