Hans Kleinpenning – Suzuki T500
« Terug naar Mijn TrotsOp zijn negentiende reed Hans Kleinpenning (70) al op deze Suzuki T500. Een jaar en 15.000 kilometer later verkoopt hij hem weer, maar als hij vorig jaar op zoek is naar een projectje komt hij bijna vijftig jaar na dato zijn eigen T500 weer op het spoor. “Het bleek mijn eigen motor! Onbegrijpelijk!”
“Motorrijden zit bij mij in de familie. Mijn vader zat bij de brandweer en moest daar met de motor de weg vrijmaken en ook m’n zus reed. Niet verwonderlijk dus dat ook ik al voor mijn achttiende op de motor zat. Ik begon met een Honda 350 tweecilinder, volgens mij een Super Sport. Die had drieduizend kilometer op de klok, was drie maand oud en kostte mij toen drieduizend gulden. Daar heb ik tot de winter mee gereden, toen heb ik ‘m ingeruild voor een Mini om de winter mee door te komen. Na de winter kon ik die Mini weer inruilen en heb ik uiteindelijk een Suzuki T500 nieuw gekocht voor net geen vierduizend gulden. De Suzuki en andere Japanners liepen echt een stuk harder dan de Nortons en BMW’s die bij ons in het dorp reden. Die stuurden wel een stuk beter, maar met een Suzuki 500 hoorde je erbij!”
“Met de Suzuki heb ik maar een jaar en ongeveer 15.000 kilometer gereden. Ik zat in dienst dus doordeweeks reed ik er mee naar de kazerne in Vucht, en in het weekend gingen we met een paar jongens uit het dorp naar de wegraces door heel Europa. Elk weekend zaten we wel bij een race, hele mooie tijd was dat. Na een jaar kwamen de Honda 750’s opzetten, dus ik verkocht de Suzuki en ging weer een stapje hoger. Ik heb daarna nog wat wegmotoren gehad en vervolgens veertig jaar gecrosst. Tot een paar jaar geleden mijn pensioen eraan kwam en ik toch wat wilde gaan doen met m’n tijd. Ik heb toen eerst een DAF 33, mijn eerste auto, opgeknapt en wilde daarna hetzelfde kunstje nog een keer doen, maar dan met een motor. Vorig jaar ben ik wezen kijken bij een Suzuki 350 in Dronten, ook een leuk ding, maar ik dacht ‘laat ik nog even verder kijken’. Toen kwam ik die avond via Marktplaats deze T500 tegen. De kentekenplaat, VZ-13-11, kwam me al enigszins bekend voor. Dus ik heb snel foto’s van vroeger opgezocht, en toen bleek het gewoon om mijn eigen motor te gaan! Onbegrijpelijk! Ik heb meteen die man gebeld om te vragen of er een deukje in de tank zat. Dat wist ik namelijk nog, toen ik ‘m net had gekocht liep er iemand tegenaan en zat er dus een heel flauw deukje in de tank. ‘Wacht even, ik loop er even heen’, zei die man. En inderdaad, het deukje zat er nog precies zo in! Dus ik heb uiteindelijk mijn eigen motor teruggekocht.”
“Ik ben er eerst mee gaan rijden, want dat kon nog gewoon, en in de winter heb ik ‘m opgeknapt. Dat was ook wel nodig, want er was weliswaar niet veel veranderd aan de T500, maar hij was wel héél erg gedateerd. Een deel heb ik laten doen, zoals het frame poedercoaten, het blok laten reviseren en al het chroom- en polijstwerk. Zelf heb ik onder andere de kabelboom vernieuwd en er nieuwe tellers opgezet. Al met al was het nog behoorlijk wat werk, eigenlijk is alles vernieuwd. Ik heb ik er uiteindelijk de hele winter over gedaan, maar hij is nu zo goed als af. Ik moet alleen nog aan de gang met een lekkage bij het oliepompje van de tweetaktolie, en de koppeling is nog niet lekker. Maar verder is ‘ie bijna weer fabrieksnieuw.
Ik rij er ook niet veel mee, op de nieuwe teller staat nu zo’n driehonderd kilometer. Net als vroeger ben ik nog steeds een mooi weer-rijder: als er regen aankomt dan ga ik niet. Ik denk niet dat de T500 ooit nog weggaat. Een van mijn kleinzonen is acht jaar oud en weet al precies wat een tweetakt en viertakt is. Ik heb ‘m laatst laten zien hoe je erop moet gaan liggen als je heel hard wilt gaan, dat vond ‘ie helemaal geweldig. En ik heb nog een paar schoonzonen die rijden, dus ik hoop dat de Suzuki in de familie blijft. Ze moeten maar kijken wat ze er mee doen later!”