GP Wegrace Jerez, Spanje
Hoewel hij sinds 2012 telkens in de Grand Prix van Jerez op het podium finishte, behoort het sfeervolle circuit in Zuid-Spanje niet tot de favorieten van Marc Marquez. Desondanks ondernam hij er een geslaagde gooi naar de leiding in het kampioenschap. Niet alleen won de regerende wereldkampioen er zijn tweede race van het jaar, ook raakte zijn grootste tegenstander Andrea Dovizioso betrokken bij een veelbesproken incident dat ook Jorge Lorenzo en Dani Pedrosa elimineerde in hun onderlinge strijd om de tweede plaats. Aan drama ontbrak het niet in Spanje.
Het Circuito de Jerez Ángel Nieto, zoals het gevarieerde circuit in Zuid-Spanje een paar dagen voor de Spaanse Grand Prix werd omgedoopt, kent een aantal fameuze bochten. De laatste bocht voor start en finish is legendarisch vanwege clashes tussen Valentino Rossi en Sete Gibernau in 2005, Dani Pedrosa en Jorge Lorenzo in 2010 en de onzachte touché tussen Lorenzo en Marc Marquez in 2013 – in wat sinds een dagje eerder de Curva Lorenzo heette. Maar ook is er ‘Turn 6′, de Dry Sack-bocht aan het eind van het 607 meter lange rechte stuk waar de coureurs met zo’n 290 km/u op af denderen om vervolgens in de tweede versnelling rechts af te slaan. “Maak je een fout in Turn 6, dan ga je wijd en verlies je zoveel tijd”, waarschuwde de verrassende polesitter Cal Crutchlow nog op zaterdag. Bovendien is de langzame bocht een beruchte plek om niet alleen remfouten te maken, maar ook om voor- of achterkant te verliezen; ook Marc Marquez merkte het op vrijdagmiddag tijdens zijn eerste van drie schuivers in Jerez. Dat de gevolgen nog dramatischer kunnen zijn, merkten Jorge Lorenzo, Andrea Dovizioso en Dani Pedrosa in de achttiende van 25 ronden in hun bittere strijd om de tweede plaats, op dat moment een paar seconden achter Marquez. Terwijl de als vijfde vertrokken Marquez na zeven ronden toekijken achter de verrassende leider Lorenzo werkte aan een voorsprong die zou leiden tot zijn tweede opeenvolgende zege van het seizoen, probeerde Dovizioso teamgenoot Lorenzo later remmend te passeren. Beiden gingen vervolgens wijd in de verraderlijke bocht. Achter hen stuurde Pedrosa secuur aan de binnenzijde langs de kerbs toen Lorenzo zijn lijn weer wilde claimen. Wat volgde was een spectaculaire kettingreactie. “Het ging allemaal zo snel, het leek wel domino”, vertelde Lorenzo later. Hij stuurde naar binnen en kwam in aanraking met Pedrosa. “Het was wel duidelijk dat ik hem niet had gezien.” Door de klap kwam Lorenzo voor de wielen van Dovizioso, door de impact crashten beiden, terwijl Pedrosa na zijn contact met Lorenzo met een ijzingwekkende salto met pirouette van zijn Honda vloog. “Ik wil er liever niet te veel over kwijt”, zei de ongedeerde Lorenzo. “Het ging om drie van de meest cleane rijders van het veld. Het is heel jammer voor Ducati en Dovi die voor de titel gaan.” Lorenzo’s pitbord toonde slechts de naam van de eerste rijder achter hem. “Maar ook als er meer op hadden gestaan, had ik niet geweten hoe ver ze achter me zaten. Ik heb geen ogen in mijn achterhoofd; Dani zag de situatie het beste. Maar ik wil niemand de schuld geven.”
Hoewel hij de eerste ronden verrassend had geleid, erkende Lorenzo dat het hem het hele weekend aan het winnende wedstrijdritme had ontbroken; zijn bandenkeus soft-medium was uitzonderlijk. “Ik miste de pace. Maar in dat soort gevallen kan ik dingen met een motor die niemand kan. Dat is mijn kwaliteit. Maar in de race zat ik op de limiet.”
Dat had ook teamgenoot Dovizioso gezien. De Italiaan verloor zijn leidende positie in de tussenstand en zag Marquez een voorsprong van 24 nemen. “Er waren een heleboel snelle rijders die op de grens zaten en fouten maakten”, meende de Ducati-coureur die zichzelf vrijpleitte. “Ik maakte geen fout.” Hij week er niet voor terug om namen te noemen. “Dani en Jorge, allebei. Dani reed als derde, hij overzag de situatie het beste. Maar hij kwam harder dan normaal op de bocht aan om binnendoor te gaan. Jorge keek niet goed aan de binnenkant en draaide te snel af voor een goede exit uit de bocht.” De gevolgen waren catastrofaal voor alle drie rijders.
De voorste rijder, bepaalt de lijn, vond Dovizioso. Hij zag vooral een gemiste kans. “Ik was relaxed, maar ik moest van ver (de achtste startplaats, FW) komen. Als ik in Jorge’s positie had gezeten, had ik misschien met Marc mee gekund. Jorge stopte veel mid-corner, daardoor verloren we de aansluiting. Het duurde tien ronden voordat ik aanviel, want Jorge accelereerde steeds perfect uit de bochten en ik wilde geen fouten maken. Maar ik wist dat ik weg zou kunnen rijden als ik er langs was.”
Waar Dovizioso geëmotioneerd in de grindbak – ogenschijnlijk vooral richting Lorenzo – zijn frustratie toonde (en niet zijn, maar Lorenzo’s machine weer oppakte), kookte ook Pedrosa innerlijk. “Ik ben niet boos, ik ben vooral teleurgesteld”, wilde hij doen geloven. Zijn teleurstelling gold vooral de beslissing van de wedstrijdleiding die het voorval omschreef als een race-incident. Terwijl Dovizioso een straf overtrokken vond – ‘maar ik sta hier wel met nul punten’ – ging Pedrosa verhaal halen bij Race Direction. Dovizioso’s verwijt dat hij te hard op de bocht was afgekomen, legde hij resoluut naast zich neer. “Dan had ik de bocht toch niet gehaald?” Hij wees de beschuldigende vinger vooral richting Lorenzo. “Ik worstelde in de race met acceleratie en de exits uit de bochten. Op dat moment was ik niet dichtbij genoeg om te passeren en ik wachtte eigenlijk tot het eind van de race, omdat onze pace vergelijkbaar was. Als iemand dan een foutje zou maken, kon ik misschien reageren. Toen zij beiden in de fout gingen, stuurde ik binnendoor. Maar onze lijnen kruisten en er was een gigantische klap en een ‘big, big highside’.” Omdat hij het oordeel van de wedstrijdleiding niet begreep, besloot hij om om verduidelijking te vragen. “Ik kon nauwelijks lopen, maar ben er toch naar toegegaan. ‘Mister’ Mike Webb (de wedstrijdleider, FW) zat een kamer verderop maar nam niet de moeite om naar me te luisteren. Ik geloof dat ik wel wat meer respect verdien”, klonk Pedrosa geïrriteerd. Webb was op dat moment echter met de Red Bull Rookie-race bezig. Pedrosa verbaasde zich over het snelle oordeel en de gang van zaken. “Ik hing helemaal rechts naast mijn machine en kon dus niet zien dat Jorge naar binnen kwam om zijn lijn te pakken. Maar hij hing ook rechts naast zijn motor en hij heeft mij waarschijnlijk niet gezien. In Argentinië (toen Pedrosa na een inhaalactie van Johann Zarco en een bijna-botsing ook door een highsider van zijn Honda gekatapulteerd werd en zijn rechter pols brak, FW) noemde men het ook een race-incident maar belandde ik in het ziekenhuis. Ik vloog er daar af, omdat ik de machine rechtop zette toen Zarco binnenin kwam. Goed, Lorenzo zag me misschien niet, maar hij richtte zijn fiets ook niet op en ‘boem’. Weer ging ik er met een highsider af en net als in Argentinië was het een race-incident. Ik wilde weten waarom, ook omdat andere rijders en klassen dit zien.”
Pedrosa vertelde over een discussie over wie ‘voorrang’ zou dienen te krijgen in een dergelijke situatie – ‘degene aan de binnenkant, dus wie zat er nou fout?’ – maar kreeg te horen dat de uitspraak al was gedaan. “Ik kon een protest indienen als ik het er niet mee eens was. Dat kreeg ik ook te horen in Argentinië, maar toen lag ik in het ziekenhuis! En ik wil geen protest indienen tegen Lorenzo, ik wil dat zij begrijpen wat er op de baan gebeurt en dat doen zij niet.”
Pedrosa’s teleurstelling kwam ook voort uit het feit dat de wedstrijdleiding volgens hem de verantwoordelijkheid neerlegde bij de rijders. “Als ik zou protesteren tegen Jorge, zou het lijken alsof ik wil dat hij bestraft moet worden. Maar ik ben het niet eens met hun beslissing. Dat is iets anders.”
Terwijl Alex Rins al in de zesde ronde een vijfde plaats inleverde na een crash – zijn derde in vier races – en drie ronden later polesitter Crutchlow zijn vierde plaats achter Lorenzo, Marquez en Pedrosa verloren zag gaan door een val – ook in Austin ging de Brit in de fout – legde Marquez het fundament voor een solide overwinning. “In deze race ging het niet om snelheid, maar om precisie en het nemen van de juiste beslissingen”, typeerde Marquez zijn 63e Grand Prix-zege. De Honda-kopman had zich verbaasd over de sterke openingsfase van Lorenzo. “Zijn exits waren heel goed en ik zag dat het bijna onmogelijk was om hem te passeren. Toen ik er toch langs was (in de Curva Lorenzo, FW), kon ik een gaatje slaan.” Lorenzo’s tempo speelde Marquez op dat moment in de kaart. “Jorge stopte Dani af en dat was heel belangrijk voor mij.” Marquez overleefde een hachelijk moment toen zijn machine met ruim 200 km/u een vervaarlijke stap opzij zette door grind op de baan. “Ik zag het te laat. Toen het gebeurde, dacht ik ‘dit is een race die ik moet winnen’.”
Net als in Argentinië claimde Johann Zarco de tweede plaats. Zo is de Fransman van het Tech3 Yamaha-satellietteam verantwoordelijk voor het merendeel van Yamaha’s punten in de constructeurstitelstrijd. “Toen ik de crash voor me zag, dacht ik ‘hoeveel liggen er eigenlijk’. Ik zag een Repsol/Honda en twee Ducati’s en ik kon het niet geloven. Toen dacht ik ook dat ik zeven ronden geen fouten moest maken”, aldus Zarco. Hoewel hij de tweede plaats in de schoot kreeg geworpen – ‘soms moet je geluk hebben, maar je moet dan wel je kans grijpen’ – meende Zarco dat hij ook op eigen kracht niet kansloos zou zijn geweest voor een podium. “Ik dacht dat ik de pace had om de groep te achterhalen.”
Voor het eerst in zes seizoenen MotoGP noteerde Andrea Iannone twee podiums op rij. Na zijn derde plaats in Austin legde de Suzuki-coureur ook in Jerez beslag op de laatste podiumplek. In de laatste vrije training was Iannone de snelste geweest en ook in de warm-up bewees hij de snelheid van de Suzuki met een tweede plaats. Zes ronden voor het einde werd Iannone nog achterhaald door Danilo Petrucci, maar in de voorlaatste ronde counterde hij met succes. Op de grid had hij zijn medium-achterband laten vervangen door een harde compound. Een foute keus, meende Iannone achteraf. “Ik heb geluk gehad”, refereerde Iannone aan de ’triple-crash’ voor hem. “De harde achterband spinde en gleed te veel. Ik ben niet heel blij met deze derde plaats, want ik wil zo dicht mogelijk bij de kop zitten. Zelf rij ik als vorig jaar, maar de machine is compleet anders.”
Door de vele crashes voor hen, hield het Yamaha-fabrieksduo Valentino Rossi en Maverick Vinales de schade nog enigszins beperkt met ee vijfde en zevende plaats. “We waren sneller dan vorig jaar”, toen met veel problemen naar de tiende plaats reed, “Maar de vijfde plaats was onze pace. Meer niet. Het is niet genoeg voor podiums.” Rossi hamerde het hele weekend op ingrepen – en investeringen – op het gebied van elektronica, een sentiment dat ook door de af en toe radeloos ogende Vinales werd uitgesproken. Na zijn tweede plaats in Amerika was Vinales met hoge verwachtingen naar zijn thuisrace gekomen. Zijn M1 voelde echter volledig anders. “Dat betekent dat ik op elk circuit anders moet rijden. In Austin kon ik veel meer rijden zoals ik wilde: agressief en laat remmen, dat is hier onmogelijk. Het gevoel is hier heel anders. Ik vecht in elke bocht met de machine”, zei hij al na de trainingen. In de race startte Vinales vanaf de elfde plaats, één plekje achter Rossi. Aanpassingen aan de set-up brachten weinig resultaat in een race waar de Spanjaard zich pas in de slotfase kon ontdoen van Alvaro Bautista. “Ik geloof niet dat wat we hebben geprobeerd, de weg naar voren is”, concludeerde hij. De volgende Grand Prix is die in Frankrijk, daar waar Vinales vorig jaar een fascinerend duel met teamgenoot Rossi in zijn voordeel besliste. Het was zijn laatste overwinning.