Horex Museum
Een roemrucht merk als Horex, met een staat van dienst die terugvoert tot 1923, kan natuurlijk niet zonder eigen museum. En dat staat er ook sinds kort, in de vorm van een afgerond motorblok en met horizontale lamellen voor de ramen, die de illusie creëren met echte koelribben van doen te hebben. Een waardig pand, voor het merk dat sinds afgelopen jaar na een afwezigheid van enkele decennia weer nieuwe motoren bouwt én levert. Op 8 september jongstleden werd in het bijzijn van circa honderd Horex-rijders het museum feestelijk geopend, wij namen er een kijkje. Vanaf het terrein in Burgholzhausen zette een lange stoet zich in beweging en vormde een lang lint van zijspannen en motoren, met voorop twaalf vooroorlogse Horex Columbus machines, waarvan de oudste, een T5, nog uit 1925 stamde. In een Regina zijspan had de burgemeester van Bad Homburg plaatsgenomen, hij genoot zichtbaar. Jarenlang is er gestreden om dit museum te verwezenlijken, uiteindelijk werd er in 2009 groen licht gegeven nadat een bouwmagistraat de kosten voor het project op zich had genomen. De gemeente huurt het museum nu voor een periode van twintig jaar en stelt het open gedurende het weekend en op woensdag. Het Horex museum bevindt zich aan de Horexstrasse 6, bijna op dezelfde plek waar de legendarische Horex motoren tot eind 1960 werden gebouwd. Op de begane vloer bevindt zich een bistro en een trappenstelsel verbindt meerdere etages met elkaar, waar je de verschillende pronkstukken in hun volle glorie kunt bewonderen. De naam Horex staat voor de Ho van Bad Homburg en Rex van de plaatselijke weck glazen fabriek. Deze Rex fabriek werd reeds in 1905 opgericht door Jean Emil Leonhardt en werd na diens overlijden in 1918 overgenomen door Friedrich Kleemann. Toen deze twee jaar later ook de Motorenfabrik Oberurseler AG, waar Columbus motorfietsen werden gebouwd, in handen kreeg, lag daar de basis voor Horex. Zoon Fritz Kleemann, die in Detroit een stage had volbracht bij Henri Ford, kwam in 1921 terug naar Bad Homburg, interesseerde zich meer voor de motorsport en begon met de inbouw van GNOM hulpmotoren in rijwielframes. In 1923 volgde de eerste echte eigen motorfiets gebouwd met een 250 cc Columbus blok, in datzelfde jaar werd toen ook de firma Horex Fahrzeugbau opgericht. Gestaag werden steeds zwaardere zijklepper motoren ontwikkeld met een inhoud tussen de 500 en 600 cc. In 1927 werd een jonge constructeur met frisse, vernieuwende ideeën aangesteld, die een belangrijke bijdrage leverde aan de ontwikkeling van innovatieve concepten. Zoals de in 1938 gepresenteerde SB 35, die werd ontwikkeld in samenwerking met Richard Küchen. Het blok ervan werd overigens ook gebruikt in de Victoria KR 35 S. Na de oorlog kreeg Horex als eerste Duitse fabriek toestemming van de geallieerden om motoren te bouwen tot 350 cc. De opvolger van de SB 35, de Regina, werd de meest verkochte 350 cc machine in die tijd. In totaal gingen er 84.000 stuks van over de toonbank. Met de Resident en Imperator trachtte Horex de krimpende markt in 1955 nog te bezweren, maar al in 1957 bleek dit een hopeloze zaak en werd de productie gestopt. Met de productie van brommers en kinderfietsjes probeerde Horex haar naderende ondergang nog af te wenden. Tevergeefs, in 1960 werd de productielijn verkocht aan Mercedes-Benz, die deze gebruikte voor het vervaardigen van onderdelen. Lange tijd bleef het stil rond Horex, de merknaam werd diverse malen verkocht en kwam in 2010 in handen van Clemens Neese. Hij richtte een nieuwe firma op genaamd Horex GmbH, met als voornaamste doel om het concept van een VR6-blok in een enkelspoor voertuig te kunnen patenteren. Het merk Horex was herboren! Het nieuwe museum is de kers op de slagroom van de wederopstanding van het roemruchte Duitse merk. Iets waar vele merkadepten ook reikhalzend naar uit hadden gekeken, zo bleek op 8 september. ’s Morgens om half elf al had zich een bonte stoet Horex-rijders verzameld op het terrein bij de basisschool van Burgholzhausen. Een ware kakofonie aan afwisselende viertakt geluiden vulde de omgeving. Onder de aanwezige machines een aantal echte juweeltjes: onder meer twee T5’s, eentje uit 1925 en eentje uit 1930, een S35 uit 1935, een S3, twee uiterst zeldzame S64 vierkleppers, een S5 en twee S6 Sports. Eveneens een echt aandachtorgel bleek het S8 race zijspan van Reinhard Jutzi, dat echter door een nog niet ‘eindwandfrei’ lopend blok op een aanhanger vervoerd moest worden. Deze überklassiekers voerden de stoet aan en werden gevolg door circa negentig wat minder zeldzame maar daardoor niet minder fraaie machines, waaronder diverse Regina’s, Resident’s en Imperator’s. Vanaf Burgholzhausen reed het Horex-lint eendrachtig naar het museum. Daar was het een drukte van jewelste, diverse genodigden, pers en alles wat Horex welgezind was stond de stoet op te wachten. Nadat alle motoren een plaatsje hadden gevonden rondom het museum, was het eindelijk tijd om het museum en al haar schatten te bewonderen. Een werkelijk prachtige gebouw, dat het merk alle eer aan doet. Wie Horex een warm hart toedraagt, moet simpelweg eens de tijd nemen om dit met eigen ogen te aanschouwen. Groot voordeel van het museum is dat de tentoonstelling nooit altijd hetzelfde is, maar continu wisselt. Horex eigenaren van over de hele wereld stellen hun machines beschikbaar, waardoor het geheel een heel dynamisch karakter krijgt. De stad Bad Homburg heeft overigens zelf ook twee motoren beschikbaar gesteld. Eén ervan, een OHV S35 zal door experts ter plekke worden gerestaureerd. Als er één ding duidelijk is geworden op 8 september, dan is het wel dat er met de juiste mensen van alles mogelijk is. Het merk Horex is niet alleen nieuw leven ingeblazen, het leeft weer als nooit tevoren! ________________________________________