Honda RC30-replica zijspan
Wat? Welke cultuurbarbaar heeft het gore lef een zijspan te monteren aan een icoon als de Honda RC30? Wees gerust: het is niet wat je denkt dat het is. Wat het dan wel is? Prachtig gemaakt, uniek en het trotse bezit van Jan-Willem Bennink.
Na zijn eerste kennismaking met zijspanrijden in 2002 is Jan-Willem Bennink naar eigen zeggen “zodanig geïnfecteerd” dat er hoe dan ook een eigen combinatie moet komen. Net als opmerkelijk veel stadsgenoten wil hij een zijspan. “Genemuiden heeft statistisch gezien bizar veel zijspannen. Het komt door MC Genemuiden waar onder meer de oprichters door de komst van kinderen een zijspan bouwden, wij zijn ze later allemaal gevolgd. Als je het een keer probeert ben je besmet of vind je het helemaal niets.” Om maar direct de olifant in de kamer onder het tapijt te vegen, vertelt Bennink dat hij nooit met zijn brede span in de file aanschuift: “We zitten nooit op de snelweg, zijn altijd binnendoor aan het sporten. Het blijft leuk dat de bak om je heen rijdt en jij om de bak.”
Op een V65 Sabre leert Bennink de fijne kneepjes van het vak. In het bakje zit zijn geliefde Jolette. Niet omdat ze zelf geen motor rijdt, maar omdat ze het zo leuk vindt. Het is zelfs zo dat zij de fanatiekere motorrijder van de twee is. Als Jan-Willem ’s winters gerieflijk thuis voor de kachel zit, trekt zij er op haar Honda Africa Twin regelmatig op uit naar een of ander wintertreffen.
Na acht jaar vindt Bennink het tijd voor wat nieuws. “De Sabre werd wat gedateerd, ik wilde iets moderners. Eigenlijk direct wilde ik het proberen met een Honda VFR750F. Dat was nooit eerder gedaan, maar volgens mij wel goed mogelijk door onder meer het enkelzijdige achterwiel dat prima autorubber aan kan. Bovendien had ik een grote liefde voor de V4 ontwikkeld. Een Pan European had een dertien-in-een-dozijn span opgeleverd, dus moest het wel een VFR worden.”
Voor € 3.500,- koopt Bennink in 2008 een elf jaar oude VFR met amper kilometers op de teller. “De laatste met een achterbrug die in het frame scharniert en niet in het blok zoals latere modellen. Op de terugweg ben ik direct langs Engbers Zijspanservice in Zelhem gereden voor overleg over het te bouwen span. We kozen voor een EZS Rally-span van zestig centimeter breed. Die winter hebben we van solo-motor en span een VFR-rode combinatie gemaakt.” Om de juiste proporties te behouden houdt zijn Honda-combinatie zijn gewone voorvork. Die zit er nog altijd in, al is de voorvork voor de juiste looks twintig millimeter ingekort. Vanwege het extra gewicht van het span zijn wel de veren vervangen door zwaarder progressieve exemplaren. Om lichter te sturen is het voorwiel zestig millimeter naar voren geplaatst voor meer naloop.
In 2013 ligt eerste dochter Isa al met zes maanden in haar Maxi-Cosi in de bak. Als een jaar later dochter Sanna zich aandient, maakt het Rally-bakkie plaats voor een breder EZS-RX5-zijspan. Om alle bagage te verstouwen maakt een aanhanger bovendien zijn opwachting. “We zijn een hele attractie onderweg. In het begin hebben we de bak gewoon zwart gelaten, de kinderen klommen er zelf met hun lompe schoenen in. Toen dacht ik er aan om de bak weer VFR-rood te spuiten, maar ik had ook al replica’s van een RC30 gezien op basis van een VFR. Mijn vrouw gaf me het laatste zetje om voor dit kleurenschema te kiezen. Achteraf was rood goedkoper geweest…”
Voor het spuitwerk komt Bennink terecht bij Beerten Motordesign & Spuitwerk in Borculo. “Dat het RC30-spuitwerk duur was, wist ik van te voren, maar Jolette haalde me over. Volgens haar doe je zoiets maar een keer in je leven. Ik moet wel reclame maken voor Beerten want met de offerte hebben ze zich in de vingers gesneden, maar later nooit gezeurd en alles perfect afgehandeld. Een EML-span is volgens Beerten niet zo strak en de afwerkgraad is lager als een bak van EZ, maar zij hebben alles prachtig gemaakt.”
Oké, tijd om even terug te schakelen: een VFR in RC-kleding is nog geen RC30. Waarom lijkt de alledaagse VFR750F van Bennink sprekend op die zalige RC30? “Uitgerekend in het naastgelegen Staphorst zit Tyga Europe. Tyga produceert in Thailand racekuipen in alle soorten en maten voor bijvoorbeeld een NSR100. Ze waren al bezig met een ombouwset om een VFR750F van 1994 tot en met 1997 in een RC30 te transformeren, maar die was nog niet klaar. Daarom heb ik een bodykit in Italië gekocht.”
De ombouwset uit de laars van Europa is netjes gezegd ‘alles behalve passend’. “Alles stond onder spanning” weet Bennink nog. “En jij het meest”, vult Jolette fijntjes aan. “Een RC30 en RC36-2 (VFR750F, red.) lijken veel minder op elkaar dan gedacht”, doceert ervaringsdeskundige Bennink. “Het frame is anders en daardoor kwam de kont raar omhoog en stond hij te ver naar achter. Dat zag er niet uit! Die Italiaanse kit heb ik in de hoek gesmeten en voor een karige tweehonderd euro verkocht. Ik heb de koper wel eerst eerlijk verteld wat een rotzooi het was.”
Als Tyga sneller dan verwacht toch met een ombouwkit op de markt komt trekt Bennink – wederom na aandringen van Jolette – toch weer de portemonnee. “Wat een verschil was dat. De Italiaanse set had van die grove matjes binnenin, bij Tyga is alles keurig afgewerkt. Bovendien is de set inclusief keurige Honda boutjes en moertjes zeer compleet.”
Dat Tyga inderdaad goed nadacht over de ombouw blijkt uit een meegeleverd achterframe waardoor de kont wel goed staat. Of een onderkuip die net iets breder is zodat hij wel op een RC36 past. Ook het subframe dat plaats biedt aan de koplamp en kuip is meegeleverd en past zonder moeite, spanning en gevloek. Ook de tank met CNC gefreesde tankdop smelt moeiteloos samen met de RC36-2. Om het af te maken monteert Bennink een Tyga-HRC uitlaatsysteem met de demper aan de linkerzijde. Zo lijkt de motorfiets nog meer op een echte RC30 en de zijspanpassagiers zitten als bijkomend voordeel niet in de uitlaatdampen en -herrie.
“Je kunt bij Tyga nog veel verder gaan en een echt 18” RC30-achterwiel kopen, maar ik vond het wel goed zo. Om het dashboard af te maken heb ik gekozen voor refurbished tellers van een CBR900 Fireblade, maar die van een CBR400RR passen ook en lijken zelfs nog meer op de originele exemplaren. De kleine Japanse koplampen komen van een CBR250. Ze zijn veel mooier dan de grote koplampen op de Europese RC30’s.”
Om die tweede olifant in de kamer eveneens direct te elimineren volgt als vanzelf de Moeder aller Hollandse vragen: wat kost die grap? “Voor een complete kit betaal je € 5.428,- maar dan is de kit al wel gespoten. Het Thaise spuitwerk is heel keurig gedaan, maar wel net iets minder dan dat van mij. Toen ik de kit kocht bestond er nog geen gespoten versie. Dat heeft het voordeel dat ik alles eerst pas kon maken en pas daarna liet spuiten. Vanwege het zijspanframe heb ik het kuipwerk ook op verschillende plaatsen moeten doorboren. De gaten voor het rechter knipperlicht heb ik dan juist weer dicht gemaakt omdat dat licht naar de zijspanbak is verhuisd.”
Rijwieltechnisch verandert Bennink niets aan zijn span. “Het was goed en dat moest vooral zo blijven.” Twee jaar duurt de opbouw van de unieke combinatie. “Kon ik de kosten gelukkig over twee jaar uitsmeren.” Helemaal op het laatst is er plotseling toch nog flinke stress. Dochter Isa moet in galajurk naar het afscheidsfeest van de basisschool en voor haar is er maar een mogelijk vervoersmiddel om in stijl te arriveren. Met de hakken over de sloot kan vader Jan-Willem aan die wens voldoen.
Direct daarna volgt het eerste examen voor de combinatie: een vakantie voor vier, inclusief aanhanger. De Japanse schoonheid blijkt toch een echte Honda: “Weer een spanningsregelaar die het begeeft… Honderd kilometer voordat we thuis waren was het over en sluiten” Eerder al had Jolette de combinatie bergopwaarts mogen duwen. “Normaal reed ik altijd driehonderd kilometer op een tank, maar de nieuwe benzinetank heeft een inhoud van maar achttien liter en daardoor vielen we droog.”
Hoe zijn de reacties die de Benninkjes onderweg krijgen? “Zo’n beetje 99,99 procent vindt het helemaal fantastisch. Een heel enkele keer hoor je dat je het niet kunt maken om een RC30 te bevuilen met een zijspan. Als je dan het hele verhaal vertelt vinden ze het alsnog fantastisch.”