Nieuws

GP Wegrace San Marino en Indonesië

De Grand Prix van Emilia Romagna bevestigde nog eens enkele huidige hot topics in MotoGP. Een verbetering van het racerecord van 18,5 seconden toonde weer eens aan dat de MotoGP in 2024 een nieuw niveau heeft bereikt. Inhalen kan vaak alleen met manoeuvres die op of over het randje gaan. Zo won Enea Bastianini de tweede race op Misano, vóór een boze Jorge Martin, terwijl Pecco Bagnaia crashte. In Indonesië hielden de twee titelkandidaten elkaar aardig in evenwicht.

De Grand Prix van Emilia Romagna paste perfect in het beeld de MotoGP anno 2024, waarin vooral vanwege de toegenomen invloed van aeropakketten inhalen extreem lastig is geworden. Daarom worden grenzen afgetast, verlegd en overtreden. En dan afwachten hoe het ‘Panel of Stewards’, dit jaar nog onder leiding van Freddie Spencer daar over oordeelt. De razendsnelle race op Misano werd gekenmerkt door twee momenten: de val van polesitter Pecco Bagnaia en de beslissende inhaalactie van Enea Bastianini op de verdedigende raceleider Jorge Martin. Bagnaia nam met een fraaie actie in de tweede bocht na de start de leiding over van kopstarter Jorge Martin en voerde vervolgens drie ronden het veld aan. Daarna nam Martin het over en ook Enea Bastianini passeerde zijn teamgenoot. Toen Bagnaia 3,5 seconden achter Martin reed, klokte hij de snelste vier verblufte ronden van de race – inclusief een nieuw ronderecord – en verkleinde het gat tot 2,1 seconden. Daarop crashte de wereldkampioen, zijn derde val in een Grand Prix in 2024. De verblufte Ducati-coureur wees nadrukkelijk naar zijn Michelins. De racecrash gebeurde volgens zijn data bij een hellingshoek van 32 graden.

“En bij 32 graden crash je normaal niet”, aldus Bagnaia. “Ik remde zelfs 18 meter eerder dan tijdens mijn snelste ronde. Toch verloor ik de voorkant, alsof ik over een hobbel reed – die daar niet is.” Ook de achterband voelde volgens Bagnaia vreemd, die vaststelde dat na een paar snelle openingsronden de achterband een groot verval kende, om vervolgens weer vanaf ronde 15 optimale grip te bieden. In de 21e ronde hield het op voor de hoofdschuddende titelverdediger. Michelin liet weten de band te zullen onderzoeken. “Ik heb nog nooit een rijder horen vertellen dat zijn achterband weer ging werken na vijftien ronden. Ik denk dat dat voor iedereen geldt.” Bagnaia realiseerde zich dat hij dit seizoen al ’te veel kansen’ had laten liggen. Hij wilde niet zeggen dat hij de race had kunnen winnen. “Alleen de finish halen was al mooi geweest.”

Vanaf de vijfde ronde schaduwde Bastianini WK-leider Martin. Bastianini’s controversiële actie kwam in de laatste ronde, in bocht 4. Bastianini remde later en dwong (na minimaal contact) Martin van de baan. Ook zelf kwam Bastianini naast de kerbstones terecht, omkijkend naar een woedend zwaaiende Martin. Toen hij vijf seconden na winnaar Bastianini over de streep kwam, liet de Spanjaard in gebaar nogmaals weten wat hij van Bastianini’s inhaalmanoeuvre vond. Tot veler verbazing bleef het Stewards Panel stil. Als Martin bij de inhaalactie ten val zou zijn gekomen, hadden de Stewards zich – volgens de regels ook – beslist laten horen. Dat de actie minimaal op het randje was, ontkende Bastianini niet. “Mijn enige kans was om daar aan te vallen. Hij probeerde de deur dicht te gooien. Ik zat op de grens met de voorband, maar kon insturen en ik won”, luidde Bastianini’s korte analyse. Zijn tweede seizoenszege was meteen Ducati’s honderdste overwinning in de MotoGP. Ook in 2022, in duel om de winst met Bagnaia, had Bastianini het in diezelfde bocht geprobeerd. “Toen viel ik aan en maakte ik een fout, waardoor ik wijd ging. Dat kostte me toen de kans op de overwinning. Het was een groot risico om in die laatste ronde daar binnendoor te gaan.”

Nadat Martins aanvankelijke boosheid was gezakt, feliciteerde hij Bastianini met de winst. Zijn mening over de inhaalactie stelde hij echter niet bij. “Ik wist dat Enea er aan kwam, maar ik was kalm”, aldus Martin, die twintig punten uitliep op Bagnaia. Na diens crash probeerde Martin vooral met zijn verstand te rijden. “Ik vind dat de actie absoluut een beetje te veel van het goede was. Hij bleef ook niet op de baan.” Dat de Stewards zich niet meldden, schiep volgens Martin wel duidelijkheid. “Dus de volgende keer als ik hetzelfde doe, verwacht ik zeker ook geen reactie.”
Bagnaia’s val promoveerde Marc Marquez naar een onverwachte derde plaats. Ook de voor hem rijdende Pedro Acosta maakte het Marquez makkelijk door in de negende ronde te vallen. Over zijn eenzame race, met een finish op bijna acht seconden van Bastianini en een voorsprong van 1,3 seconden op vierde man Marco Bezzecchi, viel weinig te vertellen, erkende Marquez. Zijn oordeel over Bastianini’s inhaalactie was verhelderend. “Enea hield zijn machine niet binnen de lijnen en wat mij betreft zou hij daarom de plek terug moeten geven”, aldus Marquez. Dat Bastianini echter de actie inzette, begreep Marquez. “Met deze motoren is het de enige manier om in te halen. Dat hij het probeerde, is prima. Maar hij sprong over de kerbs. Daar kun je je vraagtekens bij plaatsen. Als hij binnen de lijnen was gebleven, was er wat mij betreft niks aan de hand geweest. De actie was clean, agressief en op de grens, maar het ging ook om de overwinning in de laatste ronde.”

Vorig jaar was Jorge Martin overduidelijk de snelste in de Indonesische Grand Prix. Maar halverwege de race crashte hij, met een voorsprong van drie seconden. Pas na de race van 2024 gaf hij ook toe dat die wedstrijd van vorig jaar als een zeurend trauma met hem mee had gereden. Die openheid kwam mogelijk omdat Martin dit keer niet alleen bleef zitten, maar ook van start tot finish leidde. Voor het eerst sinds de Franse Grand Prix won de Prima Pramac zo weer eens. Het was een zoete wraak. “Wraak na de crash van gisteren (in de Sprint, zie kader, red.) maar ook na die van vorig jaar”, lachte Martin. Zijn derde overwinning van het jaar was geen eenvoudige geweest, beaamde hij. “Mentaal was het heel ingewikkeld. In de dertiende ronde meldden de geesten van vorig jaar zich weer! Toen ik dat deel van de race achter me kon laten, was alles oké.” Foutloos blijven stond hoog op Martins ’to do’-lijst in Mandalika. “Misschien was ik dit weekend te zelfverzekerd. Ik voelde me heel sterk, alles ging zo goed dat ik te zeker van mezelf was en toen gleed ik onderuit (op zaterdag, red.). Dus ik moet alerter zijn.” Alert leek Martin in Indonesië echter zeker. Een pushende Pedro Acosta passeerde na de tweede doorkomst Misano-winnaar Bastianini en bracht Martins voorsprong van 1,3 seconden terug tot 0,6. Martin controleerde de race echter meesterlijk. “Hij kwam wel dichterbij, maar ik was heel kalm. Op een gegeven moment vond ik meer snelheid in het eerste deel van het circuit. Daardoor werd het gaatje weer wat groter. Ik had het onder controle, zonder alle risico’s te nemen.”

Acosta’s vierde MotoGP-podium was het resultaat van een constant weekend. Waar hij beide races in Misano ook sterk leek, bleef hij door crashes puntloos. Op Mandalika hield hij Martin de hele race scherp. “Ik probeerde hem binnen te halen, maar een ronde of tien voor het eind reed hij weer weg. Toen dacht ik dat een tweede plaats beter was dan weer crashen”, gaf Acosta het verstand voorrang. “We hebben een constantheid gevonden en het gevecht aangaan met de Ducati’s is niet makkelijk. We moeten tevreden zijn, want we komen steeds iets dichterbij.”

Een derde plaats was niet waar Pecco Bagnaia vooraf op had ingezet, maar na 27 zware ronden was het misschien wel meer dan waarop hij had gerekend. Duidelijk was dat er na een slechte start door een onverwachte reactie van de koppeling en een slappe openingsfase voor de wereldkampioen niet meer in zat. Twintig ronden reed Bagnaia rond op een fletse zesde plek, nadat hij in de eerste helft van de race ook nog werd belaagd door Marc Marquez en Fabio Di Giannantonio. Marquez moest halverwege de race zijn GP23 aan de kant zetten met een terminaal probleem (marshals blusten vervolgens het binnenbrandje met verkeerde brandblussers, met veel schade tot gevolg) terwijl Di Giannantonio in de negende van 27 ronden crashte. Toen Bastianini in een poging om Acosta te achterhalen over de grens ging, kwam voor Bagnaia plotseling de derde plaats in zicht. Binnen twee ronden passeerde hij Marco Bezzecchi en Franco Morbidelli en finishte 5,5 seconde achter Martin als derde. Bagnaia’s snelste ronde was bijna 0,2 sneller dan Martins beste rondje. “De verloren plekken terug winnen, was moeilijk”, erkende Bagnaia. “Maar na een tijdje werd ik weer snel. Toch kostte het me wel een rondje of tien om ‘Bez’ voorbij te gaan. Ik worstelde heel erg met de (betere) tractie van zijn motor. Toen ik hem eindelijk te pakken had, had ik minder moeite met Franky. Die zit op dezelfde motor als ik en ik weet beter wat ik dan moet doen. Meer dan dat, was moeilijk. Ik heb dit weekend punten goedgemaakt, dus het is goed.”
Bagnaia krabbelde inderdaad terug van 24 naar 21 punten achterstand. Met een maximum van 185 nog te winnen punten in vijf elkaar snel opvolgende Grand Prix-weekends is de strijd nog open.

Gerelateerde artikelen

Overzicht redactiemotoren

Overzicht redactiemotoren

3 oktober, 2024

Motorrijden is emotie en in dat licht beschenen komt deze Sportster S goed beslagen ten ijs. Niet alleen omdat het ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-