GP Wegrace Sepang, Maleisië
Het aandachtig bestuderen en analyseren van beelden van de snellere Andrea Dovizioso en Maverick Viñales zette Marc Marquez op het goede spoor na een moeizame eerste trainingsdag in Sepang. Op zaterdag was hij de snelste tijdens de kwalificatietraining en in de race raasde hij naar zijn negende overwinning van het jaar. Zonder slag of stoot ging het echter bepaald niet. Marquez kreeg op zaterdag een gridpenalty en had tijdens de Grand Prix van Maleisië zijn handen vol aan Valentino Rossi. De onverslijtbare Italiaan gleed echter vier ronden voor het eind onderuit.
Voorafgaand aan het seizoen had Marc Marquez het circuit van Sepang aangestreept als één van de banen waar hij ‘niet kon aanvallen’. Tijdens de Grand Prix van Maleisië bleek daar echter niet zo heel veel van. Hoewel hij op vrijdag aanvankelijk worstelde, toonde hij in de kwalificatie zijn zeldzame talent om zich aan te passen aan snel veranderende omstandigheden. Marquez mocht dan nog onderuit glijden op het natte asfalt, hij klokte wel soeverein de beste tijd. Een start vanaf de pole werd hem echter niet gegund: in de kwalificatie zat hij Andrea Iannone hinderlijk in de weg, reden genoeg voor de wedstrijdleiding om hem een ‘gridpenalty’ te geven. Omdat Marquez ook al in Amerika voor eenzelfde overtreding was bestraft – en ook daar de pole moest inleveren – werd de wereldkampioen terug gezet naar de zevende startplaats. “Ik deed het niet opzettelijk”, haalde Marquez zijn schouders op. “Voor mij was het belangrijkste dat ik de snelste was.”
Of Marquez ook op zondag de snelste was, bleek achteraf een irrelevante vraag. Al in de eerste ronde had hij ternauwernood een slide van het voorwiel overleefd; de achter hem rijdende Iannone schrok en remde zichzelf onderuit. Na een voortreffelijke start vanaf de derde rij werkte Marquez zich eerst langs Jack Miller en daarna langs polesitter Johann Zarco. Daarna had Marquez alleen nog de vastbesloten Valentino Rossi voor zich. Vanaf de tweede startplaats had Rossi direct na de start de kop opgeëist. Zelfs de toekijkende Jorge Lorenzo toonde zich onder de indruk. “Ik heb Valentino nog nooit zo constant gezien”, twitterde Lorenzo over zijn voormalig teamgenoot. “Meer dan tien ronden binnen een tiende seconde op het warmste en langste circuit maakten indruk.”
Zestien ronden reed Rossi op kop, zo lang had hij niet meer geleid sinds de Grand Prix van Groot Brittannië toen hij zeventien van de eveneens twintig ronden het veld aanvoerde. De vrees dat de Yamaha niet zou kunnen omgaan met de hoge asfalttemperaturen bleek ongegrond. Maar juist toen Yamaha’s eerste ‘back-to-back’-overwinning sinds de eerste twee wedstrijden van vorig jaar een reële mogelijkheid leek, gleed Rossi in de langzame eerste bocht onderuit. Zo beroofde hij de ruim 100.000 toeschouwers van een spannende finish. “Ontzettend jammer”, baalde Rossi. “Ik voelde me goed en ik pushte hard. Ik had hier de kans om te winnen, maar helaas vier ronden voor het einde… Ik weet niet wat er gebeurde, maar ik maakte een fout, want ik crashte.”
Marquez kreeg zo zijn negende overwinning van het jaar op een presenteerblaadje aangeboden. De vreugde om zijn zeventigste GP-zege was er echter niet minder om. Bovendien betekende de overwinning ook Honda’s 24e constructeurstitel, de zevende in acht jaar. “Het was een hele zware race”, gaf de Repsol/Honda-coureur toe. “Starten vanaf de zevende plaats betekende extra motivatie, want vanaf de derde rij had ik nog nooit gewonnen. Ik startte goed, maar de eerste ronde was niet de beste van mijn carrière. Ik zag dat Valentino vanaf het begin pushte en ik begon ook te pushen. Ik reed alsof het de kwalificatie was, maar mijn banden werden te heet. Toen ik Johann inhaalde, werd het lastig. Valentino leek niet ver weg, maar ik voelde me niet op m’n gemak. Toen zei ik ‘wees slim, kalm aan, voel wat de banden doen’. Dat deed ik en daarna begon ik me beter te voelen. Tiende voor tiende kwam ik dichter bij Valentino en dat was weer extra motivatie. Ik reed puur op instinct, op de limiet, maar hij ook. Ik zat op 0,6 en hij ging wijd. Misschien wilde hij niet de voorsprong verliezen, maar hij crashte. Daarna heb ik genoten van de laatste ronden.”
Marquez had zich verbaasd over de snelle Yamaha’s in Sepang. “Ze waren extreem snel. Valentino, maar ook Johann, hadden een waanzinnige acceleratie en grip. Ik weet niet hoe de banden het deden, maar ik kwam er niet bij. Vanaf dat moment realiseerde ik dat het moeilijk ging worden. Maar ik bleef pushen, op de grens. Omdat je ook niet weet waar de grens van de ander is. Ik ben trots, want op een circuit waar we het anders moeilijk hebben, waren we er weer. Vaak nemen we het op tegen Ducati, nu tegen Yamaha. En we moeten verbeteren, want de concurrentie doet dat ook. Kijk naar Yamaha: iedereen zegt dat ze niet zo goed zijn, en ‘boem’, ze staan er.”
Zijn machine was niet perfect en meer troeven had hij niet achter de hand, beaamde Marquez. Verlost van de druk van het behalen van een wereldtitel, was hij bereid om zijn eigen grenzen te verder op te rekken. “Ik heb dit weekend misschien wel tien crashes opgevangen op m’n elleboog. Dat betekent dat we pushen. Als ik de titel nog niet had gehad, had ik niet zoveel risico’s genomen.”
Hoewel Marquez vrijwel elk weekend wel een of meerdere malen zijn ellebogen en knieën moet gebruiken om een crash te voorkomen, noopte de niet perfecte set-up de Spanjaard tot vaker ingrijpen dan hij wel wilde. “We gebruiken nu een compleet andere set-up dan aan het begin van het seizoen en eerst dacht ik dat het aan die eerste set-up lag. Elke ronde en elke sessie op de grens rijden, zorgt er voor dat ik een speciaal gevoel heb op de motor. Als ik de voorkant verlies, druk ik meteen de elleboog tegen het asfalt. Ik begrijp meteen of ik hem kan redden of dat ik hem moet laten gaan. Ik weet niet hoe ik het doe, maar ik denk dat het een natuurlijk iets is.”
Gehuld in een kampioensshirt van zijn VR46 Academy-pupil Francesco Bagnaia deed Rossi zijn verhaal. Dat hij de doop op zijn eerste zege was sinds de Dutch TT van vorig jaar zo kort voor het einde van de race zag vervliegen, kwam hard aan bij de 39-jarige publiekslieveling. “Het was mijn beste race van het jaar”, vond Rossi zelf. Die race beëindigde hij echter als achttiende. “Ik ben er kapot van. We leefden vijftien ronden lang in een droom.” Eerder op de dag had hij een traantje gelaten bij de eerste Grand Prix-overwinning van zijn halfbroer Luca Marini en had hij met Bagnaia de eerste wereldkampioen van ‘zijn’ Team Sky VR46 begroet. “Als ik zelf had gewonnen, zou het de mooiste dag van mijn leven zijn geweest.”
Terwijl Yamaha’s Motor Racing Managing Director Lin Jarvis zei dat het team er in was geslaagd om inderdaad de acceleratie van de M1 te verbeteren, vertelde Rossi dat verbeterde settings hem hem een stuk competitiever hadden gemaakt. “Het lijkt in ieder geval alsof we meer uit de machine kunnen halen. Nu moeten we afwachten of we ook in Valencia sterk zijn, want dat is één van onze moeilijkste banen.”
Teamgenoot Maverick Viñales presteerde vanaf de eerste training sterk, maar in de natte kwalificatie strandde hij op de elfde startplaats. Foeterend op zijn team, omdat hij meende geen goede set-up te hebben gekregen voor de natte baan, begon Viñales weer zeer behoudend aan de race. In de eerste vijf ronden verspeelde de winnaar van de Australische Grand Prix al 5,3 seconden op zijn toen leidende teammaat Rossi en na twintig ronden bedroeg Viñales’ achterstand op winnaar Marquez slechts 4,6 seconden. “We hebben de race in de kwalificatie verloren”, luidde zijn analyse. “Tegenwoordig zijn de verschillen in de MotoGP zó klein…. En je weet dat de banden meer slijten als je van achteren moet komen. Ik was dicht bij het podium, maar vier ronden voor het eind was de band op. Ik kon niks meer doen. De machine was goed en als ik verder naar voren was gestart, had ik een kans gehad om te winnen. Belangrijk is dat we op drie verschillende banen beter waren.”
Na de met een respectievelijk achtste en tiende plaats voor Rossi en Viñales dramatisch verlopen Grand Prix van Aragon verzuchtte Rossi nog dat zijn eerste kennismaking met het 2019-blok geen wederzijds genoegen was. “Ik hoop niet dat dit de uiteindelijke versie is”, aldus de Italiaan toen. Team Director Massimo Meregalli gaf toe dat de veelbesproken elektronica niet de enige tekortkoming van de 2018-M1 was. “Ook het karakter van de motor”, dacht Meregalli. “Dat zal volgend jaar zeker soepeler zijn en dat gaat helpen. En deze huidige banden moet je managen. De ‘rideabality’ is voor mij fundamenteel. In veel wedstrijden konden we er tot een bepaald moment bij blijven en dan vielen we terug. Daarom moeten we werken aan de elektronica en aan het motorkarakter. We zullen daar mee beginnen na de Grand Prix van Valencia, vervolgens hebben we de test in Jerez en tijdens de wintertest in Sepang volgend jaar zullen we iets hebben dat echt anders is. Yamaha brengt nooit radicaal andere dingen, maar het wordt zeker een verbetering.”
Wat de Yamaha-fabriekscoureurs niet lukte in Sepang, kreeg Johann Zarco wel voor elkaar. Hij reed met de 2016-M1 naar het podium, zijn eerste sinds de Grand Prix van Jerez. Toch kon ook hij één ronde voor het einde de opstomende Alex Rins niet achter zich houden. Vanaf de achtste startplaats werkte de Suzuki-coureur zich knap naar voren, passeerde de tegenvallende Danilo Petrucci, de terugvallende Jack Miller, de met grip worstelende Andrea Dovizioso, Dani Pedrosa en uiteindelijk ook Zarco. Opmerkelijk was dat Rins zijn vierde podium behaalde met een Suzuki die op donderdagochtend in de pitlane nog in lichterlaaie had gestaan door druppels brandstof op een gloeiende uitlaat. Zijn monteurs wisten de GSX-RR voor tachtig procent te redden en Rins reed er op zondag de snelste ronde mee – zijn eerste in de MotoGP. “Het was een heel zware race”, sprak een blije Rins. “In de eerste paar ronden hadden we het heel moeilijk. Op de rechte stukken verloren we heel veel op de Ducati’s en ze remmen ook heel hard. Valentino en Marc konden we in het begin niet bijhouden. Toen ik achter Pedrosa zat, kostte me dat ook een paar ronden. Maar aan het eind kwam ik ook bij Johann aan. Suzuki doet het hele seizoen al heel goed werk en vooral vanaf halverwege het seizoen, in Assen, hebben we echt een stap gezet met een blok met meer topvermogen. Daarmee konden in de slipstream blijven van de anderen en mijn eigen ervaring zorgt er ook voor dat ik de elektronica en de banden beter ben gaan begrijpen.”
Rins’ tweede plaats markeerde Suzuki’s achtste podiums in 2018, een evenaring van het aantal top 3’s van Chris Vermeulen en John Hopkins in 2007. “ Andrea (Iannone) en ik hebben er allebei vier. Dus we strijden ook onderling. Kijken wat er gebeurt in Valencia.”
Inmiddels deelt Rins de vijfde plaats in de tussenstand met Zarco. “Het sterke begin was de sleutel voor het podium”, vertelde de Fransman, die in de overzeese GP’s uit een diep dal kroop. “Ik had een hele goede start, maar Valentino kon ik niet pakken. Ik volgde hem en dat was goed genoeg. Maar ik maakte een foutje en Marc kwam voorbij. Ik kon wel een goede pace houden met een goed gat naar achteren. Toen Valentino crashte, zag ik dat Alex echt sneller was dan ik. Ik wilde hem nog weer inhalen, maar ik ging er bijna af en de derde plaats is ook geweldig.”
Net als vorig jaar is Zarco de hoogst geklasseerde ‘Independent Rider’ in de stand, voor de geblesseerde Cal Crutchlow en Danilo Petrucci. Hoe Zarco fraai de top 3 ook binnenreed, het thuispubliek had waarschijnlijk meer oog voor de prestatie van zijn teamgenoot Hafizh Syahrin. Overmand door emoties op de grid viel hij voor de start snikkend zijn vader in de armen. Vervolgens reed de Maleisische thuisheld heel knap van de laatste startplaats naar de tiende positie.