Interview Ducati 3D Cup kampioen John van Middelkoop
In 2005 zag de Dutch Ducati Dealer Cup, beter bekend als de 3D Cup, het levenslicht. Vanaf het begin wordt de raceklasse, die zoals de naam al doet vermoeden enkel is bestemd voor Ducati’s, licht gedomineerd door John van Middelkoop. De 1e monteur bij Goedhart Motoren schreef vier van de zes seizoenen op zijn naam en stond afgelopen jaar slechts één keer niet op het podium. “Het lijkt me allemaal aan te komen waaien, maar vergis je er niet in wat ik er allemaal voor moet doen. Het is echt geen kwestie van even op vrijdag de motor uit de schuur trekken.” Ondanks zijn meer dan aardige palmares is John van Middelkoop in de wegracesport relatief gezien nog maar een broekie. Pas op zijn zestiende maakte hij namelijk de overstap van onverhard (motorcross) naar het asfalt. “Mijn vader racete al en hij heeft me uiteindelijk overgehaald.” En dankzij die switch maakte hij ook kennis met het merk dat nu centraal staat in zijn leven, Ducati. Of beter gezegd, in eerste instantie nog met enkel het blok ervan. Van Middelkoop startte namelijk met een redelijk exotisch machientje, een Bimota DB2 met een 900 SS-blok in het vooronder. “De eerste jaren was het toen nog een beetje voor spek en bonnen meerijden in de zomeravondcompetitie, ervaring opdoen vooral”, blikt hij terug. “Moest ik achteraan starten en als ik dan door de eerste werd ingehaald, was het over met de pret. Dat is me gelukkig alleen in mijn allereerste race overkomen, daarna kon ik alle wedstrijden uitrijden, helemaal niet slecht eigenlijk.”Wanneer John op zijn achttiende zijn racelicentie haalt, kan hij eindelijk meestrijden voor de knikkers en dat gaat hem van meet af aan niet onverdienstelijk af. De zomeravondcompetitie wint hij twee keer, alvorens hij besluit zich volledig op de 3D Cup te gaan richten. “Het eerste seizoen reed ik nog in combinatie met de zomeravondcompetitie, maar dat was wat veel van het goede. Ik zag in de 3D Cup meer groeimogelijkheden en bovendien was de wedstrijdkalender veel gevarieerder.” Na drie overwinningen en een tweede plaats in het kampioenschap komt de nog prille carrière echter plotseling tot een tijdelijke halt. “Dat had met meerdere zaken te maken, ik had een huis gekocht, kreeg een andere baan en bovendien bleek mijn toenmalige 998 niet competitief genoeg meer. Toen heb ik besloten om er maar eens een jaartje uit te stappen, ik had immers genoeg andere dingen aan mijn hoofd. Het daarop volgende jaar kreeg ik echter van Berry (eigenaar Goedhart Motoren red.) het aanbod om te gaan rijden met een 1198S, die wilde hij dan wel beschikbaar stellen. En toen ben ik weer opgestapt.”Een relaas dat bijna leest als een goed jongensboek, maar toch is het niet één en al rozengeur en maneschijn. “Ik ben dit jaar één keer naast het podium geëindigd en dan denkt iedereen al snel dat het je allemaal makkelijk komt aanwaaien, maar geloof me, ik heb echt knetterhard moeten werken voor dit kampioenschap. Er rijden veel goede coureurs rond, de tegenstand is echt niet mild en bovendien moet het ook allemaal nog bekostigd worden. Gedurende het seizoen verstook ik bijvoorbeeld zo’n dertig sets banden, en daar komen dan nog allemaal randzaken bij als de licentie, reiskosten, inschrijfgeld, noem maar op. Twintig mille ben je wel kwijt per seizoen, dit jaar zelfs nog meer omdat ik het blok drie keer heb opgeblazen. Het kan wel goedkoper hoor, in elke raceklasse geldt ‘rij je voor het plezier dan kan het met de helft minder geld’. Maar ik ga voor het kampioenschap en dan kost het alles. Ik geniet van het rijden, en daar gaat het uiteindelijk om, maar ga wel voor de winst en daarom wil ik geen concessies doen op bepaalde fronten, alles moet honderd procent kloppen. Op een set afgekloven banden de kwalificatie rijden om een paar euro te besparen, dat wil ik niet, daar ben ik net te competitief voor.” John van Middelkoop heeft daarbij het geluk dat hij als Ducati monteur onderhoud en reparaties zelf kan uitvoeren en ook voor de onderdelen niet het volle pond hoeft te betalen. Desondanks ‘klust’ hij er naast zijn reguliere fulltime baan nog minimaal dertig uur bij in de week om alles te kunnen bekostigen. En mocht vriendinlief aan het eind van de maand nog een paar euro’s in de zak hebben, dan verdwijnen ook die in het racepotje van John. “Ja, zij vindt het leuk dat ik race en om mee te gaan, begrijpt ook dat ik er zoveel voor over heb. Dat moet ook wel, want anders had ik dit nooit kunnen doen. Als ik thuis weer eens aan de machine aan het werk ben, denk ik ook wel eens ‘waar ben ik toch in godsnaam mee bezig’, maar als je dan op de baan zit en het gaat goed, dan is het het toch allemaal wel weer waard.”De investeringen – tijd, geld en moeite – hebben zich dit jaar vertaald in de titel in de snelle A-klasse. Zijn vierde in vijf seizoen 3D Cup racen en dan lijkt de overstap naar een hogere raceklasse een logisch vervolg. Maar Van Middelkoop zit naar eigen zeggen momenteel prima op zijn plek. “Ik heb twee ONK wedstrijden gereden en dat was redelijk teleurstellend. Niet eens zozeer op sportief vlak hoor, maar de sfeer in zowel het paddock als op de baan was ronduit grimmig. Het is vooral ieder voor zich, terwijl het er in de 3D Cup juist heel gemoedelijk aan toe gaat. Je hebt Ducati als grote gemeenschappelijke deler, dat schept al een soort van band, en heb je toevallig een onderdeel liggen dat iemand nodig heeft, dan geef je dat. Komt een volgende wedstrijd wel weer goed. En ook op de baan zelf is de sfeer beter. Iedereen wil winnen, maar je laat elkaar wel leven. Niet van dat duw- en trekwerk. Natuurlijk is er ook het kostenaspect, ik ben niet van de sponsoring en moet het allemaal zelf betalen. Wil je in de top van het ONK kunnen meedraaien, dan moet ik nog eens minimaal vijftienduizend euro extra op zien te hoesten en dan rij ik ook nog veel op dezelfde circuits. Dit jaar zijn we met de 3D Cup bijvoorbeeld naar Misano, de Lausitzring en Brno geweest, daar kom je met het ONK niet. Ook voor de competitie hoef ik het niet te doen, die is hier uitdagend genoeg. De tweede man in de eindstand, Marijn Tieleman, heeft twee wedstrijden gemist, maar anders had ik daar nog een heel zware dobber aan gehad.” Volgend jaar verwacht John van Middelkoop dat de tegenstand ook alleen maar nog groter wordt. Al was het alleen al omdat de 1198S met de huidige middelen qua ontwikkeling redelijk aan zijn max zit en hijzelf tegen een onzichtbare barrière is aangelopen. “Ik heb nooit les gehad of een cursus gevolgd, maar alles altijd mezelf aangeleerd. Ik denk dat ik redelijk kan rijden, maar merk ook dat mijn ontwikkeling een soort plafond heeft bereikt. Ik kom niet verder, niet zonder hulp althans. Als iemand toch de vinger direct op de zere plek zou kunnen leggen waardoor ik meteen twee seconden sneller word. Nou, dat zou wel welkom zijn!”