Hugo Pinksterboek – Eigen haard…
Wat waren het een karakters, al die twee- en driewielers waar ik op mocht rijden in de maanden dat mijn R1200GS Adventure menig deskundige voor raadsels stelde. En hoe fijn dat vervangend vervoer ook was, wilde ik er toch maar eentje terug. De mijne.
De herinnering is nog glashelder. Ik tank bij een van mijn vaste tankstations, voor het eerst met mijn leen-R1. Pas als ik wegrijd merk ik dat ik niet goed kan zien of de schuin achter me liggende weg vrij is. Hoe doe je zoiets op zo’n dikke superbike, serieus omkijken? Kont uit het zadel en gaan staan. Effectief, maar verre van praktisch. Doe mij maar een GS. Op diezelfde R1 moet ik onverwacht hard remmen. Dat doet ’t ding beter dan ik verwacht had. Ah, dat bedoelen ze met bijtkracht. Maar ik hou ‘m overeind. Als me later met een Amerikaanse cruiser hetzelfde overkomt, moet ik alle zeilen bijzetten om de kolos tijdig tot stilstand te brengen. Waarom remmen niet alle motorfietsen gewoon precies zo hard als je knijpt?
Doe mij maar een GS. Hetzelfde geldt voor koffers die groot genoeg zijn voor een helm én een fototas met lenzen en camera’s. Voor een stuuruitslag waarmee je een haakse bocht kan maken. Voor een blok waarmee je net zo makkelijk kan cruisen als kan racen, voor een ongelimiteerde grondspeling, voor spiegels waarin je ziet wie er achter én vlak naast je rijdt, voor vering die je niet vertelt dat je het echt wat rustiger aan moet doen en zelfs blijft meewerken als je behalve een passagier ook serieus te veel bagage bij je hebt. Maar is dat dan niet allemaal veel te voorspelbaar, op het saaie af? Zo kan je dat beslist bekijken. Zelf zie ik mijn GSA meer als de ideale stokken van een van die vele drummers die ik ooit interviewde. Hoe die stokken voelden, vroeg ik. Zijn ideale stokken voelde hij helemaal niet, zei hij. Ze waren een verlengstuk van zijn brein, van zijn bewegingen, net als zijn handen. Ze waren transparant. Ze deden wat hem inviel. Die bel rinkelt bij mij nog altijd na.
Als je deze pagina vaker las, weet je dat ik volop kan genieten van motorfietsen die veel minder voorspelbaar, praktisch, transparant of charmant zijn. Ik snap waarom mensen op een superbike, een old-skool chopper of een 350 cc eenpitter rijden. Op motoren die schuren, stampen, prikkelen en uitdagen. Of op een driewielige scooter. Waarom niet. Ik kan je ook precies vertellen waarom je juist niet op ’s lands meest verkochte motorfiets zou moeten stappen, waarbij die verkoopcijfers zeker meetellen. Maar het is nou eenmaal mijn motorfiets. Soit.
Dat ik mijn eigen 1200 ook bleef missen toen ik eerst de ene en daarna de andere pasgeboren 1250 te leen had, zat ‘m vooral in de kleine aanpassingen die ik deed. Ondanks de veel geroemde windbescherming van de machine rijd ik al dik vijftien jaar met een mini-opzetruitje van Touratech. Geen herrie aan mijn kop en fluitend 130 rijden met m’n vizier open, behalve bij regen of serieuze kou, omstandigheden waarbij ik elke keer weer blij ben met mijn Wunderlich handkapvergroters. Ik weet dat ze in China heel veel goedkoper zijn, maar als veelrijder geef ik liever meer uit aan het origineel dan dat ik een maand op een imitatie-miskoop wacht. Ook mijn andere accessoires komen dus bij de buren vandaan. Een bagagerek op de duoplek, bijvoorbeeld. Zotte prijs, maar ik had al na drie keer gebruik het blije gevoel dat ik ‘m compleet terugverdiend had. Onzin, maar da’s deel van de lol. Bovendien sluit het ding naadloos aan op mijn Corbin-zadel, iets wat ik van BMW’s duozitje niet kan zeggen. Da’s niet de fout van dat zitje, maar van Corbin, in een klaarblijkelijke poging om je niet één maar beide zadels te laten vervangen – maar de hoofdprijs betalen voor een nauwelijks gebruikt zitplaats gaat zelfs mij te ver.
Over dat Corbin-zadel geen kwaad woord verder. Hoe het zit? Geen flauw idee. Net zoals ik je na pakweg een kwart eeuw nog altijd niet kan vertellen hoe mijn Stokke-bureaustoel zit. Grappig. Het doet me denken aan dat verhaal over de ideale stokken van een van de vele drummers die ik ooit interviewde. Hoe die stokken voelden, vroeg ik.