+ Plus

Interview dragracer Martijn de Haas

Met brandstof als vloeibaar dynamiet en zuigers als bloempotten maakt de dragracer van de broers Martijn en Joeri de Haas – samen het ‘Haasbrothers Team’ – ferme klappen. Zo heftig dat bijvoorbeeld na 800 meter de drijfstanglagers vervangen moeten worden. Toch weet Martijn dit monster goed in het gareel te houden; hij werd in 2015 en 2016 Europees Kampioen in de Super Twin Top Fuel klasse. “Het is net een tank; je kan niet rustig het gas opendoen.“

Het is allemaal gekomen door zijn drie jaar oudere broer Joeri. Die begon aan brommers te sleutelen en samen gingen ze kijken naar een dragrace. Joeri hielp al gauw een coureur uit de buurt en bij de nu 44-jarige Martijn kwam een poster van de Ameriikaan Russ Collins boven het bed te hangen, die reed met drie nitro-gestookte Honda-viercilinderblokken achter elkaar.
De dragrace-sport heeft de band tussen de broers nog hechter gesmeed, want met de technische steun van Joeri begon Martijn in 1993 zelf te sprinten met een 750 cc Yamaha Seca, waarmee hij de kwartmijl (402 meter) aflegde in 13,5 seconden. “Daarna volgde de Kawasaki Big Spender 2 viercilinder – overgenomen van wijlen Henk Vink – maar na een jaar of zes waren we met dat frame op de limiet.“ aldus Martijn. “Er kwam een nieuw Promod-frame uit Amerika en naast benzine kreeg de motor toen nu ook lachgas toegediend. Dat bleek een goede basis voor de verovering van Nederlandse titels. Met best indrukwekkende runs; mijn snelste tijd op de kwartmijl uit die jaren – 7.6 seconde – is pas recent gebroken.”
“Maar het werd pas echt serieus toen we in Amerika een hele snelle Funny Bike te koop zagen staan. Er was 6.3 seconden mee gereden en hij kostte een hoop geld. We hadden een mooi sponsorcontract met MPM, dus we wilden die machine kopen, maar op het laatste moment zag de eigenaar af van de verkoop. Hoofdsponsor MPM was daar niet rauwig om, die vond de Top Fuel V-twins toch al veel gaver. Dat was een klasse waar wij zelf nooit bij stil hadden gestaan.”
Dus werd de koers verlegd en namen de broers een bestaande Super Twin Top Fuel uit Amerika over van Tony Rugiro. “Zo hoefden we niet alles zelf uit te vinden en begonnen we met een machine waar de kinderziektes uit waren. Ook hadden we veel afstelgegevens van de vorige eigenaar gekregen, maar de vlakke sprintbanen in Amerika zijn toch anders als hier in Europa. Ook is het daar constant warm en is het weer hier veel wisselvalliger. Daarbij was de techniek met de nitromethaan voor ons helemaal nieuw, dus met de nodige schade leerden we het eerste jaar veel. Een verkeerde ontsteking geeft bij dit soort motoren al gauw een explosie en veel brokken.”
Om de rijder in dergelijke situaties te beschermen draagt Martijn de Haas een soort kogelvrij vest en zitten de cilinderkoppen vast met zestien bouten en zijn ze daarnaast overspannen met kevlar-riemen om te voorkomen dat zo’n cilinderkop een projectiel wordt als de zaak ploft.
”Dragracen is vooral alles blijven controleren en voldoende zaken regelmatig uit elkaar halen. Waar kun je wel een weekend mee doen en wat moet je elke run controleren of zelfs vervangen? Joeri bedacht steeds meer verbeteringen en dat leidde onder meer tot een eigen krukas omdat het bestaande exemplaar vaak stuk ging. Onze eigen krukas zit er nu al zes jaar in en dat ontwerp hebben we inmiddels ook al aan een ander team verkocht. De snelle Japanner Tak Shimgamatsu reed er in Amerika al 6.3 seconden mee. Ook de gaskleppen zijn eigen ontwerp en verder rijden we met gesmede zuigers waarvan het zuigerhemd is voorzien van kunststof proppen. Nitro heeft de eigenschap de olie van de cilinderwand weg te spoelen, dus deze proppen voorkomen dat de zuigers dan vastlopen.”
Ondanks hun innovaties bleven de Haas-brothers lange tijd tegen de zes-seconden grens aanhikken, maar twee jaar geleden begon alles op zijn plaats te vallen en reden ze in Santa Pod 6.7 seconden. “We wisten dat het er in zat, maar het kost tijd voordat je met al die data op de goede weg bent.” Sindsdien zijn er constant runs in de zes seconden, met als kroon op het werk de Europese titels in 2015 en 2016. Begin september reden ze na een matig begin van dit seizoen in Santa Pod de beste seizoenstijd en dat leidde tot de EK-titelprolongatie en een persoonlijk record van 6.605 seconden met een eindsnelheid van 342 km/uur.

In de Super Twin Top Fuel klasse rijden nitromethaan gestookte tweecilinders. Martijn de Haas rijdt met een 2.890 cc zuigmotor op basis van een PRP-blok uit Canada. De cilinderinhoud komt uit een boring van 117,5 mm en een slag van 133,35 mm. Het vermogen ligt rond de 800 pk en per run (inclusief burn-out) verbruikt de machine 8 liter brandstof, bestaande uit 98% nitromethaan en 2% methanol. Grofweg verbrandt de motor dus een liter nitro per seconde.
Om al dat geweld in toom te houden zit er een vooraf ingestelde timer op de machine, die tijdens de run de ontsteking, brandstoftoevoer en koppeling regelt. De Haas: “Rijden met deze fiets is een totaal andere wereld dan de Funny Bikes. Dit is net een tank. En je kan niet rustig het gas open doen; je moet het vermogen erop houden anders explodeert het blok vanwege de inspuiting met nitromethaan. Het is dus alles of niks. De kracht is zo groot dat de ketting het frame krom trekt en sturen is eigenlijk alleen mogelijk door het verplaatsen van je bovenlichaam, het bodyleanen. Je moet de motorfiets op de eerste tweehonderd meter wel recht hebben. In het tweede gedeelte van de run leg je door de hoge snelheid zulke grote afstanden af dat het haast niet meer te doen is om dan nog te corrigeren. En het duurt dan ook heel lang voordat de motorfiets reageert.”
Opvallend is dat Martijn vaak al op de eerste meters het stuur tegen de aanslag trekt.
“Meteen bij de start corrigeer ik al. Ik merk het vaak zelf niet eens, dat gebeurt instinctief. De eerste meters lijkt het frame van elastiek. Als je in 6,6 seconden naar 350 km/uur gaat, ontstaat er een beetje een waas om je heen, maar ik heb ook het idee dat je dan sneller reageert op alles. Ik zie wel eens een video van mezelf terug en dan vraag ik me af hoe ik zo snel kon reageren. Als ik er af kom heb ik blauwe plekken en spierpijn in de rug, maar dat merk ik pas na het weekend, als de adrenaline weer uit het lijf is.“
Maar niet alleen de coureur moet afzien, ook de machine lijdt. “Na twee runs, oftewel goed 800 meter, moeten de lagerschalen van de gesmede aluminium drijfstangen worden vervangen. Die zijn dan platgedrukt door de grote krachten. Ook verversen we na elke run de 2 liter SAE50-olie, want de nitro tussen de cilinderwand en zuiger in de olie terecht komt, verdund die olie. Na één run komt de olie er als witte drab uit. Ook moeten er na één run weer nieuwe bougies in. De koppeling moet ook na elke run ook uit elkaar voor reiniging, controle en een eventuele andere afstelling. De stalen koppelingsplaten worden daarbij met een slijpsteen ook weer even vlak geslepen. Vervolgens is het ketting spannen en de data van de vorige run met de computer uitlezen. Aan de hand van die parameters stelt Joeri met de timer de ontsteking, de koppelingslip, de brandstoftoevoer en het schakelmoment naar de tweede versnelling dan opnieuw in. Die timer gaat lopen zodra ik bij de start de gashandel vol open draai.”
Door het dragracen is ook bij Martijn de technische belangstelling steeds meer gewekt. Dit heeft er al toe geleid dat hij een commerciële baan verwisselde voor een technisch beroep: “Ik sta nu zelf al regelmatig achter de draaibank om onderdelen te maken. En ik volg in de avonduren een HTS-opleiding. Onze toekomst in het dragracen hangt vooral af van het beschikbare budget. Sponsor MPM is helaas uit de dragracesport gestapt en dat is natuurlijk een aderlating. Zoals het nu is kunnen we het racen net behappen, maar om nog sneller gaan, lopen we tegen de grenzen van het frame aan. Vanwege het beperkte budget gaan we echter met deze motorfiets door. En daar gaan we nog een 6.5 seconden run mee rijden, dat gaat gewoon gebeuren!”

SUPER TWIN TOP FUEL
De Super Twin Top Fuel is een FIM dragrace-klasse voor tweecilinders op nitromethaan. Aan de start komen tweecilinder zuigmotoren met maximaal 3.000 cc en 100% nitromethaan, tweecilinders voorzien van een compressor of turbo en maximaal 2.000 cc, waarbij maximaal 90% nitromethaan is toegestaan of tweecilinders met compressor of turbo met maximaal 1.700 cc op pure nitromethaan.
Rond de eeuwwisseling werden vooral Harley-Davidson-blokken aangepast en opgeboord tot circa 2.000 cc. Een tijd op de kwartmijl van net onder de acht seconden was toen top. Maar de populariteit van het brute geweld van deze Super Twin Top Fuel-bikes nam snel toe, met als gevolg meer deelnemers en meer technische innovaties. De motorinhoud steeg naar 3.000 cc en met nieuwe onstekingen en brandstofsystemen gingen de prestaties omhoog. Daardoor nam ook de belasting van de blokken toe. Met als gevolg snellere runs, maar ook veel uitvallers. Tegenwoordig worden ook in Europa veel speciale Amerikaanse onderdelen gebruikt en de huidige toprijders maken constant runs tussen de 6.5 en 6,8 seconden over de kwartmijl.

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...
Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...