GP Wegrace Jerez, Spanje
Voor het tweede opeenvolgende jaar werd Jorge Lorenzo door menigeen afgeschreven na een matige seizoenstart. De Yamaha-coureur wilde daar vorig jaar niet van weten en ook dit seizoen wanhoopte hij niet nadat hij in drie Grands Prix nog niet op het podium had gestaan. In Jerez steeg Lorenzo weer eens boven zichzelf uit en domineerde als in zijn kampioensjaren. Samen met Marc Marquez maakte hij punten goed op de als derde finishende Valentino Rossi.
Het mocht soms wat geforceerd klinken, volgens een enkeling zelfs tegen beter weten in. Want zou Jorge Lorenzo na vierde plaatsen in Qatar en Texas en een vijfde plek in Argentinië echt nog opgewassen zijn tegen de brute snelheid van wereldkampioen Marc Marquez en tegen de vechtlust en dadendrang van zijn eigen teamgenoot Valentino Rossi? Op het circuit waar hij dertien jaar geleden zijn Grand Prix-debuut maakte, mocht die vraag met een onomwonden ja worden beantwoord. Vanaf de eerste training straalde Lorenzo weer de overtuiging en het zelfvertrouwen uit van een kampioenskandidaat. Zijn eerste daad van formaat kwam op zaterdagmiddag toen hij in een oogstrelend rondje een nieuw polerecord vestigde, voor Marc Marquez en Andrea Iannone. “Als het een paar keer minder gaat, word je afgeschreven”, sprak hij met zowel enige bitterheid als genoegdoening na zijn eerste pole sinds Misano vorig jaar. “Maar andersom gaat het soms ook.”
Lorenzo verkeerde in glanzende vorm en gold als de grote favoriet voor de race. Het feit dat Marquez niet topfit aan het weekend begon, speelde Lorenzo bovendien in de kaart. Vier dagen voor de start van de trainingen voor de Grand Prix van Spanje kwam de Honda-coureur ten val en brak zijn linker pink. “Een vriend van me reed over mijn hand. Het had erger gekund”, dacht Marquez zelf. Vier uur na de val lag hij al bij de befaamde dokter Mir op de operatietafel. In Jerez droeg de viervoudig wereldkampioen een speciale handschoen, terwijl ook het linker handvat van zijn Repsol/Honda was voorgevormd. Beide trainingsdagen reed Marquez zonder verdoving, op de racedag kreeg hij een pijnstillende injectie. De blessure was een tweede tegenvaller voor Marquez die te horen kreeg dat zijn in Austin tijdens de kwalificatie beschadigde RCV-blok definitief afgeschreven was. Dat hij echter niet in beste doen was, bleek toen hij op zaterdagochtend een wegglijdend voorwiel niet op kon vangen en crashte. De tweede startplaats was boven verwachting, liet de winnaar van vorig jaar dan ook weten.
Door de dominantie van Lorenzo, de opstartmoeilijkheden van klassementsleider Rossi, een blunder van Iannone en een fout van Andrea Dovizioso bracht de Grand Prix van Jerez nooit het vuurwerk dat ruim 122.000 toeschouwers hadden gehoopt. Dat twee landgenoten en een universele held uiteindelijk het podium bevolkten, vergoedde iets. Al vanaf het moment dat het rode licht doofde bij de start maakte Lorenzo duidelijk dat hij geen tegenstand duldde. De Yamaha-coureur eiste meteen de leiding op en stond die niet meer af. Dat zijn voorsprong aan het einde ‘slechts’ 5,5 seconden bedroeg op tweede man Marquez, lag ook aan het feit dat Lorenzo in de laatste ronde al uitbundig naar het publiek zwaaide. Marquez had ook in de eerste bocht al de tweede plaats in handen en toen Rossi in de derde ronde Pol Espargaro van de derde positie verdrong, stond de verdeling van de podiumplaatsen vast. Even leek Rossi nog de jacht te kunnen inzetten op Marquez toen hij zijn achterstand verkleinde van 2,7 seconde na 1,1, maar na een paar ‘narrow escapes’ en een knappe tegenreactie van Marquez, koos Rossi voor de derde plaats. Hoewel hij niet won, had de publiekslieveling wel wat te vieren, want Rossi veroverde zijn 200e podiumplaats in 316 races; zijn eerste top 3-klassering noteerde hij op de Oostenrijkse A1 Ring op 4 augustus 1996. Bovendien was het Rossi’s dertiende podium in Jerez en de eerste keer sinds 2005 dat hij in de eerste vier races bij de beste drie finishte. Maar Rossi wist ook: tegen Jorge Lorenzo had hij in Jerez niets in te brengen.
Met zijn 55e Grand Prix-zege, zijn eerste in zeven races, passeerde Lorenzo Mick Doohan; alleen Giacomo Agostini (122), Valentino Rossi (110), Angel Nieto (90) en Mike Hailwood (76) wonnen meer (solo-) Grands Prix dan Lorenzo. “Ik heb het geluk dat ik een mooie carrière heb, vooral in de MotoGP. Meestal voel ik me sterk genoeg om het duel aan te gaan, maar soms heb ik ook slechte momenten, net als elke sportman”, gaf Lorenzo toe na zijn vijfde Jerez-zege. “Dan twijfel ik, maar ik weet ook dat het, vroeg of laat, wel weer goed komt. Gelukkig gebeurde dat hier in Jerez, de meest speciale baan waar je kunt winnen. Er bestaan geen geheimen om goede resultaten te behalen, het is altijd een combinatie van factoren. Dit keer klopte alles. Ik kon laat remmen, hard de bochten in, mijn bochtensnelheid hoog houden en hard de bochten uit. Als dat allemaal samenvalt, moet je voor de winst gaan.”
Een ronde of zeven voor het einde bemerkte Lorenzo een vibratie van achteren. “Maar daarna verdween het weer en ik kon opgelucht ademen. Ik weet ook wel dat het niet elke dag zal lopen als vandaag, maar ik hoop dat het in Le Mans in ieder geval beter gaat dan in de eerste drie races. Vandaag was goed voor mijn zelfvertrouwen en het is ook belangrijk om punten in te lopen op Valentino.”
Lorenzo’s teammanager Wilco Zeelenberg luisterde glimlachend naar zijn pupil. “Vandaag ging inderdaad heel veel goed”, aldus de Bleiswijker. “De machine was goed, Jorge’s gevoel met de banden klopte en we hadden hem vooraf gezegd dat hij niet te veel moest nadenken over zijn rijden. Het feit dat hij de zekerheid van een nieuw contract met Yamaha speelde ook zeker mee.” Op vrijdag deelde Yamaha’s Racing Manager Lin Jarvis namelijk mee dat beide partijen waren overeengekomen om de optie voor 2016 op te nemen. “Dat Yamaha het vertrouwen in me heeft gehouden na mindere resultaten, heeft me goed gedaan”, vertelde Lorenzo. “Daar ben ik dankbaar voor. Niet veel rijders kunnen zeggen dat ze zoveel jaar voor één fabrikant rijden (Lorenzo rijdt sinds 2008 bij Yamaha, red.) en hoewel je het nooit weet, zou het voor mij een droom zijn om mijn carrière ook hier af te sluiten.”
Marc Marquez koesterde zijn tweede plaats en wilde wel toegeven dat hij ook in goede gezondheid Lorenzo waarschijnlijk niet van de zege af had kunnen houden. “Dat we hier vorig jaar wonnen, was een uitzondering”, aldus Marquez. “Op dit circuit geven wij toe op de Yamaha’s.” Tijdens de race was het niet zijn gebroken linker pink geweest die hem de meeste last had bezorgd, maar zijn rechter arm. “Om het gebrek aan kracht links te compenseren, moest ik mijn rechter arm meer belasten. De laatste vier, vijf ronden waren zwaar. Maar als Vale er bij was gekomen, was ik klaar geweest voor het gevecht! Gelukkig kon ik reageren op zijn tijden en vond hij het wel best.”
Marquez sprak ook nog de hoop uit dat Dani Pedrosa snel terugkeert. “Hij is belangrijk voor het team. Zijn inbreng is waardevol, want als je het in je eentje moet doen, is het wat eenzijdig. En natuurlijk kan het handig zijn als hij achter mij en voor de Yamaha’s finisht! Maar vooral hoop ik dat ik in Frankrijk (waar Marquez vorig jaar ondanks een fout in de openingsfase Rossi klopte, red.) weer fitter ben.”
De vanaf de vijfde plaats gestarte Rossi leverde weliswaar negen punten in op Lorenzo en vier op Marquez, maar De 36-jarige WK-leider besefte dat een derde plaats het maximaal haalbare was in Jerez. “Het was een moeilijk weekend voor ons, steeds hadden we wel ergens een probleem. We hebben geen moment een perfecte setting gehad. Ik wist dat Jorge sneller was dan iedereen”, realiseerde Rossi zich. “Ik dacht dat ik bij Marc in de buurt kon blijven, maar mijn eerste ronden waren te zwak. Aan het slot had ik te weinig vertrouwen in de machine en ik moest te veel riskeren. Het feit dat Marc voor me zat, maakte het wel makkelijker om gefocust te blijven. Anders was het een stuk saaier geweest.”
Rossi klaagde over een gebrek aan grip. Het was een algemene klacht van de rijders, die dan ook in de Safety Commission het verzoek lieten horen om het inmiddels elf jaar oude asfalt te verversen.
“Na dit weekend lijkt het er op dat Jorge een hele belangrijkste tegenstander is geworden, maar het goede nieuws is dat ik in ieder geval uit ben gelopen op Dovizioso”, besloot Rossi.
Andrea Dovizioso, bescheiden achtste in de kwalificatie, kwam inderdaad in het stuk niet voor. Na de eerste doorkomst kwam de Ducati-coureur voorbij als 25e en laatste. “Bij het aanremmen van de laatste bocht maakte ik een fout en het leek alsof de motor helemaal stil viel”, luidde Dovi’s lezing. “Ik dacht het een elektronisch probleem was, maar daarna pakte de motor weer op. Ik kon nog terugkomen tot de negende plaats, maar voor het podium waren we sowieso niet sterk genoeg geweest. Misschien had ik met Crutchlow kunnen vechten voor de vierde plaats.”
Dat leek wat optimistisch, want Dovi klokte ook slechts de negende snelste ronde. Teamgenoot Iannone schakelde zichzelf al uit vóór de start toen hij op de grid de verkeerde mapping koos. Op de kurkdroge baan startte Iannone met een regen-mapping, waardoor hij vanaf de eerste rij aan de alle kanten werd gepasseerd. De mapping weer omzetten, was te ingewikkeld, waardoor Iannone de hele race snelheid en acceleratie te kort kwam. Van de elfde plaats verbeterde hij zich nog tot de zesde plaats, net achter Pol Espargaro, maar ruim voor diens broer Aleix.
Voor 2016 dreigen de Ducati-rijders hun privileges te verliezen. De MSMA, de vereniging van fabrikanten, werkt aan een voorstel waarbij Ducati net als Yamaha en Honda in 2016 slechts vijf (in plaats van twaalf) blokken mag gebruiken, terwijl ook de zachtere compounds – een voordeel voor de kwalificatiesessies – zouden vervallen. Ook al zou Ducati tegenstemmen, dan nog bestaat de kans dat de Grand Prix Commissie, bestaand uit Dorna-baas Carmelo Ezpeleta, IRTA-voorzitter Hervé Poncharal en vertegenwoordigers van de FIM en de MSMA, het voorstel goed keurt.