GP Wegrace Barcelona, Catalonië
Drie Grands Prix op rij leidde Jorge Lorenzo van start tot finish. In Barcelona etaleerde de voormalige MotoGP-wereldkampioen zijn glanzende vorm. Ook op het circuit van Montmelo kwam geen andere rijder dan Lorenzo als kopman voorbij start en finish. Maar liefst 103 ronden aan een gaf Lorenzo in vier races het tempo aan. Valentino Rossi is hij daardoor in de tussenstand genaderd tot op één punt. Marc Marquez ging voor de derde keer dit jaar onderuit in de race.
In 2009 vochten toen regerend wereldkampioen Valentino Rossi en zijn teamgenoot Jorge Lorenzo een onvergetelijk duel uit in Barcelona. Door een briljante inhaalactie in de laatste bocht kwam Rossi terug uit ogenschijnlijk verloren positie en won de Grand Prix. Het was zijn negende overwinning in zijn geliefde Barcelona – en ook zijn laatste. Casey Stoner kwam afgepeigerd als derde binnen en Rossi, Lorenzo en Stoner kwamen met evenveel punten naar Assen. Echt spannend werd de Dutch TT van 2009 echter nooit, met een controlerende Rossi voor Lorenzo, en een met zijn gezondheid worstelende Stoner op grote achterstand. Zes jaar later bedraagt het verschil tussen klassementsleider Rossi en Lorenzo slechts één puntje, en de voortekenen beloven een spannende Nederlandse Grand Prix. Het Circuit van Drenthe behoort tot de favorieten van zowel Rossi als Lorenzo. Hun recente geschiedenis in Assen vertelt echter twee verschillende verhalen. Rossi won er in 2013 na ruim twee en een half jaar weer eens een Grand Prix (zijn achtste op Nederlandse bodem), maar Lorenzo vier desastreuze jaren. In de door Marc Marquez gewonnen TT van 2014 betitelde Lorenzo zichzelf – na zijn veelbesproken sleutelbeenbreuk in Assen een jaar eerder – als de angstigste coureur op de vochtige baan. Na vier overwinningen op rij in 2015 blaakt Lorenzo echter van het zelfvertrouwen, rijgt Rossi de ene podiumplek aan de volgende en krijgt Marquez meer tikken dan gezond is voor zijn zelfvertrouwen. Net als in Mugello pasten Rossi en Lorenzo er voor om de regerende kampioen af te schrijven, na de Catalaanse Grand Prix kwam het besef dat de strijd om de MotoGP-wereldtitel steeds meer een duel wordt tussen twee rijders die in 2014 al vanaf de eerste race tot een kansloze achtervolging werden veroordeeld. “Wat nu gebeurt met Marc kan in de tweede helft van het jaar ook met ons gebeuren”, waarschuwde Lorenzo nog. “Maar hij kan niet nog een keer falen.” Die laatste uitspraak deed Lorenzo op donderdag vóór de wedstrijd.
Maar de situatie waarin Marquez verkeert is alarmerend. Het feit dat het Repsol/Honda Team daags na de Grand Prix zogenoemde ‘back to back’-testen deed met het 2014-chassis (met 2015-swingarm), tekende dat de kampioenen van de afgelopen seizoenen desperaat zoekende zijn, terwijl Rossi, Lorenzo en Yamaha zich aan de andere kant van het spectrum lijken te bevinden.
De Grand Prix van Catalonië werd in ieder geval voor Lorenzo een vierde zegetocht op rij, met Rossi in de rol van de klassementsleider die de schade tot een minimum beperkt hield. Niet eerder won Lorenzo in de MotoGP vier opeenvolgende races. De averij van Marquez was zonder twijfel groter dan weer 20 of 25 verloren punten. Vanaf de vierde startplaats dook Marquez meteen achter kopstarter Lorenzo aan, schaduwde hem twee ronden – ruim voor Andrea Dovizioso en Valentino Rossi – en maakte in de derde ronde een kostbare fout. Marquez remde te laat, kon de leidende Lorenzo ternauwernood ontwijken en belandde in de grindbak. Daar viel hij om. Zijn race was voorbij door een afgebroken schakelpook; zijn tweede nulscore op rij, iets wat Marquez sinds zijn debuutseizoen in de Moto2 in 2012 niet meer was overkomen. Een nieuwe uitlaat zorgde voor een iets betere vermogensafgifte, maar genoeg was die verbetering duidelijk niet. “Natuurlijk wilde ik finishen en ik voelde dat ik beter kon met Jorge en Valentino dan in vorige races”, deed Marquez zijn verhaal. “Maar het probleem met het aanremmen voor bochten hebben we nog niet verholpen. Als ik alleen rijd in de training, kan ik wijd gaan als het moet met een glijdende machine. Nu was het gevaarlijk. Ik zat achter Jorge, remde net zo laat als de ronde daarvoor, maar de machine begon te glijden en het was heel moeilijk om ‘m af te remmen. Om Jorge niet te raken, ging ik wijd.”
Dat liep verkeerd af, maar Marquez benadrukte dat hij Lorenzo niet had geraakt. Met 69 punten achterstand op Rossi en 68 op Lorenzo lijkt Marquez’ situatie hopeloos – de snelste raceronde veranderde daar niets aan. “Ik heb nu niets meer te verliezen”, wist de 22-jarige coureur ook. “Vandaag nam ik een risico en mensen zullen zich afvragen waarom ik niet koos voor punten. Natuurlijk kan ik op 20 seconden finishen (zoals zijn teamgenoot Pedrosa, red), maar zo zit ik niet in elkaar. Ik weet ook dat ik niet elke race kan verliezen en dat het heel moeilijk wordt om mijn titel te prolongeren. Ons doel is nu om zo dicht mogelijk bij de Yamaha-mannen in de buurt te komen.”
Vanaf de vierde ronde had Valentino Rossi alleen Lorenzo nog voor zich, maar wat de Italiaan ook probeerde: zijn teammaat bleek niet te achterhalen, Rossi’s indrukwekkende eindsprint die hem tot op 0,885 seconde bracht, ten spijt. “Dit was één van mijn zwaarste races”, vertelde Lorenzo na zijn 58e GP-overwinning. “Vooral de laatste tien ronden waren moeilijk. Het gaatje met Valentino probeerde ik te controleren, maar hij reed zo sterk. Het was warmer dan tijdens de trainingen (3 graden buitentemperatuur en 7 graden asfalttemperatuur, red.) en dat maakte het extra lastig. Ik kon niet dezelfde bochtensnelheden houden als op zaterdag. Toen Valentino in één ronde plotseling 0,6 goedmaakte, zei ik tegen mezelf ‘Jorge, je moet meer pushen, meer riskeren’. Als ik dat niet had gedaan, zou Valentino alleen nog maar meer motivatie hebben gekregen om nog eens aan te zetten. Valentino is een ‘zondagsrijder’, hij heeft meer overwinningen dan poles. Dus ik remde later, ging eerder op het gas. Die voorsprong bewaren was zwaarder dan ooit.” Lorenzo hield vol dat hij was geraakt door Marquez. “Ik wist niet dat hij het was, maar ik werd geraakt. We hadden er beide af kunnen gaan.”
Andermaal legde Rossi de basis voor zijn nederlaag op zaterdag, want in de kwalificatie kwam hij niet verder dan de zevende startplaats. “De opzet van de kwalificatie is niet goed voor mijn stijl”, meende Rossi. “Maar de situatie is voor iedereen hetzelfde en we moeten er mee omgaan. Daar komt bij dat de Ducati’s en hier ook de Suzuki’s met de softe compound in de kwalificatie erg snel zijn. Ik moet in de top 5 of 6 staan voor een goede race. Op dat punt moeten we ons verbeteren. In de race dacht ik twee keer dat ik het gaatje naar Jorge zou kunnen dichten. Het lukte niet. Toen ik de tweede plaats overnam, lag ik al anderhalve seconde achter. En met Jorge in deze vorm is dat heel moeilijk goed te maken. Enerzijds is het erg jammer, omdat ik de snelheid had om met Jorge te vechten voor de winst. Anderzijds, het was een belangrijke tweede plaats.”
De als zesde gestarte Dani Pedrosa reed van de tiende plaats in de openingsronde uiteindelijk naar de derde plaats op het podium. Het was zijn eerste top 3-klassering sinds de Maleisische Grand Prix van vorig jaar. “Ik heb een paar moeilijke beslissingen moeten nemen en alles leek tegen me te wijzen, maar ik heb mijn hart gevolg en dat was het beste wat ik kon doen”, vertelde Pedrosa, terwijl hij verwees naar de armoperatie die hij na de GP van Qatar onderging. “Elke race gaat het beter en ik voel dat ik meer kan gaan aanvallen.”
Op zaterdag stalen Aleix Espargaro en MotoGP-rookie Maverick Viñales de show door hun Suzuki’s in de kwalificatie vóór Jorge Lorenzo op de eerste twee plaatsen te zetten. Het was de eerste Suzuki 1-2 sinds de Grand Prix van Spanje van 1993, toen Kevin Schwantz en Alex Barros in de 500 cc-klasse de twee beste startplaatsen claimden. De laatste Suzuki-pole dateerde uit 2007: in Assen startte Chris Vermeulen op de GSV-R vanaf de eerste plaats. De nieuwe viercilinder krachtbron die Espargaro en Viñales in Barcelona voor het eerst tot hun beschikking hadden, was een merkbare vooruitgang. Een ‘seamless shift’-bak ontbrak nog, en Espargaro sprak de verwachting uit dat die mogelijk in Duitsland beschikbaar is. “Ik denk dat we een paar kilometer meer topsnelheid hebben”, aldus Espargaro na zijn tweede MotoGP-pole ooit. ‘Het vreemde is ook dat de vermogensafgifte beter is. Het motorkarakter is totaal anders dan eerst. De acceleratie is niet beter, maar de motor is veel vloeiender van onderuit en dat is prachtig nieuws. Ik maakte me eerst zorgen, want meer vermogen betekent vaak een agressievere motor. Maar dat is dus niet zo. De elektronica is ook verbeterd, maar we moeten nog stappen maken.”
Op de racedag werden de twee Suzuki-coureurs bij de start echter links en rechts voorbij gereden. Tot grote ergernis van Espargaro. “Het is mooi als je vanaf de pole mag starten, maar als de als tiende de eerste bocht in gaat, wordt het moeilijk. Je kunt je niet voorstellen hoe boos ik was”, foeterde de Suzuki-kopman, die van vele collega’s lof toegezwaaid had gekregen. “Ik heb de eerste drie ronden veel geriskeerd en daardoor reed ik mijn voorband aan stukken. Ik merkte al snel dat het gevoel anders was dan in de kwalificatie.”
In de zesde ronde kwam Espargaro na een crash van Andrea Dovizioso – hij viel in zijn pogingen om Lorenzo en Rossi bij te houden – zelfs even voorbij als derde, maar Pedrosa kon hij niet achter zich houden. Het was het begin van het einde voor Espargaro, want vijf ronden voor het einde gleed hij over de voorkant onderuit. Ondanks zijn knappe optreden was de emotionele Espargaro vooral gefrustreerd. “Beide fabrieks-Yamaha’s waren beter dan wij, maar we waren net zo sterk als de Ducati’s en de Honda’s. Dat is een grote verbetering. Maar we zijn niet gefinisht. Die pole interesseert me niet. Dit was de zevende race en we hebben nog steeds een grote achterstand op de rest. Ik ben hier niet om als laatste van de snelle rijders te finishen, ik wil niet op een halve minuut zesde, zevende of achtste worden. Ik wil bij het podium in de buurt komen.”
Maverick Viñales reed knap van de dertiende naar de zesde plaats, vijf seconden achter vierde man Andrea Iannone. Het circuit van Assen lijkt met zijn snelle vloeiende bochten gemaakt voor de Suzuki GSX-RR. Met de 2014-polesitter Espargaro aan de clipons kan de de Suzuki het misschien de Yamaha’s, Honda’s en Ducati’s in Assen erg lastig maken.