GP Wegrace Mugello, Italië
Het circuit van Mugello wordt al jaren in één adem genoemd met Valentino Rossi. Heel begrijpelijk, omdat de thuisheld er negen keer wist te winnen. Maar dit jaar bleek weer dat Jorge Lorenzo de échte Mugello-specialist is. Met zijn derde racezege op rij bevestigde Lorenzo zijn kandidatuur voor de titel. De strijd om die wereldtitel lijkt in 2015 tussen de twee Yamaha-mannen Lorenzo en Valentino Rossi te gaan, want Marc Marquez crashte voor de tweede keer dit jaar.
Jorge Lorenzo in topvorm is moeilijk te verslaan. Zeker als hij zijn vloeiende rijstijl maximaal kan benutten zoals op het schilderachtige circuit van Mugello. De wonderbaarlijke slinger is op Lorenzo’s lijf geschreven, en zelfs in mindere perioden weet hij tijdens de Italiaanse Grand Prix telkens weer het beste uit zichzelf te halen. Nadat hij in 2008 als MotoGP-rookie met een crash uit de race verdween, stond de Spanjaard er de jaren erna telkens op het podium – drie keer als tweede en drie keer als winnaar. Op de laatste dag van mei voegde hij er een vierde zege aan toe, met zelden vertoonde suprematie. En hoe hartstochtelijk de ruim 90.000 tifosi ook de longen uit het lijf schreeuwden voor Valentino Rossi, de klassementsleider verdiende niet meer dan een derde plaats. Na de Argentijnse Grand Prix, waar hij onder meer door problemen met de binnenvoering van zijn helm strandde op een weinig indrukwekkende vijfde plaats, bedroeg zijn achterstand op leider Rossi 29 punten; met zijn 57e Grand Prix-overwinning bracht hij het verschil terug tot slechts zes punten.
“Op donderdag bedacht ik me dat dit ons jaar zou kunnen worden”, vertelde Lorenzo na de race. “Het is nog erg vroeg om dat te zeggen, omdat je niet weet of je dit niveau vast kunt houden. De concurrentie is groet en er zijn nu nog twaalf races te rijden. Maar vijf yamaha-overwinningen in zes races wil in ieder geval zeggen dat onze motor erg goed. Zelfs hier in Mugello, waar Ducati sterk was. Tot de wedstrijd leken ze een zware tegenstander te worden, maar om twee uur was het anders. De omstandigheden waren anders en ik was de enige die hoog in de 1.47 kon rijden. Soms kon ik 0,6 of 0,7 seconde per ronde wegrijden.”
In de laatste ronde nam de zeer zelfverzekerde Lorenzo uitgebreid de tijd om te zwaaien naar het publiek en nog altijd bedroeg zijn voorsprong op de verrassende tweede man Andrea Iannone 5,5 seconde. In de openingsronde nam de agressieve Lorenzo enig risico om zich snel mogelijk de leiding op te eisen toen hij buitenom kopstarter Andrea Dovizioso stuurde. Dat de Ducati-coureur wuivend naar de fans in de outlap van de warm-up met koude banden was gevallen, was Lorenzo niet ontgaan. “Ik dacht dat Iannone sterker zou zijn dan Dovizioso en daarom wilde ik hem tussen mij en de rest in hebben, zodat ik een gat kon slaan. Ik heb als een gek gereden.”
Hoewel hij in de kwalificatie genoegen moest nemen met de tweede startplaats achter de verbluffende Iannone, wist iedereen dat de favorietenrol bij Lorenzo lag. In de race bleek hij daar geen enkele moeite mee te hebben. Met de wetenschap dat Valentino Rossi al voor de tiende achtereenvolgende race (sinds Japan 2014) op het podium stond – ‘hij is bezig aan een ongelooflijk seizoen’ – hield Lorenzo nog wel een duidelijk voorbehoud op een mogelijke derde MotoGP-wereldtitel. En bovendien is er altijd nog Marc Marquez, wenste Lorenzo te benadrukken. Voor hem was de tweevoudige MotoGP-wereldkampioen geen gevallen held. “Er zijn kampioenen van een grotere achterstand terug gekomen dan hij”, bleef Lorenzo voorzichtig en vooral diplomatiek.
Want Marc Marquez was in Mugello de grote verliezer. Niet eerder in zijn MotoGP-jaren worstelde de Mugello-winnaar van 2014 als dit keer. In zijn ‘slipstream’ trok hij ook Honda mee, want het werd andermaal duidelijk dat de problemen meer bij de fabrikant lagen dan bij de coureur. Voor de derde keer in zes races ontbrak een Honda-rijder op het podium, en hoewel vierde man Dani Pedrosa met enige tevredenheid terug mocht kijken op zijn race, leken in Mugello de Honda-problemen zelfs vat te krijgen op de regerende kampioen Marquez. De man, van wie door menigeen vóór de start van het seizoen werd gezegd dat hij op weg zou gaan naar een derde MotoGP-titel, miste voor het eerst in zijn MotoGP-jaren de rechtstreekse kwalificatie voor de Q2 (waarin de snelste twaalf rijders de startopstelling bepalen) en in de laatste vrije training viel Marquez ook nog van zijn machine. In Q1, waarin de snelste twee rijders zich plaatsen voor Q2, waande hij zich wachtend in de pitbox veilig totdat hij door Yonny Hernandez naar de derde plaats werd verwezen. Niet eerder startte Marquez in de MotoGP buiten de top 12. Zichtbaar geïrriteerd beende hij uit de box naar de truck van het team. De gok om een softe compound te sparen voor Q2 pakte dramatisch verkeerd uit. “Ik verwacht dat Marquez er in de race wel bij staat”, had Lorenzo op zaterdag nog gezegd, en hij kreeg gelijk. Vanaf de vijfde startrij kapulteerde Marquez zich als een kamikaze naar voren – moeiteloos voorbij de als achtste gestarte Rossi – en na de eerste doorkomst had de Repsol/Honda-trots alleen Lorenzo, Dovizioso en Iannone voor zich. Een paar ronden later kwam hij zelfs als tweede voorbij, maar Dovizioso wees hem weer terug. Toen de Italiaan terugviel en uiteindelijk zelfs zijn machine naar binnen moest sturen vanwege een volledig versleten achtertandwiel, was Marquez samen met Iannone, Rossi en Pedrosa verwikkeld in een pakkende strijd om de tweede plaats. Zes ronden voor het einde verloor hij de controle over de voorkant en Marquez gleed roemloos onderuit. Een combinatie van factoren lag ten grondslag aan de crash. “Vorig jaar tijdens de test in Valencia zei ik al ‘als het blok zo aan blijft voelen, hebben we volgend seizoen een probleem’”, gaf Marquez een intrigerende analyse van de problemen waarmee Honda kampt. “Vervolgens kwamen we voor de wintertest in Sepang, en daar kregen we te maken met hogere temperaturen, een lang circuit, lange versnellingen en het agressieve karakter van het motor viel veel minder op. In Qatar was het weer een ander verhaal. Maar we hadden geen tijd om het blok te veranderen en daarom moesten we er het jaar maar mee beginnen. Nu weten we dat we op de verkeerde weg zijn.”
Honda, van oudsher een fabrikant die vermogen met hoofdletters pleegt te schrijven, zal de strategie moeten aanpassen, want de resultaten blijven ver achter bij het zeer succesvolle 2014. In de constructeurstitelstrijd bezet Honda de derde plaats en in de teamrangschikking staat het Repsol/Honda Team slechts vierde, 133 punten achter het Yamaha-fabrieksteam van Rossi en Lorenzo. Door het agressieve karakter van de motor worden de tekortkomingen van het chassis uitvergroot als de banden minder worden. Om de problemen van de achterkant in de loop van de race aan de voorzijde te kunnen compenseren, koos Marquez voor een hardere compound voor. “Elke bocht zat ik over de grens en dan kan het verkeerd gaan”, deed de teleurgestelde coureur zijn ontluisterende relaas. “Positief was dat de voorband eerst heel goed aanvoelde, maar toen de achterband minder werd, begon de machine bij het ingaan van de bochten veel meer te bewegen en te blokkeren. Daardoor wordt de belasting van de voorkant alleen maar groter en dat brengt risico’s met zich mee. Als ik niet kan remmen zoals ik wil, wordt het heel moeilijk.”
Een blik op de tussenstand stemde ook Marquez tot nadenken. “We werken er aan om het geheel te verbeteren, maar dat is niet eenvoudig. Ik stond 33 punten achter (op Rossi, red.) en dat was al veel en nu is het opgelopen tot 49. Maar oké, we blijven proberen.”
Marquez’ problemen worden extra vergroot door de opmars waaraan Ducati is begonnen. Andrea Iannone veroverde op zaterdag de eerste pole in acht jaar op Mugello – Casey Stoner ging hem voor in 2007 – en ondanks een haarscheurtje in zijn linker arm (aan het licht gekomen bij een controle na zijn crash in Le Mans) was de 25-jarige Italiaan een van de smaakmakers van het weekend. Dat Ducati na de GP van Jerez de voorkeur had gegeven aan een test op het circuit in de Toscaanse heuvelen in plaats van een een test in Spanje, was bepaald geen nadeel. Iannone’s start riekte naar een jumpstart, maar na uitgebreide bestudering van de beelden liet wedstrijdleider Mike Webb de Ducati-coureur vrijuit gaan Op de tanden bijtend, hield Iannone de aandringende Rossi achter zich en met een zwaarbevochten tweede plaats beleefde hij voor eigen publiek zijn beste MotoGP-resultaat. Iannone klom bovendien naar de vierde plaats in de WK-stand. “Dit is ongelooflijk, want na de trainingen had ik het erg moeilijk”, straalde ‘Crazy Joe’. “Mijn schouder (ontwricht in Frankrijk, red.) was erg pijnlijk en de mensen van de Clinica Mobile hebben me erg geholpen. De pijn was niet het grootste probleem meer, maar de kracht in mijn handen. Na de trainingen heb ik er aan gewerkt met een fysiotherapeut en een elastiek en dat hielp. Ik wist dat ik niet helemaal fit zou zijn en ik dacht ook wel dat Jorge, Dovi en Marc eerst sneller zouden zijn. Om Jorge bij te houden, had ik veel risico’s moeten nemen. Dat wilde ik niet. Aan het einde waren mijn banden nog goed en ik kon het ritme hoog houden.” Om die sterke eindsprint te bereiken, had Iannone uitgebreid met de Ducati-engineers gesproken. “De pace was op zaterdag niet goed. In de warm-up probeerden we iets met de set-up van de tweede machine en ik kon beter remmen. Dat was het grote verschil met de training en de reden dat het in de race beter ging.”
Rossi moest na een aarzelend begin toch Iannone in de laatste ronden laten gaan. Onder ovationeel applaus betrad Rossi wel het podium. De derde plaats – net als vorig jaar – zag hij echter als een positief resultaat. “Want ik was niet goed genoeg in de training. We hadden het lastig”, gaf Rossi toe. “Vooral in het begin van de race had ik het moeilijk met de nieuwe banden en de volle tank. Maar ronde na ronde werd dat beter en ik passeerde Crutchlow, Espargaro, Dani en Dovi. Ik wist dat het niet onmogelijk zou zijn om op het podium te finishen. Ik probeerde nog wel om Andrea in te halen, maar ik had niet genoeg over.”
Dat Rossi op de limiet reed, was te zien toen hij een enorme achterwielslide nog maar net wist op te vangen. Het goede nieuws was dat de Yamaha zo goed was én dat Dovizioso en Marquez punten hadden laten liggen in Mugello. “De situatie rond Marc is ongelooflijk. Niemand had verwacht dat hij na zes races vijfde zou staan in het kampioenschap. Het slechte nieuws is dat Jorge zo snel was. Ik had hier voor de fans graag met Jorge willen vechten, maar het was als in Jerez: ik was niet sterk genoeg.”