Hugo Pinksterboer – Telefoonnavigatie
In de maanden dat ik noodgedwongen op heel andere motorfietsen rondreed, eerder dit jaar, gebruikte ik net zo noodgedwongen een telefoon voor mijn navigatie. Je hoort het al: heel blij werd ik er niet van.
Natuurlijk kwam ik altijd op de plaats van bestemming aan, maar als je een echte GPS gewend bent – ongeacht of dat een Garmin of een TomTom is – is een telefoon echt behelpen. Wel had ik de mazzel dat ik bij mijn voor leenmotoren aangeschafte telefoonhouder een complete serie hulpstukken kreeg, waarmee ik het ding net zo makkelijk op de driehoekige spiegelhouders van een R1 klemde als op de dunne stelen van de Peugeot Metropolis en het bijna polsdikke stuur van de nog veel dikkere R18.
Omdat ik meestal voor werk en zelden voor de lol rijd, mag ik bijna nooit kiezen wanneer ik opstap. Da’s wel een prima manier om de geclaimde waterdichtheid van mijn iPhone te testen. De mijne zou een half uur op zes meter diepte overleven, en een van de hoosbuien die we over ons heen kregen voelde nog een stuk natter. De telefoon gaf geen krimp. De stroomvoorziening wel. Er zat vocht in de aansluiting, liet mijn scherm weten. Dat is dan meteen het enige wat je met een telefoon onderweg kan doen: de voedingskabel eruit rukken. Moet je wel hopen dat het weer droog wordt, want de gemiddelde route-app vreet stroom, tenzij je alleen op geluid rijdt. Dat kan, maar ik ben geen liefhebber van digitaal volk dat me drie keer aan dezelfde afslag herinnert.
Ik ben ook geen liefhebber van bellen onderweg, maar met de vele snelwegkilometers die ik noodgedwongen maak – voor een uurtje naar Groningen of Limburg is geen uitzondering – doe ik het vaker wel dan niet. En daar komt dan een ander routeappprobleem naar voren: bij bijna elk gesprek verdwijnt je routeapp naar de achtergrond om ook na het gesprek onzichtbaar te blijven. Omdat mijn scherm zich met mijn huidige handschoenen niet laat bedienen, is het dan maar hopen dat je ergens kan stoppen voor de volgende afslag zich aandient. Handschoen uit, route naar boven vegen, zucht, gas erop.
Over diezelfde iPhone had ik gelukkig tijdig gelezen dat het camerasysteem niet opgewassen was tegen bepaalde motortrillingen. Die van de R1, wist ik wel zeker. Dat het ding door die hoge frequenties vroegtijdig tot stof zou wederkeren, leek me niet ondenkbeeldig. Gelukkig bracht Interphone net op tijd een losse trillingsdemper uit, en voor een handvol euro’s was ook dat probleem getackeld.
Als ik eerder al eens met een route-app reed, koos ik eigenlijk altijd voor Google Maps. De kaarten zijn helder, de informatie over files en omleidingen is prima. Beter dan op mijn GPS ook. Maar waarom laat Google je niet zien hoe hard je rijdt? Dan toch maar Flitsmeister. Of die informatievoorziening net zo goed is als bij Google durf ik niet te zeggen, maar dat deze app je waarschuwt voor trajectcontroles en flitsers draagt op een of andere manier bij aan mijn gevoel van rust. Dat ook naderende hulpdiensten aangekondigd worden, is geweldig. Keerzijde van de app is dat hij je ook voor ‘slecht wegdek’ waarschuwt. Welke tere ziel die asfaltrimpelingen doorgeeft, zal wel altijd een raadsel blijven.
Toen ik na maanden mijn GS weer terughad, was ik zo aan die Flitsmeister-meldingen gehecht geraakt, dat ik ‘m vrolijk naast mijn GPS op mijn stuur schroefde, in een houder die mijn telefoon draadloos oplaadt. Maar zo’n tweede scherm naast je gewone dasboard moet je natuurlijk helemaal niet willen, ontdekte ik al snel, zeker niet als je ze allebei vertellen waar je heen moet en het niet met elkaar eens zijn. Dus gaat Flitsmeister aan en het scherm uit. Als er iemand belt, zie ik wie het is terwijl de route op mijn GPS gewoon in beeld blijft. ’t Was efkes zoeken, maar dit is voor mij nu even de oplossing. Blijft alleen die tik nog. De oplossing volgt vast. Maar wanneer…