GP Wegrace Italië en Duitsland
Met een top 4 bestaand uit alleen Ducati’s sloeg de constructeur uit Bologna op eigen terrein in Mugello een nieuwe mijlpaal in haar racegeschiedenis. Een week later werd dat ‘persoonlijk record’ alweer verbeterd op de Duitse Sachsenring toen Ducati-coureurs zelfs de eerste vijf plekken claimden. Mugello-winnaar Pecco Bagnaia komt als lijstaanvoerder naar Assen, maar Jorge Martin is mede dankzij een zeer knappe zege in de Grand Prix van Duitsland een steeds gevaarlijker wordende tweede man. Marco Bezzecchi en Johann Zarco volgen – niet toevallig op een Ducati.
Een zeer ongelukkig optreden tijdens de Franse Grand Prix wegspoelen met een aansprekend resultaat was voor Pecco Bagnaia de inzet van de race op het ouderwets sfeervolle Mugello. Voor bijna 78.000 tifosi beleefde de Ducati-coureur een perfect weekend. Niet alleen startte hij voor de derde keer dit seizoen vanaf pole – met een fantastische recordtijd – ook won hij de zaterdagse Sprint (zie kader) en de Grand Prix in de hete heksenketel van zondag. De Grand Prix van Italië was bepaald niet één van de spannendste races van het jaar, maar dat was ook de verdienste van Bagnaia. De thuisrijder verdrong kopstarter Jack Miller al na de eerste bocht en vervolgens tot de finishvlag het veld aan. Jorge Martin nam in de tweede ronde de tweede positie over van Miller.
Wereldkampioen Bagnaia reageerde echter adequaat op elke versnelling van Martin. Toen diens softe achterband op was – Bagnaia opteerde voor de medium compound – was ook zijn verzet gebroken. “Mijn enige kans op een overwinning was als Pecco een fout had gemaakt”, aldus Martin. De van de tiende plaats gekomen Johann Zarco passeerde zeven ronden voor het einde Luca Marini, in een duel om de laatste podiumplek. Marini verbeet de pijn in zijn rechter duim, een aandenken van zijn crash in Frankrijk. Alex Marquez leek aanvankelijk uitstekende papieren te hebben voor de derde plaats, maar de te gretige Gresini Racing-rijder gleed in de vijftiende van 23 ronden onderuit. Brad Binder was op een eenzame vijfde plaats de eerste niet-Ducati-rijder.
Bagnaia won voor het tweede jaar op rij en leek ondanks de constante druk van Martin zijn eigen grootste tegenstander. “Als we naar het verleden kijken, zeker”, meende Bagnaia, refererend aan de keren dat hij in leidende of kansrijke positie onderuit ging. “Ik wilde leiden, want ik wist dat Jorge de softe compound had en dat hij daarom niet voor me moest zitten. Dan zou hij een gat kunnnen slaan en een gat dichten is altijd moeilijk. Je maakt sneller een fout. Daarom wilde ik alleen op kop zitten en ik pushte hard. Daardoor was mijn band wel op aan het eind.”
Een aan zijn hiel gekwetste Aleix Espargaro – hij viel op donderdag van zijn fiets terwijl hij druk was met zijn telefoon – moest zich tevreden stellen met een zesde plaats voor Jack Miller, 2021-winnaar Fabio Quartararo gaf de keus voor een medium achterband de schuld voor zijn elfde plaats, maar Marc Marquez bleef na een uitglijder zonder punten. In de zesde ronde ging hij in vierde positie, rijdend voor zijn broer, onderuit. Zijn gespreide armen waren veelzeggend.
Een week later zetten Bagnaia en Martin hun tweestrijd voort op de Sachsenring, waar Casey Stoner in 2008 de eerste en laatste Ducati-overwinning pakte. Bagnaia en Martin maakten uit wie Stoners opvolger zou worden. Jack Miller mocht vanaf de eerste plek op de tweede rij net als in Mugello dan het snelste vertrekken, voor de met ruim 210 genomen Ralf Waldmann Kurve verloor de KTM-coureur bijna de voorkant van zijn machine. In de razendsnelle bocht werd hij gepasseerd door polesitter Bagnaia en Martin én door Luca Marini, gestart vanaf de tweede plaats. Na twee ronden kopwerk zette de verbeten rijdende Martin kopman aan de kant, waarna de achtervolgers langzaam moesten lossen. Martin leidde van de derde tot en met de twintigste ronde, daarna hernam Bagnaia het initiatief. Voor slechts drie ronden. Ook Martin kon echter geen gat slaan en net voor het ingaan van de laatste ronde probeerde Bagnaia zich te prepareren voor een uitremactie aan het eind van het rechte stuk. De wereldkampioen raakte echter Martins achterband en leek verslagen. Maar in een zinderende slotronde maakte hij bijna 0,3 seconde goed en in een dragrace naar de streep probeerde hij een beslissende slipstream te pakken. Maar een uitzinnige Martin hield stand, met een mininale marge van 0,064 seconde. Johann Zarco was slechts achtste na de eerste doorkomst, maar de Fransman kreeg de derde plaats in handen toen twaalf ronden voor het einde Brad Binder vlak voor hem onderuit gleed. Marco Bezzecchi won daarachter het prestigeduel met teamgenoot Marini. Miller was als zesde de eerste niet-Ducati-man.
Martin reageerde emotioneel op zijn eerste MotoGP-zege sinds zijn overwinning in de GP van Stiermarken in 2021. “Ik had vorig jaar zo vaak moeite om competitief te zijn, het was echt frustrerend”, liep de 25-jarige Prima Pramac-coureur leeg. “Maar dit jaar ben ik terug en heb ik al vaak op het podium gestaan. Ik miste een overwinning op zondag en die is er nu eindelijk. Het was een heel zware race, want Pecco was een stuk sterker dan in de Sprint (zie kader). Dat zag ik al in de warm-up. Ik dacht ‘is dat dezelfde rijder?’. Ik probeerde een gaatje te slaan, maar toen besefte ik dat ik te veel van de achterband vergde. Daarom dacht ik ‘oké, het is beter dat hij me passeert en dan zien we wel tegen het eind’. Toen hij me inhaalde, veranderde ik iets van strategie en dacht ik dat het beter was om te leiden. Ik vocht terug, maar makkelijk was het niet. Pecco pushte en het was moeilijk om de concentratie vast te houden. Maar uiteindelijk kon ik hem verslaan.”
Ondanks de nederlaag had Bagnaia genoten. “Het was heel intens, ik heb van alles geprobeerd, maar Jorge was sneller”, aldus Bagnaia, die meende te behoudend te zijn geweest toen hij de race leidde. “Misschien was ik in de laatste ronden iets competitiever, maar ik kwam er niet langs.”
Zarco vertelde dat hij bij het ingaan van de laatste ronde ver voor hem iets meende te zien in de tweestrijd tussen Martin en Bagnaia. “Net toen ik dacht dat ik daar misschien van zou kunnen profiteren, was ik de voorkant volledig kwijt”, vertelde de 32-jarige Fransman. Op weg naar zijn derde derde plaats op rij klokte Zarco een nieuw ronderecord. Hij bleek ongelooflijk snel in de spectaculaire ‘downhill’ Waldmann Kurve, een bocht waarvan menigeen enkele jaren geleden nog meende dat hij na een aantal angstaanjagende crashes aangepast diende te worden. Hoewel de rechterbocht na zeven opeenvolgende linker bochten volgt, bleek de beruchte blinde elfde bocht plotseling een even populaire als onverwachte inhaalplek. “Ik denk dat we allemaal onze machines beter onder controle hebben. De softe band van dit weekend was vorig jaar de medium en op vrijdag reden we al bijna een seconde sneller met banden die we vorig jaar ook hadden”, aldus Zarco. “Met een MotoGP-machine laat je daar de achterband spinnen.. Je wacht even om op het gas te gaan en als je dan vol in de zesde versnelling zit, kun je inhalen. Het is erg lekker om dat zo te kunnen controleren. We kunnen nu de machine controleren alsof het een lichte fiets is.”
Met een voorsprong van zestien punten op Jorge Martin komt Pecco Bagnaia naar Assen, waar hij al eerder won in de Moto3, Moto2 en vorig jaar in de MotoGP. Die zege markeerde de ommekeer van 2022. Met een Sprint op zaterdag en de dubbel zo lange Grand Prix op zondag is een gaatje van zestien punten op de alsmaar sterker wordende Martin allesbehalve comfortabel. Marco Bezzecchi behaalde vorig jaar zijn eerste MotoGP-podium in Assen, vóór Maverick Viñales. De Aprilia-coureur kon geen vuist maken in Mugello en viel in Duitsland uit met een rokende RS-GP. Net als teamgenoot Aleix Espargaro, in 2022 vierde na een heroïsche inhaalrace en een bloedstollende manoeuvre ten opzichte van Brad Binder en Jack Miller in de laatste bocht, hoopt Viñales op meer geluk in Assen, waar hij de drie jaren telkens op het podium finishte. De KTM’s van Binder en Miller hebben dit jaar bewezen snel genoeg te zijn voor de top 3. Voor de nog niet lang geleden oppermachtige Japanse fabrikanten wordt de 92e Dutch TT weer een sprong in het onbekende. Resultaten uit het verleden geven geen garantie. Zelfs niet voor Fabio Quartararo of Marc Marquez.