Herfsttoer Rijndal
Vanaf half oktober draait de herfst zijn kleurenregelaars op de allerhoogste stand. Bonter wordt de natuur niet, de perfecte tijd kortom om nog even snel de motorfiets uit de garagebox te rollen voor een verkwikkende tour, bijvoorbeeld naar het beroemde Rijndal. Misschien is het immers wel de laatste kans op een mooie rijtoer dit seizoen!
Twee dagen. Precies twee dagen hebben we nog, want de weersvoorspelling dreigt vanaf maandag met een onverwacht einde aan het rustige herfstweer. Een depressie zou de Indian Summer meedogenloos de nek kunnen gaan omdraaien, zo wordt voorspeld. Begin november kan dit direct een plotseling eind betekenen van wat weer een enerverend motorseizoen was. Bang om de boot te missen? Welnee, liever maken we gebruik van de belofte dat ons nog twee mooie dagen worden geschonken. Temeer omdat deze tijd van het jaar doorgaans de meest kleurrijke is. Althans wanneer de bladeren genoeg tijd krijgen om geel, oranje of rood te kleuren voordat een saaie noordwesterstorm ze van de takken heeft geblazen. Dit jaar zou het kunnen gaan lukken.
Omdat we eerst nog een kleine 300 kilometer voor de boeg hebben voor de pret achter Koblenz begint, zit uitslapen er vandaag niet in. Het is nog donker als de wekker door de stilte van de nacht heen rinkelt. Een vlug ontbijtje, een kop koffie is echt een must, tanktas vastmaken en naar buiten de verrassend koude ochtend in. In ieder geval helpt de kou met wakker worden. Zuidelijk van Koblenz beginnen de zestig mooiste rivierkilometers van de Rijn, het door de Unesco tot werelderfgoed benoemde Midden-Rijndal. De paar uur er heen bij een temperatuur van net boven nul graden is niet echt een feest. We pakken nog een klein stukje van het Moezeldal mee, maar dat verbergt zich deze ochtend nog in bijtend koude mistbanken. Ook de Moezel zelf laat zich niet zien, vanaf de brug bij Löf is niet eens de rivier zichtbaar, te gesloten flakkert de mist voor onze ogen. We kruipen het oude bergrittraject nabij Alken omhoog, geweldige bochten, maar wel vochtig en versierd met bladeren. Niet geschikt voor een sportieve lijn, nog niet. Omhoog de Hunsrück in, de mist verandert van diepgrijs naar lichtgrijs, een beetje geel komt er doorheen en – hopla! – plotsklaps komt er een einde aan de grijze brij. We worden verblind door warm licht, een diepblauwe hemel, er is geen enkel wolkje aan de hemel. Typisch voor de herfst, van smerige-natte-kou naar warm-zonnige-droogte binnen tien meter. Wat een warm en zacht licht! Fotograven en schilders zijn hier gek op.
Het liefst blijven we nog een tijdje hier boven in de Hunsrück, want het Rijndal hangt nog compleet vol met mist. We meanderen over kleine wegen, gewoon onze neuzen achterna, over oranje oplichtende lanen, en zuigen de warmte en het licht in ons op. De V-twin brabbelt terughoudend voor zich uit, moet nog even geduld hebben totdat de wegen zijn opgedroogd. Pas tegen de middag trekt de mist op in het dal. Het wordt tijd dat we via een van de vele kleine bochtenrijke wegen afdalen naar de Rijn. Maar niet helemaal naar beneden tot aan de B9, kort ervoor slaan we af. De wirwar van smalle wegen in die zich kronkelend een weg banen door de wijnbergen. Die lichten nu op in een knallend gele kleur en bieden oneindig vele fotomotieven en de beste panorama’s op de grote rivier. Zo adembenemend mooi kan het Rijndal tijdens de Indian Summer zijn!
Bij een oude houten bank op een prachtige uitkijkplek hoog boven de Rijn stoppen we en zetten de motoren op de standaard. De Ducati knistert ongeduldig na in de stilte Op de Rijn tuft een oud vrachtschip gemoedelijk stroomopwaarts, uit de thermoskan dampt hete thee en de thermometer geeft een temperatuur van 13 graden aan. Perfect! We gaan weer verder, waaieren vanaf Boppard over het inmiddels droge wegdek van het grandioze bochtentraject omhoog tot aan de bergweg van de Hunsrück. Eindelijk kan de Scrambler flink de bink uithangen, gaat ondanks de relatief dikke achterband met een enorm gemak en een waanzinnige precisie door de vele bochten. Hij is waarschijnlijk gewoon superblij met het laatste uitje van dit seizoen.
Fleckertshöhe, Hungenroth, Utzenheim, Urbar; smalle en bochtige wegen en bijna geen ander verkeer. Het wegdek is niet zelden pokdalig met gaten, wat de nukkige vering van de Ducati helemaal niet bevalt. Dan het uitzicht van hoog boven op rivier beneden met de Loreley, de beroemdste rots aan de Rijn, en vervolgens gaat het weer verder door de wijnbergen naar beneden naar Oberwesel. Waardigheid wordt verleend door de Schönburg, wier silhouet zich in het tegenlicht van de namiddagnevel schilderachtig verheft op haar leistenen kegel. Burchten, nergens zijn er meer te vinden dan hier. Eenendertig middeleeuwse muurwerken tronen aan beide kanten van de Rijn, allemaal op plekken met een waanzinnig uitzicht. Voor de kasteelheren in de dertiende en veertiende eeuw had de keuze van de bouwplek twee redenen: strategisch op een veilige plek en dan ook nog eens behoorlijk tol te kunnen incasseren van de langsvarende schepen. Struikroverij in de middeleeuwen. Vandaag de dag vormen de burchten het toppunt van de vaak op de proef gestelde Rijnromantiek. Vooral in de zomer gaat deze romantiek maar al te vaak onder in kitsch, lawaai en commercie.
Vijf uur, de zon is al achter de horizon gezakt. Gaat de dag sneller voorbij dan anders? Of ligt het aan de tijdomschakeling, die elke herfst weer zo verrassend plotseling daar is, net zo als Kerstmis? Voordat het helemaal donker is, zoeken we in Bacharach een hotel in de oude binnenstad. En die heeft veel te bieden. Prachtige vakwerkhuizen, robuuste stadstorens en een vette vestingmuur. Sommige gebouwen zijn meer dan 700 jaar oud. En ze verkeren nog altijd in een topconditie. Vraag je je toch af hoe een gemiddeld kantoorpandje er over een jaar of 700 uitziet. Waarschijnlijk toch iets minder indrukwekkend…
Ten zuiden van Bacharach wordt het ansichtkaartengehalte van het Rijndallandschap wat minder. In de buurt van Bingen is het dan definitief gedaan met het schilderachtige karakter, de saaie vlakte strekt zich uit en de rivier zet een punt achter het almaar maken van bochten. Zelf willen wij dat natuurlijk niet. We enteren de veerpont en gaan richting het Wispertal. Een heerlijke weg, de Ducati mag door de bochten schrapen, waaraan niet alleen de machine zeer groot plezier beleeft. Omhoog naar Espenschied, door de kleurig oplichtende beukenboombossen naar Niederwallmenach. Linksaf naar Bornich en weer naar beneden naar de Rijn. Het zijn al deze prachtige wegen, die aan beide kanten van het dal met vele bochten hoog de bergen in gaan, die ervoor zorgen dat we continu een brede glimlach op het gezicht hebben.
Nabij Kaub verbazen we ons over de meest spectaculaire van alle Rijnburchten, Pfalzgrafenstein. Deze werd 650 geleden als een middeleeuws fantasieslagschip gebouwd op een klein eiland middenin de rivier. Bij behoorlijk hoog water verandert het bouwwerk in een semi-onderzeeër. Wat een moedig idee om hier te gaan bouwen, maar uiterst doeltreffend en buitengewoon rendabel, want geen enkele schipper is het gelukt zich hier ongezien een weg langs te banen. De tolheffingen vulden de eikenhouten schatkisten in een handomdraai. Vrachtwagentolheffing in de middeleeuwen.
Intussen nadert stilletjes de voorspelde stormdepressie, veel vroeger dan verwacht. Donkere wolken rollen over de bergen, krachtige windvlagen plukken de bonte bladeren van de bomen, wervelen ze in ongeordende formaties door de lucht. In ieder geval laten de wolken nog geen water door, maar onze relaxte nazomerstemming komt toch een beetje in de verdrukking. Een eerste blik op de buienradar geeft een rustig gevoel, de blauwe vlekken formeren zich pas boven Luxemburg, te ver weg dus om ons te bedreigen met een fikse wasbeurt. Toch geven we maar wat meer gas, maken flink wat bochten in St. Goarshausen omhoog naar een adembenemende uitkijkplaats hoog boven de rivier. Zonder twijfel een van de mooiste in het Midden-Rijndal. In een elegante dubbele bocht baant zich de Rijn een weg door de bergen, op de voorgrond troont Burg Katz bovenop de rotsen. Een dubbellang vrachtschip drift door de nauwe bocht vlak onder de Loreley. Hopelijk laat de schipper zich niet afleiden door al het moois om vervolgens met zijn schuit langs de rotsen de schrapen, zoals vele anderen al voor hem overkwam.
Over afleiden gesproken, de wolken worden dikker en donkerder. Het wordt de hoogste tijd om op te krassen. Maar toch maken we nog enkele ommetjes de bergen in. Zoals de kleine landweg die bij Burg Maus het dal verlaat. Deze slingert zich via Dalheim en Dachsenhausen naar Braubach en komt dan onder de monumentale Marksburg – de enige burcht aan de Rijn die nooit werd verwoest – weer bij de rivier uit. Dan de leuke kleine veerpont pakken en de prettige weg omhoog naar Pfaffenheck onder de wielen nemen. De eerste druppels beginnen te vallen. Weer blijkt de buienradar niet te vertrouwen. Wat maakt het uit. We hadden bijna twee dagen. Twee dagen, die niet intensiever hadden kunnen zijn. De heerlijke V-twin gevoeld van de Ducati, we zijn over geweldige bochtige wegen gereden, hebben ons verbaasd over kakelbonte bossen en wijnbergen, het wonderschone Rijndal beleefd en de waarschijnlijk laatste kans van dit jaar volop benut. Deze twee dagen pakt ons niemand meer af!