Hugo Pinksterboer – Dat fiks ik zelf wel…
Het nieuwe achterlicht van mijn GS zou ik zelf wel even monteren, gokte ik. Het vervangen van de monoshock van mijn Pan met span leek me heel andere koek.
Van mijn GS had ik altijd begrepen dat hij Duits sprak. Bij elke defecte koplamp riep mijn display luidkeels LAMPF! Pas toen mijn achterlicht kuren vertoonde en ik de tekst LAMPR! in beeld kreeg, snapte ik dat het Engels was. Toevallig reed ik net langs een Amsterdamse KwikFit. Ja, natuurlijk mocht ik een schroevendraaier gebruiken om te checken of het alleen het lampje was. Check. Nieuw lampje erin, schroevendraaier teruggegeven. Dat was dan 12,50. Hij zei het zonder blikken of blozen. Had ik die schroevendraaier gehuurd? Ik zei niks. Zonder remlicht wil je niet rijden en hij had me vast een extreem goed lampje verkocht. Helaas kwam de melding weer terug, een paar weken later. Nee, niet dat gloeipitje, maar een contactje dat na nog geen 140.000 kilometer begon te haperen. Dat is natuurlijk schoon te krabben, maar ik koos voor een rigoureuzere oplossing. Er moest een led-achterlicht komen, ook al omdat ik een bevestigingsschroef van de ouderwetse rode kap dwars door het plastic heen had gedraaid. Dat spul vergaat niet, maar breken doet het prima, na voldoende zon.
Een led-achterlichtunit was online zo gevonden. Hypermoderne heldere kap, vrolijke ledjes, supersnelle remlichtreactie, drie bevestigingsbouten. Ik zag het al helemaal voor me. Op een late maandagmiddag had ik een kwartiertje over. Drie moertjes losdraaien, kabeltjes aansluiten, drie moertjes vastdraaien. Geen probleem, leek me. Wel dus: de bevestigingsmoertjes van het oude licht bleken onvindbaar diep verstopt. Ik draaide hier en daar wat los, trok eens links en rechts aan een afdekkap en pakte uiteindelijk het werkplaatshandboek er maar bij. Bleek het vervangen van die unit goed voor meer dan twee kloeke pagina’s. Hulp was nabij, gelukkig. Er woont hier een zeer bedreven sleutelaar annex MAG-collega om de hoek, en hij had wel tijd. Maandag? Prima. Zou ik op dinsdagavond met zijspanbroeder Mark de verslapte monoshock van de Pan door een frisse, zijspanbestendig gemaakte YSS vervangen. Zou wel een latertje worden, zo’n klus.
Dat ik mijn bijna-buurman inschakelde was geen overbodige luxe. Het loshalen van die hele rits bouten is op zich in een minuut of vijftien gebeurd, maar niet als er paar na al die kilometers onbarmhartig vast blijken te zitten. Maar het lukte, met grof geschut. Kofferrek eraf, bagagedrager eraf, nog veel meer eraf. Hier en daar wat schroefdraad opnieuw getapt, achterlicht gemonteerd, snoerklemmetjes doorgesoldeerd om vroegtijdige oxidatie te voorkomen, licht gecheckt, remlicht oké, alle bouten ingevet zodat ze de volgende keer makkelijker loskomen, weer eens ervaren dat je de volgorde van dat handboek ook dan exact moet aanhouden – maar na dik twee uur zat alles weer in elkaar. Ik rij de BMW naar buiten, klim in het zadel en zet het contact aan. ‘LAMPR!’
Inderdaad. Licht gecheckt. Display niet. Buurman wist meteen wat het was. Als je gloeilampjes door leds vervangt meet je systeem geen weerstand en constateert het dat er iets niet werkt. Oplossing? Weerstandjes kopen. Twee winkels en dertig kilometer verder had ik ze, voor net niet de helft van de prijs van de lamp. We spraken opnieuw af. We schroefden de boel weer open, vol goede moed, en ik las zowaar de gebruiksaanwijzing. “De weerstanden worden heet. Monteer ze op metaal, niet in de buurt van bedrading en in de rijwind.” In een achterlicht? Serieus? We hebben ze nog wel geprobeerd. De foutmelding bleef. De hitte was intens. We diepten het oude achterlicht op uit de vuilnisbak. Het zit er weer onder.
En die andere klus? Honda opkrikken. Zijpaneel eraf. Krik breekt. Krik vervangen. Twee bouten los. Even wrikken. Schokbreker vervangen. Twee bouten vast. Zijpaneel terug. Koud bier.
Reageren? Stuur een mail naar: reageren@motoplus.nl