GP Wegrace Jerez, Spanje
Pecco Bagnaia is weer terug. Na zijn overwinning in de Grand Prix van Spanje bedraagt zijn achterstand op klassementsleider Fabio Quartararo weliswaar nog steeds 33 punten, maar de manier waarop de Ducati-coureur sprak over zijn machine en ook over zichzelf, bevestigde dat hij de winnende vorm van eind 2021 heeft hervonden. Achter de als tweede finishende Quartararo benadrukte Aleix Espargaro nog eens dat hij dit jaar meer is dan een aardige outsider.
Een dertiende tijd in de eerste training op vrijdagochtend baarde Pecco Bagnaia geen zorgen. Op zaterdag was de 25-jarige Italiaan de man die het tempo bepaalde in alle trainingen. In de kwalificatie zette hij tweede man en Jerez-specialist Fabio Quartararo met een nieuw absoluut record in Jerez op niet minder dan 0,453 seconde; de grootste marge in 34 GP’s. En hoewel Quartararo’s raceritme beter leek, was het op zondag toch Bagnaia die de race direct na de start naar zijn hand zette. Ondanks de naweeën van zijn harde kwalificatiecrash in Portimao die nog merkbaar waren. Racen zonder pijnstillers onmogelijk. In de race had hij meer last gehad van de uiteindelijk op 0,285 finishende Quartararo dan van zijn schouder, lachte Bagnaia, maar de pijn die hij na 25 zeer intense ronden voelde, was het waard geweest. Hoewel de twee elkaar in hun eerste krachtmeting van 2022 niet één keer passeerden, was de onderlinge afstand nooit groter dan 0,8 seconden. Tussen hun snelste ronden – Bagnaia klokte ook een nieuw ronderecord – zat ook slechts 0,009. Leeggevochten kreeg Bagnaia een grandioos onthaal van zijn team dat na een zeer magere seizoensstart – en twee overwinningen van Enea Bastianini op de één jaar oude Ducati GP21 – eindelijk een fabrieks-Ducati zag winnen. Met daarop de man die na zijn glanzende vorm van eind 2021 meteen tot favoriet voor 2022 was gebombardeerd. Zijn eerste MotoGP-zege in Aragon was zeer speciaal geweest, vertelde Bagnaia, maar deze was evenzeer van grote waarde.
“Omdat hij na een hele moeilijke periode komt”, aldus Bagnaia, vóór Jerez zonder podium slechts tiende in de tussenstand, maar na de zesde race van het jaar weer zijn oude zelf, zoals hij aangaf. “We beginnen nu eindelijk het potentieel van deze machine te laten zien. Ik wist dat het er in zat, maar het was moeilijk om het te demonstreren. Vandaag is een geweldige dag.”
Bagnaia kende een uitstekende start en wist dat hij Quartararo’s plan om zo snel mogelijk de leiding over te nemen en zo de voorband te ontlasten, moest saboteren om niet zelf in soortgelijke problemen te komen. De pace nog verder verhogen was niet mogelijk geweest, vertelde Bagnaia, gewaarschuwd door een glijdende achterband en wegglijdende voorband. Na de eerste test van de nieuwe Ducati in 2021 waren Bagnaia en zijn teamgenoot Jack Miller zeer optimistisch over de mogelijkheden van de Desmosedici. “Maar in de eerste race zagen we dat de realiteit wat anders was”, bekende Bagnaia. “Ik was aan het worstelen met de machine. Ik denk dat ik er goed aan heb gedaan om te stoppen met de machine aan te passen aan wat ik nodig heb; ik heb me aangepast aan de machine.” Vorig jaar had Bagnaia zich bewezen als extreem late remmer, de GP22 vereiste een andere hand. “De laatste twee weekends heb ik er vooral aan gewerkt om harder de bocht in te gaan. We praten over enkele tienden, maar het grote verschil is dat ik er sneller door ben.”
Quartararo won de laatste drie races in Jerez, maar moest dit jaar zijn meerdere erkennen in Bagnaia. Om de band niet te laten oververhitten, bleef de Fransman telkens op een kleine afstand. Ook dat was echter al het maximale geweest, zei Quartararo. Met een tweede plaats was de leider in de tussenstand ‘super happy’. “Omdat ik voel dat ik beter om kan gaan met de problemen aan de voorkant. Dat is goed. Maar ik rij op de limiet en heb geen enkel moment iets over.”
De derde plaats van Aleix Espargaro betekende dat Aprilia voor het volgende seizoen de voordelen van extra blokken, technische ontwikkeling gedurende het seizoen en ongelimiteerde testen kwijtraakt. Met onmiddellijke ingang betekende het dat de voor Espargaro en teamgenoot Maverick Viñales geplande testen in Le Mans en Muggelo moeten worden geschrapt. “Kan ik tenminste meer thuis zijn en meer fietsen”, bleef de weer ijzersterke Espargaro er nonchalant onder na zijn derde podium in vier races. “Het wordt er voor mij niet moeilijker door. Het moeilijkste was om dit niveau te bereiken.” In de race zat hij tot vijf ronden voor het einde achter Jack Miller en Marc Marquez, totdat Marquez in de laatste bocht een slide over beide wielen ouderwets opving met zijn elleboog en Espargaro de twee in één beweging passeerde. De twee hadden hem opgehouden, aldus Espargaro. “Marc remde steeds verschrikkelijk laat, maar dan stonden ze stil in de bochten. Ik wist dat in veertig minuten wel een keer een fout zou komen. Als ik het eerder had geprobeerd, was het risico te groot geweest.” Bagnaia en Quartararo waren voor hem te snel geweest, wel had hij gehoopt dat hij met een betere start vanaf de derde startpositie dichter bij de twee in de buurt had kunnen blijven. “We moeten een nieuwe koppeling hebben. Mijn starts zijn rampzalig.”
Marc Marquez vierde zijn vierde plaats met het thuispubliek als een overwinning. Na zijn beste seizoensprestatie was Honda’s beste man blij maar ook realistisch. “Pecco en Fabio zijn echt een stuk sterker dan de rest, maar we komen er aan”, meende Marquez. In de trainingen was hij zeer zuinig geweest met zijn energie. “Het is niet wat ik wil, maar het is momenteel de beste manier voor mij om een weekend door te komen. Op zaterdagmiddag probeer ik een ritme te vinden.” Dat ritme tijdens de trainingen impliceerde echter geen moment dat Marquez mee kon doen om de laatste podiumplaats. De achtvoudig wereldkampioen koos derhalve voor een quasi-filosofische benadering. “Ons doel was de top 5. Het heeft geen zin om onbereikbare doelen te stellen, je raakt alleen maar gefrustreerd als je ze niet bereikt. Met die vierde plaats heb ik mijn doel gehaald. Maar we zijn nog niet klaar om te vechten voor de titel.” In de strijd met Miller en Espargaro zat ook Marquez aan zijn limiet. “Ik heb hem niet eerder ingehaald, omdat ik het niet kon.” Net als Bagnaia had Marquez besloten om niet langer te proberen de nieuwe Honda RC213V naar zijn wensen te kneden, maar om zijn rijstijl aan te passen. “Andersom werkte het niet. Maar het is nog moeilijk. We weten ook nog niet precies welke kant we op willen.”
Andermaal was Quartararo de enige Yamaha-rijder die indruk maakte in Jerez. Teamgenoot Franco Morbidelli pakte nog net een puntje mee en Andrea Dovizioso kwam troosteloos als zeventiende binnen. “De andere Yamaha’s hebben het heel moeilijk, maar dat is niet mijn probleem”, was Quartararo duidelijk. “Ik ben al druk genoeg om er zelf over na te denken hoe ik snel kan zijn.”
Dovizioso slaagde er niet in om de stijgende lijn vast te houden na zijn elfde plaats in Portugal – zijn beste resultaat van het seizoen. De 36-jarige Italiaan oogde aangeslagen nadat hij weer een gebrek aan grip noemde als grootste sta in-de-weg. “Ik wilde sneller zijn dan in Portimao, maar dat is niet gelukt”, vertelde Dovizioso al na zijn 23e tijd in de kwalificatie. “Ik zit op slot om de dingen te doen die de motor van me vraagt. Ik maak geen stappen, ik sta stil. Ik moet de flow zoeken, niet eens zoeken naar een setup, het gaat om die flow. Die heb ik nog geen moment gevonden. Als je blijft stil staan, doet dat pijn. Omdat je van alles probeert, je geeft het maximale. Maar als je niet verandert, heeft het geen effect. En momenteel lukt me dat niet. Dat is de realiteit.”
Dat Dovizioso er zelf weinig voor voelt om nog een seizoen aan zijn lange carrière te plakken, gaf hij direct toe. “Nee, zo wil ik niet verder. Elke sport verandert, dit kan gebeuren. Er wordt binnen Yamaha en het team veel gedaan om dingen te verbeteren. Daar ben ik blij om en ik blijf proberen om te veranderen. Ik ben iemand die doorgaat als hij verbetering voelt. Sinds 2020 is er wat gebeurd (Michelin kwam met een ander type achterband, red.) waardoor deze situatie is ontstaan.”
Dovi’s teammanager Wilco Zeelenberg vergeleek Dovizioso met Fabio Quartararo die eenzelfde 2022-M1 bestuurt. “Die twee jongens rijden op een heel andere manier hun rondetijd”, analyseerde Zeelenberg. “Andrea is gewend om heel laat te remmen, die fiets om te zetten en met die Ducati uit te accelereren. Maar dan breekt hij met de Yamaha de tractie en dan verliest hij de bochtensnelheid. Fabio houdt wel de bochtensnelheid en verbergt als het ware het probleem dat Andrea vindt dat de fiets heeft. Ik zeg niet dat de grip achter ons sterkste punt is, maar als we er 20 pk bij krijgen, gaat hij ook eerder spinnen. En meer spinnen betekent minder topsnelheid. Je moet én grip én topsnelheid creëren.” Zeelenberg begreep ook ‘een grote rugtas van acht jaar Ducati’. “Het heeft duidelijk voor- en nadelen. Net als in het gewone leven: dan denk je wel eens ‘had ik dat maar niet geweten’.” Verwacht Zeelenberg dat de vicewereldkampioen van 2017, 2018 en 2018 zich nog een nieuwe manier van rijden eigen kan maken? “Er moet ook naar hem geluisterd worden. Hij heeft ook de meeste ervaring van die drie rijders. Dan moeten ze kunnen accepteren dat die jongen de laatste acht jaar wat anders heeft gereden. Of je dan zijn DNA kunt veranderen, dat is een vraag. Maar we moeten ook die fiets verbeteren op een punt waar de concurrentie sterker is. Hij moet z’n best doen om zich aan te passen, Yamaha moet meer tractie vinden. Dan heeft straks ook Fabio daar baat bij. Je wilt ook niet die hele fiets op z’n kop zetten en de sterke punten van die fiets verliezen.” Zeelenberg bepleitte een koerswijziging in het Japanse denken. “Het gaat om grote dingen die moeten worden veranderd. Kijk je naar Yamaha’s verleden: altijd kleine stapjes. Ik denk dat het tijd is dat ze grote stappen moeten testen en maken. Dat vereist een ook bepaalde verantwoordelijkheid, dat je zegt ‘we mogen gewoon fouten maken’. Ja, je moet risico’s durven nemen.”