GP Wegrace Chang, Thailand
Davide Tardozzi, Ducati’s teammanager benadrukte recent regelmatig dat de fabriek Pecco Bagnaia en Jorge Martin van hetzelfde materiaal voorziet en een onderlinge titelstrijd tniet zal dwarsbomen. Maar nu de strijd om de MotoGP-wereldtitel tussen de regerende kampioen en zijn uitdager intenser wordt, bestaat de kans dat Ducati’s politiek een eerder nauwelijks vermoede kans realiteit wordt. In Thailand verkleinde Martin het gat met Bagnaia tot dertien punten.
Voor het eerst dit seizoen gaf Jorge Martin toe dat de druk vat op hem had gekregen. Dat deed hij tijdens de persconferentie na een bloedstollende Grand Prix van Thailand, waar Martin, Brad Binder en Pecco Bagnaia binnen 0,253 seconde finishten. Een uitzinnige Martin sloeg na zijn vierde zege van het jaar het stroomlijnruitje van zijn Prima Pramac Ducati aan diggelen en verkeerde in de veronderstelling dat hij, net als op zaterdag in de Sprint, weer negen punten had goedgemaakt op leider Bagnaia. In de laatste ronde had Binder echter de beruchte groenstroken naast de kerbstones getoucheerd en werd daarom één plek teruggezet – het scheelde Bagnaia vier belangrijke punten. En gezien het werk dat hij daar voor had moeten verrichten, was het weliswaar een nette beloning, voor meer dan een derde plaats leek de titelhouder echter niet goed genoeg. Bagnaia startte uitstekend, maar werd in de eerste ronden agressief aangevallen en moest lijf aan lijf-gevechten aangaan met – vooral – Marc Marquez, Luca Marini en ook Alex Marquez.
Toen die laatste na twaalf ronden crashte, kreeg Bagnaia de derde plaats in handen. Achter Martin, de leider van het eerste uur, en de pushende Binder. Voordat hij in de 22e van 26 ronden een drietal doorkomsten leidde, had de Zuid-Afrikaan Martin al zwaar onder druk gezet. Eenmaal op kop, lukte het hem niet om een beslissend gaatje te slaan. In de voorlaatste ronde heroverde Martin de leiding, op zijn huid gezeten door Bagnaia, die het in die een na laatste ronde nog een keer buitenom probeerde in de laatste haakse bocht. Het was Bagnaia’s laatste kans – Martin hield het hoofd zo koel als maar mogelijk was in de verzengende Thaise hitte. Dat hij, en anderen, tot kort voor de start na de verkenningsronde in koelere pitboxen het begin van de opwarmronde afwachtte met een natte handdoek in zijn nek, was zonder meer een gevolg van zijn ineenstorting na de bloedhete Indiase GP. En na zijn vierde, uiterst belangrijke Grand Prix-zege van het jaar, was Martin uitgelaten als zelden te voren. Van zijn overwinning in de zaterdagse Sprint had hij nauwelijks genoten, de nachten voorafgaand aan de Grand Prix had hij nauwelijks geslapen – na een fascinerende finish was de vreugde-explosie begrijpelijk. Dat hij de race beschouwde als één van de beste uit zijn carrière was nauwelijks verrassend.
Martin had het tempo hoog genoeg houden om zich niet te kwetsbaar te maken, maar ook voldoende gedrukt om de achterband niet op te branden. In gevechten had hij lang geworsteld met inhalen en hard remmen, zei hij, in Burriram was daar niets meer van te merken en kon hij ook remmend de volgens hem twee sterkste remmers in het veld meer dan partij bieden. “Ik had het vertrouwen dat ik plekken terug kon winnen en dat had ik eerst niet verwacht”, vertelde Martin, die op sommige plekken Binders KTM ook duidelijk had gehoord. “Toen ze aan het eind zo veel dichterbij kwamen, waren ze ook iets sneller dan ik. Ik dacht dat Brad weg zou rijden, maar ik kon mee. Twintig ronden op kop rijden met een tiende voorsprong was mentaal ook moeilijk. Maar ik kon de concentratie vasthouden en winnen.”
De druk om te winnen was hoog geweest, aldus Martin. Zijn doel was geweest om zoveel mogelijk punten goed te maken op Bagnaia. Achter Binder overwoog hij even om genoegen te nemen met een tweede plaats, maar toen hij een kans zag om voor de winst te gaan, zette hij door. “In Australië was het een verkeerde bandenkeus maar in Indonesië had ik een gat van drie seconden en ik crashte. Dat was erg pijnlijk. De druk was hoog, maar mentaal gaf het me ook de motivatie voor de komende races. Ik begon te denken ‘het zijn er nog maar drie’. We zitten er zo dicht bij. Er is zó veel te verliezen. We mogen geen fouten maken.”
Dat hij na zijn aanvankelijk sterke begin diep moest gaan om verloren terrein goed te maken, had er voor gezorgd dat Bagnaia al veel van zijn achterband had gevraagd toen hij aansluiting vond bij Martin en Binder. “Maar we kwamen er bij”, constateerde Bagnaia. “De tweede plaats had ik te danken aan Brads foutje, maar gezien de race die we hadden, is dit niet slecht.” Dat zijn ambitieuze inhaalactie buitenom in de een na laatste ronde geen succes had, verbaasde Bagnaia niet. “Als het was gelukt, was het de mooiste inhaalactie van de laatste paar jaar geweest! Maar dat de rijder die aan de binnenkant zit dan even de rem loslaat, is logisch. Zou ik ook doen. Maar ik vroeg me af of ik verder voor in zou kunnen zitten, daarom probeerde ik het. Maar meer dan dit was moeilijk geweest.” In de laatste ronde had hij zijn hoop bijna gevestigd op een inhaalpoging van Binder op Martin, die ook Bagnaia nog perspectief had kunnen bieden. “Ik probeerde het zelf ook nog wel aan het eind van het rechte stuk, maar mijn band was op. In de derde sector van het sector won ik wel wat, maar het was niet genoeg.”
Dat in één weekend zijn voorsprong van 27 punten slonk tot dertien had Bagnaia zich wel gerealiseerd, maar de lijstaanvoerde zocht de positieve benadering. “Toen we aan deze drie overzeese races begonnen, stond ik drie punten voor, dus de balans is positief. Het belangrijkste is dat ik het goede gevoel weer terug heb gevonden. Ik kon weer hard remmen en vechten. Ik baal alleen dat ik het in de Sprint heb laten liggen bij de start, terwijl ik snel had kunnen zijn. Die eerste ronden van de Sprint en de kwalificatie, daar moeten we aan werken.”
Binder complimenteerde Martin met zijn race. Achter de Spanjaard blijven pushen, zag de KTM-rijder als de beste tactiek. “Maar toen ik hem toch kon passeren, merkte ik dat de band wel degelijk slechter geworden”, vertelde Binder na zijn vierde podium van 2023. Daarna was het een kwestie van overleven geworden. Dat hij voor de derde keer dit jaar een positie verloren zag gaan na de finish – ook tijdens de Sprint en de zondagse race in Assen overkwam hem dat – was zuur, vond Binder ook. “Maar ik heb alles gegeven en ik sta nog steeds op het podium, dus ik kan niet klagen.” Binder was zich bewust dat hij de groene strook naast de kerbs had geraakt. “Daarom probeerde ik Jorge ook nog een keer aan te vallen, want als ik dan een ‘+1′ had gekregen, was ik nog tweede geworden. Het mocht vandaag niet zo zijn.”
Terwijl Marco Bezzecchi zich van een tiende plaats na de eerste ronde nog opwerkte naar de vierde positie, werden de onderling strijdende Fabio Quartararo en Marc Marquez achter Aleix Espargaro als zesde en zevende afgevlagd. Espargaro klaagde over de extreme hitte die zijn machine uitstraalde. “Ik kon nauwelijks meer ademen”, aldus de nummer 5 in de tussenstand. Teamgenoot Maverick Viñales kwam vanwege dezelfde problemen drie ronden voor tijd zelfs binnen. Bij controle bleek echter dat Espargaro’s voorband meer dan de helft van de race onder de minimale bandenspanning van 1,88 had gezeten. Omdat het zijn tweede overtreding was, kreeg de Aprilia-coureur drie seconden bij zijn tijd opgeteld. Achter Luca Marini werd Espargaro daarom slechts als achtste geklasseerd. Marc Marquez, Pol Espargaro en ook winnaar Martin kregen vanwege een eerste overtreding de reglementaire waarschuwing. Martin had als raceleider geen problemen ondervonden met zijn voorband. Om een te hoog oplopende bandenspanning en temperatuur te voorkomen, dienen teams vooraf al te anticiperen op een raceverloop. Martins te lang te lage spanning doet vermoeden dat zijn team niet verwachtte dat hij de race grotendeels zou leiden. De wetenschap dat een volgende overtreding hem een tijdstraf oplevert, zal mogelijk in de resterende drie races ook Martins tactiek beïnvloeden en/of de bandenspanning van zijn voorband.