Historie: Kawasaki Z-serie
De aanduiding Z is net zo nauw met Kawasaki verbonden als de Big Mac met Mc Donalds. Sinds de presentatie van de Z1 in 1972, de ‘oer-Z’, passeerden meer dan vijftig Z-modellen de revue bij de Japanners. En met de nieuwe Z650 en Z900 is het einde van die lijst nog niet in zicht. Een duik in 45 jaar Z-historie!
Z1 – 1973
Viercilinder lijnmotor, DOHC, 8 kleppen, boring x slag 66,0 x 66,0 mm, 903 cc, 82 pk, 230 kg
De stamvader van de huidige Z-generatie, eind 1972 gepresenteerd op de motorshow van Keulen. De ontwikkeling was al in 1967 gestart. Een ambitieus project, want een viercilinder lijnmotor was in die tijd nog iets heel bijzonders, en eigenlijk uitsluitend voorbehouden aan racemotoren. In eerste instantie had die Z1 een cilinderinhoud van 750 cc, maar dat veranderde drastisch toen Kawasaki in 1969 voorbij werd gestreefd door Honda met de CB750 Four. Dat ze bij Honda met eer gingen strijken, deed even pijn in het Kawasaki-hoofdkwartier in Kobe, maar onmiddellijk werd besloten dat de uiteindelijke Z1 een motor moest worden die de Honda op alle fronten zou overtreffen. Lees: meer cilinderinhoud, meer vermogen en vooral ook een hogere topsnelheid. Met 903 cc, 82 pk bij 8.500 toeren en een top van 211 km/uur slaagde Kawasaki glansrijk in die opzet; de Z1 was de overtreffende trap van alles wat er tot dusver was geweest. De Z1 kreeg dan ook al snel de bijnaam ‘King of the Road’.
Z650 – 1976
Viercilinder lijnmotor, DOHC, 8 kleppen, boring x slag 62,0 x 54,0 mm, 652 cc, 64 pk, 211 kg
De zoon van de Z1, zo werd de in 1976 gepresenteerde Z650 ook wel genoemd. En dat had alles te maken met de designer van deze 650: Ben ‘Mr. Z1’ Inamura. Maar je zou het ook aan de rijeigenschappen kunnen toedichten, want de 650 was makkelijker handelbaar dan de dikke 900. In die zin combineerde de Z650 de handelbaarheid van een 500 met de vermogensbeleving van een 750.
Z1000 – 1977
Viercilinder lijnmotor, DOHC, 8 kleppen, boring x slag 70,0 x 66,0 mm, 1.015 cc, 83 pk, 240 kg