Hugo Pinksterboer – vernieuwingsdrift
Ik was een jaar of achttien, negentien toen Philips televisies met tiptoetsen lanceerde, en ik heb als ‘vakantietelevisiewinkelkracht’ heel wat van die dingen geïnstalleerd. Het regende klachten. Wat dat met motorrijden van doen heeft?
Van alles, helaas. Dat gaat dan vooral over de vaak ongeremde vernieuwingsdrift van fabrikanten, die iets anders willen doen om de simpele reden dat het anders kan. Die ouderwetse knoppen op die oude tv’s deden het best goed, namelijk. Maar dat je marktaandeel hopeloos krimpt als je niet af en toe iets nieuws lanceert, dat snapten ze bij Philips ook in die relatieve oudheid al. Dus daar kwamen de tiptoetsjes. Grootste nadeel was dat lang niet iedereen ze altijd kon bedienen. Vraag me niet naar een technische verklaring, maar we kregen massa’s boze telefoontjes van mensen die het eind van de film op zender 2 gemist hadden, omdat er een vlieg op toets 3 geland was, en ze het niet voor elkaar kregen om die &%$#-tv weer op 2 te krijgen. Toen ik jaren later in een vakantiehuis kennismaakte met de inductiekookplaat kwamen die verhalen weer boven. Vergeefse pogingen om zo’n pit te activeren of te dimmen deden me meer dan eens terugverlangen naar een eenvoudig houtvuur. Of een gasfornuis, waarvoor nu al mijn oprechte excuses.
De eerste keer dat ik diezelfde frustratie op twee wielen beleefde, is ook alweer een tijdje terug. De unit waarmee ik mijn handvatverwarming bediende, had één simpele knop. Met de klok meedraaien, voorbij de klik, om hem aan te zetten en het vuur steeds hoger op te stoken. Naar links werd het koeler, en voorbij de klik stond hij weer uit. Geen display, geen leds, geen gedoe. Met de dikste winterhandschoenen te bedienen, ook met verkleumde vingers, en zonder te kijken. Zijn opvolger, op een andere motor, deed me aan die ouderwetse tv’s denken. Vooruitgang zonder idee. Vernieuwing zonder besef. Twee zachte, rubberen knopjes. Een plus, een min. Misschien was het mijn ‘touch’. Misschien waren het mijn winterhandschoenen, die ook met handvatverwarming nodig zijn. Feit was dat ik de rotknoppies er niet mee kon bedienen. Heb ik het niet eens over dat rijtje leds dat moest laten zien of hij aan stond, en in welke stand. Uitstekend afleesbaar in het donker, maar op mijn routes vroor het ook overdag wel eens. Tuurlijk was ermee te leven. Bij rood licht je handschoen uit, beetje schaduw maken met je andere hand, apparaat instellen en dan maar hopen dat je op tijd die handschoen weer aan hebt. Het ligt vast aan mij, want het systeem is nog altijd te koop. Maar laat mij maar draaien.
Dat dacht ik ook toen ik een gloednieuwe headset liet monteren. Zo aerodynamisch als maar kan, voor zover dat zin heeft achter de hoge ruiten van mijn vervoer. Niet meer zo’n zwarte doos op je helm. En maar drie miniatuurknopjes om het hele systeem te bedienen: een plus, een min en eentje om die andere twee uit elkaar te houden. Of ze niet erg klein waren, vroeg ik nog. Een kwestie van wennen, zei de verkoper, terwijl de mussen nog dagelijks uit de dakgoot vielen. Het ging redelijk. Tot het kouder werd. Met waterdichte handschoenen was het al een stuk lastiger om in één keer de goede knop te vinden. Dat brak me vooral lelijk op als de telefoon ging, die nogal ’s drie keer zo hard klonk als de radio. Zo’n rinkel snijdt gemeen door je brein, zeker als je dat brein hard nodig hebt om zonder aanvaringen je route te vervolgen. Volume omlaag? Minknopje opzoeken en zes keer drukken. Niet te snel achter elkaar, want dan ging het systeem in de zenderzoekmodus. Niet toevallig die centrale knop erbij pakken, want dan ging de radio aan. En me ondertussen maar afvragen waarom ik toch in godsnaam ook op de motor bereikbaar wilde zijn. Dat het met winterhandschoenen helemaal niet lukte, spreekt voor zich. Dat ik de eerste was die erover klaagde ook. Ik neem dat maar voor lief. Soms win ik, toch. Nu won het systeem. Ik heb dus alweer een andere. Met een lel van een druk- en draaiknop die zich zelfs met een bokshandschoen bedienen laat. En met één bedieningsknopje dat zo geplaatst is dat je het nooit kunt missen. Is mijn enige vraag of ik er niet nog een paar moet kopen. Want ze gaan er allemaal uit, die modellen met die draaiknoppen, zo hoor ik. Ik wacht het af. Zelfs cassettebandjes zitten weer in de lift, tenslotte.
Hugo Pinksterboer is motorrijder, schrijver, drummer, fotograaf en vader van een dochter die met dat eerste het gelukkigst is.