Honda Legends Meeting
In 1969 Honda introduceerde Honda de CB750 Four, de eerste superbike. De komst van deze CB startte een ware pk-wedloop, die feitelijk vandaag de dag nog steeds de gang is. Liefhebbers van de daaropvolgende generatie superbikes organiseren jaarlijks een meeting, die dit jaar in Wijk bij Duurstede plaatvond. We namen een kijkje.
De internationale CB1100R Club organiseert vanaf 2002 iedere twee jaar een grote internationale meeting in één van de volgende landen: Groot-Brittannië, Duitsland, Zweden, Zwitzerland of Nederland. De meeting zou dit jaar in Engeland plaatsvinden, maar kon daar door omstandigheden niet doorgaan. Daarvoor in de plaats kwam een iets afgeslankte driedaagse meeting in Nederland, waarbij voor de verandering ook andere Honda-superbikes welkom waren. Het hoogtepunt, naast uiteraard de gezellige barbecue ’s avonds, was een gezamenlijke rit van zo’n vier uur door de Utrechtse heuvelrug, met een lunchstop bij ‘Oldtimer museum de Meent’ in Achterberg. Dit museum is overigens met name voor liefhebbers van 50cc’s een aanrader!
Het evenement werd georganiseerd door Wout van Veldhuizen, een fervent liefhebber en verzamelaar van de CB1100R. De deelnemers komen uit een groot stuk van Europa, waarbij een speciale vermelding gaat naar de drie dappere kerels die op hun CB1100R helemaal vanuit Zweden zijn komen rijden. En naar een Australische vader en zoon die samen een CB1100R restaureren en speciaal voor dit evenement overgekomen zijn. Het is prachtig te zien hoe de liefde voor een specifiek type motor mensen kan verenigen.
Zoals gemeld was de CB750 Four het startpunt van de hedendaagse superbike. Met maar liefst 68 pk en een topsnelheid van 200 km/uur was de spreekwoordelijke ‘pin uit de handgranaat’. Kettingen braken, banden ontploften, en leveranciers van stuurdempers deden goede zaken. Bedenk dat in die tijd tweecilinders en zo’n 45 pk vermogen de norm voor een sportmotor was. Tien jaar na deze CB750 Four presenteerde Honda de CB900F ‘Bol d’Or’, met meer cilinderinhoud, dubbele bovenliggende nokkassen en als eerste betaalbare productiemotor voorzien van zestien kleppen. Het vermogen steeg naar 95 pk en de topsnelheid naar 210 km/uur.
Motorfabrikanten waren ook toen al voortdurend op zoek naar meer pk’s en Honda vormde daarop geen uitzondering. Echt álles werd daarvoor door de ingenieurs uit de kast getrokken: nog meer cilinderinhoud, zes cilinders, V4-motorblokken en zelfs turbo’s. Er werd nog net geen lachgas-injectie als standaard feature geleverd.
In 1978 introduceerde Honda de CBX, een zescilinder met bijna 1.100cc, 105 pk vermogen en een top van zo’n 225 km/uur. In 1980 verscheen de hier beschreven CB1100R op de markt, een zogenaamde ‘homologatie-special’ voor de racerij. De CB1100R had een voor die tijd enorme viercilinder met maar liefst 1.062cc, 115 pk en 229 km/uur topsnelheid. Er werden er dat jaar 1.050 van geproduceerd, net voldoende voor de homologatiedrempel van 1.000 stuks. Ene Wayne Gardner, de latere wereldkampioen 500cc, won er meteen de prestigieuze ‘Castrol 6 uursrace’ in Australië mee. In 1981 werden er nogmaals 1.050 motoren geleverd, in 1982 1.500 en in 1983 1.620 stuks. Met een totaal aantal van zo’n 5.000 stuks is de CB1100R in feite net zo zeldzaam als die andere fameuze homologatiespecial van Honda, de RC30. Om het rijtje motoren af te maken: de betaalbare ‘straatversie’ CB1100F volgde in 1982 met 108 pk vermogen en een top van 225 km/uur.
Naast de in-lijn-motoren lanceerde Honda ook V4-motoren. Het sportieve model VF1000R zag het licht in 1984 met 122 pk vermogen en 249 km/uur topsnelheid. De straatversie VF1000F, ook bekend onder de Amerikaanse aanduiding ‘Interceptor’, met 113 pk vermogen kwam in 1985 op de markt. Vanaf 1981 werd ook nog een dwars gemonteerde tweecilinder V-motor met turbo geleverd, de CX500 Turbo. Deze werd in 1983 opgevolgd door de CX650 Turbo. Al deze modellen waren aanwezig bij de Honda Legends Meeting, in totaal zo’n 55 stuks.
Terug naar de ster van de show: de CB1100R. Nadat Wayne Gardner in 1980 de 6 uurs wedstrijd in Australië op zijn naam schreef, werd geklaagd dat het niet eerlijk was dat een homologatiemodel met een solo-zitje mee mocht doen. Je raad het al: in 1981 verscheen er prompt een versie met een tweepersoonszadel én een afdekkap over het duozadel. Deze eindigde op plekken 1,2, 3 en 4 van de race in 1982. Dit overwicht geeft wel aan hoe geavanceerd de CB1100R voor zijn tijd was met een aluminium tank, anti-duik-systeem op de voorvork, gas-ondersteunde achterschokdempers, dubbele inwendig geventileerde schrijfremmen met vierzuiger remklauwen én natuurlijk dat enorm potente motorblok.
Vandaag de dag is het een ondergewaardeerde liefhebbersmotor, waarbij de prachtige rood-wit-blauwe Honda-kleurstelling het tot een echte nekkendraaier maakt. Het is natuurlijk een motor van ruim veertig jaar oud, die af en toe wat liefde nodig zal hebben. Je kunt voor prijzen van € 5.000 voor een ‘projectje’ tot ruim € 15.000 voor een ‘showmotor’ een mooie hobby aanschaffen, waar je met plezier ook langere ritten mee kunt maken. Je mag zelf uitmaken of dat de CB1100R een ‘poor-mans RC30’ maakt, of die ‘poster bike’ die je vroeger wilde hebben, maar toen niet kon betalen?