GP Wegrace Losail, Qatar (2)
Op zaterdag, na zijn vierde trainingstijd voor de Grand Prix van Doha, verzuchtte Jack Miller: “Nog één dagje, en dan wegwezen hier.” Dat dagje kwam, en het was er één die veel stof deed opwaaien. Voor Miller niet, maar zeker ook voor de fabuleuze Fabio Quartararo, de nieuwe klassementsleider Johann Zarco en diens verbijsterend sterke teamgenoot Jorge Martin.
Vorig seizoen leerde al dat twee opeenvolgende races op hetzelfde circuit niet per definitie resulteren in een herhaling van zetten. Overeenkomsten met de seizoensopener waren er onvermijdelijk, verschillen desalniettemin beslist ook. Net als zeven dagen eerder startte een Ducati-coureur vanaf pole, stond klassementsleider Maverick Viñales op de derde startplek, eindigden de Suzuki-rijders nipt naast het podium, net als die laatste zondag van maart sneuvelde het ronderecord in de wedstrijd en finishte Johann Zarco als tweede. Het leverde hem zelfs de leiding in het wereldkampioenschap op. Dat laatste feit, een novum in de MotoGP-carrière van de 30-jarige Fransman, sneeuwde onder in het tumult van 22 enerverende en vooral ook snelle ronden. Terwijl de race dankzij winnaar Fabio Quartararo bijna 4,7 seconden sneller was dan een week eerder, dook zelfs vijftiende man Miguel Oliveira onder de vijf jaar oude racetotaaltijd van Jorge Lorenzo. Er waren nog andere records: niet eerder finishte de top 10 in de MotoGP-klasse binnen 5,4 seconden, niet eerder zat er een minimale marge van 8,928 seconden tussen de winnaar en de vijftiende man – en niet eerder zat een Aprilia slechts 5,382 tellen achter de winnaar. Dat Aleix Espargaro daarmee slechts tiende werd, stemde hem niet tevreden. Dat hij achter de nieuwe ronderrecordhouder Francesco Bagnaia de tweede raceronde van de wedstrijd zette, gaf echter niet alleen aan dat fabrikant Aprilia de kloof naar de andere fabrikanten dicht, het illustreerde ook de bizar kleine verschillen in de MotoGP – en een gevolg van elf dagen op het hetzelfde circuit.
Veel gebeurde er, in 22 ronden vol actie, maar toch kende de race slechts twee wedstrijdleiders. MotoGP-rookie Jorge Martin stelde na zijn sensationele eerste poleposition in de belangrijkste klasse dat hij dik tevreden zou zijn met een plek in de top 6; de 23-jarige Spanjaard leidde tot ieders verbazing achttien ronden lang het veld, zonder op beginnersfouten te worden betrapt. Toen Martin in de negentiende ronde werd gepasseerd door Quartararo, liet de Fransman zien de beste te zijn. Quartararo’s laatste twee ronden behoorden tot zijn snelsten van de wedstrijd, een bewijs dat de Yamaha-coureur zijn race voorbeeldig had opgebouwd. In navolging van teamgenoot Viñales een week eerder verloor Quartararo na een matige openingsfase niet het geduld en vertrouwen en reed vervolgens misschien wel zijn beste MotoGP-race. Waar hij bij zijn drie vorige overwinningen niet verder terugzakte dan een vierde plaats, denderde de Fransman zich na vijf ronden slechts als negende voorbij start-finish en halverwege de race bekleedde Quartararo de achtste plaats. In de tweede racehelft was hij onstuitbaar. Zes ronden voor de vlag verdrong hij ook al opgeklommen Pecco Bagnaia van de derde positie, een ronde later passeerde hij landgenoot Zarco en weer ruim vijf kilometer verder voerde hij het veld aan. Zarco pakte in de slotronde nog de daverende debutant Martin, terwijl Viñales in de laatste kilometers zijn zwaarbevochten vierde plaats verloor aan Alex Rins. De balende Bagnaia betaalde een dure prijs voor een volgens hem zelf ‘onacceptabele fout voor een fabrieksrijder’, maar hield wel de woedende Joan Mir en de sterk verbeterde Brad Binder en de met armpump worstelende Jack Miller achter zich. Binnen een seconde van de Australiër volgden Aleix Espargaro, Enea Bastianini, de teleurstellende Franco Morbidelli en Pol Espargaro.
Met een vijfde plaats in de eerste grand prix van het seizoen was Fabio Quartararo maar matig tevreden. Zijn optreden in de tweede race toverde terecht een grote grijns op zijn gezicht. “Dit is wel mijn meest bijzondere overwinning”, oordeelde Quartararo na zijn inhaalrace. “Ik kon zó goed inhalen, het was heel anders dan vorige week toen ik als een soort amateur reed, als een beginneling omdat ik niet met de mappings speelde en niet goed met de banden om ging. Ik heb drie dagen in het hotel zitten denken waarom ik m’n verstand niet had gebruikt. In deze race heb ik dat allemaal om kunnen draaien.” Quartararo gaf toe lichte frustratie te hebben gevoeld na Viñales’ sterke optreden in de seizoensopener. “Maar uiteindelijk moet je de knop omzetten, want het toonde aan dat de machine potentieel heeft. Het is beter om voor overwinningen te vechten dan voor een top 10. Maar op dit moment gaat inhalen ons veel beter af, want ik heb het goede gevoel.”
De manier waarop hij zijn vierde MotoGP-overwinning binnensleepte, had voor Quartararo extra waarde. “Toen ik op de negende plaats reed, zei ik ‘oké, we doen ons best’. Maar direct daarna dacht ik ‘nee, ik ga proberen te winnen’. Ik kon zó hard remmen, ik kon zó op de grens rijden. Omdat ik van veel verder kwam dan bij die overwinningen van vorig jaar, geeft me dit veel meer vertrouwen. Na de test was het lastig om de Ducati’s te verslaan. Maar je moet naar jezelf kijken en het beste geven. Dat hebben we gedaan en dat geeft vertrouwen voor de toekomst.”
Het feit dat hij samen met Zarco voor de allereerste Franse 1-2 zorgde in de belangrijkste klasse, zorgde voor een speciale emotie bij Quartararo. “Éen van de mooiste momenten in mijn carrière. Ik moest bijna huilen, maar toen Johann het volkslied begon te zingen, moest ik erg lachen.” Zarco zelf had ook alle reden om ook op de tweede race met tevredenheid terug te kijken. Bovendien scoorde de tweevoudige Moto2-wereldkampioen zijn vijftigste grand prix-podium – een Frans record. “Toen Jorge de race leidde, dacht ik dat het tempo wat lager zou liggen dan vorige week, omdat hij een rookie is en misschien wel wat stress zou gaan voelen”, verwachtte Zarco. “Maar uiteindelijk was hij sneller en dat werkte goed voor mij, want ik voelde me goed. Iedere keer als iemand me voorbij kwam, kon ik dankzij de snelheid van de Ducati terugkomen. Het was een perfecte race voor mij, om deze controle te hebben, om energie over te houden en om zo misschien een kans te hebben op de winst.” Dat bleek net te hoog gegrepen voor Zarco. Toen Quartararo hem en Martin passeerde, had Zarco net te veel tijd nodig om zijn zeven jaar jongere teamgenoot aan de kant te zetten. “Hij was moeilijk in te halen. Er zaten veel rijders achter mij te duwen. Ik wilde Jorge passeren, maar ik wilde ook mijn kans op het podium niet verspelen.” Zarco greep zijn kans in de laatste ronde en werd de nieuwe klassementsleider. “Dat had ik niet verwacht toen ik hier 35 dagen geleden naar toe kwam. Maar ik moet nog steeds de dingen beter weten te controleren, ik moet de Ducati nog steeds beter leren kennen., zodat ik in de race ook meer opties heb.”
Zoals vorig jaar regelmatig het geval was, zaten beide Pramac Ducati-rijders voor de fabriekscoureurs uit Bologna. “Misschien hebben wij minder druk dan zij”, meende Zarco. “Daardoor zijn wij soms wat extra sterk in het hoofd, zoals Jorge gisteren met zijn pole en de mooie wedstrijd die wij samen reden. Maar je kunt niet zeggen dat zij een slechte race reden als je ziet dat er vijftien rijders binnen acht seconden finishen.” Zarco was ook complimenteus over teammaat Martin. In navolging van Casey Stoner (2006) en Marc Marquez (2013) parkeerde Martin zijn machine al in zijn tweede MotoGP-optreden op pole. In de Moto3 ontwikkelde Martin zich al tot een polespecialist, met twintig poles in zijn laatste 34 GP’s. Een ijzersterke wedstrijd in Doha bekroonde hij met zijn eerste top 3. Voor het eerst in de Pramac-geschiedenis stonden bovendien beide rijders op het podium. “We kunnen niet zeggen dat hij het op ervaring deed. Hij deed het op gevoel, dus dat is erg indrukwekkend”, complimenteerde Zarco de koel ogende Martin. De Spanjaard droeg zijn podium op aan de in februari overleden Fausto Gresini, die hem in 2018 in staat stelde om met topmateriaal Moto3-wereldkampioen te worden. “Achttien ronden op kop rijden was moeilijk maar misschien ook wel beter voor me, want ik kon de race en mijn banden controleren. Daar had ik vorige week moeite mee”, analyseerde Martin, die meer zenuwen had gevoeld dan bij zijn MotoGP-debuut. “Ik mis nog steeds een beetje snelheid, want toen Fabio me inhaalde, zat ik op de grens. Ik wilde wel dat podium. Het was jammer om de tweede plaats nog te verliezen. Toen ik Johann zag, zei ik tegen mezelf dat ik het niet moest proberen. Hij heeft een andere rol in het team. Hij moet voor het kampioenschap gaan.”
Al tijdens de test in Qatar was Martin de snelste rookie, maar verwachtingen temperde hij toen nog, ondanks een groot geloof in eigen kwaliteiten. “Vandaag kun je een race winnen, maar je kunt ook vijftiende worden, zoals ik vorige week. Mijn doel blijft hetzelfde. Top 10’s zijn voorlopig oké voor me. Misschien dat ik na een wedstrijd op zeven mijn doel wat naar boven bijstel.”
Door een eerste en nu een vijfde plaats deelt Maverick Viñales de tweede plaats in de tussenstand nu met teamgenoot Quartararo. Viñales gaf toe ‘een beetje te balen van mezelf’, maar was desondanks blij met het resultaat. “Ik heb me erg vermaakt. Met een normale start had het beter gekund”, schilderde hij een pijnlijk beeld van rijders die hem na de start passeerden. “Mijn reactietijd was te langzaam. Er was minder grip dan vorige week, maar ik heb me toch terug gevochten.” Even leek Viñales nog op het podium te kunnen eindigen, maar een foutje kostte hem zelfs de vierde plek. “Als een slechte dag een vijfde plaats betekent…. Dit zijn heel moeilijke races. Iedereen foutje kan meteen worden afgestraft. De laatste drie ronden vroeg ik te veel van de machine. Ik was ‘crazy’, maar soms moet je wat proberen als je vecht met een Ducati.”
De lakmoesproef van de Yamaha komt in Portimao, weet ook Viñales. “Dan weten we beter waar we staan”, aldus Viñales, die vorig jaar als elfde finishte in Portugal – drie plaatsen voor Quartararo.