Nieuws

GP Wegrace Australië en Maleisië

Zelfs binnen Ducati had men na Pecco Bagnaia’s rampzalige vierde racecrash tijdens de Grand Prix van Duitsland even de hoop opgegeven op een eerste wereldtitel in 15 jaar. Maar Bagnaia dichtte een schier onoverbrugbare kloof van 91 punten op Fabio Quartararo en werd dankzij een derde plaats in Australië de nieuwe WK-leider. Een week later zette hij in Maleisië met zijn zevende seizoenszege een grote stap naar die in juni nog onmogelijk geachte wereldtitel.

Een overwinning voor een rijder die vanaf een tiende startplaats voor het eerst in veertig races weer eens wint met een fabrikant die over een paar races uit het kampioenschap stapt, een coureur die met zijn eerste podium van het seizoen zijn honderdste top 3 in de MotoGP-klasse viert, een als derde finishende rijder die de nieuwe klassementsleider is, de ‘Rookie of the Year’ die als vierde finisht, net voor degene die vanwege een ‘ontplofte’ airbag twintigste is na de derde ronde maar in de slotronde met twee inhaalacties vijfde wordt, de eerste zeven finishers binnen 0,9 seconde – de eerste Australische Grand Prix sinds 2019 kende talloze verhalen. Daartoe behoorden ook de vrije val van een wereldkampioen en thuisfavoriet Jack Miller die uit de wedstrijd werd getorpedeerd in de bocht die dat weekend naar hem was vernoemd. Het ‘old school’-circuit van Phillip Island bood in een ‘langzame’ race een ongekend spektakel, waarin alle rijders zich zeer bewust bekommerden om het zuinig omgaan met de achterband. Polesitter Jorge Martin voerde tot bijna halverwege het veld aan, totdat de van ver gekomen Rins zich één ronde lang aan de kop meldde.

Daarna werd hij op snelheid gepasseerd door Pecco Bagnaia. De Italiaan wist toen al dat hij Australië kon verlaten als de nieuwe koploper in de tussenstand. Fabio Quartararo zat tot de vierde ronde in de kopgroep, maar maakte voor de op zaterdag tot Miller Corner omgedoopte vierde bocht een grote remfout, waardoor hij terug werd geworpen naar de 22e plaats. De Fransman vocht zich terug naar de vijftiende plaats – waarbij hij in één ronde de andere drie Yamaha-rijders passeerde – maar crashte vervolgens in de elfde van 27 ronden. Bagnaia, kort voor de start worstelend met zijn ‘holeshot device’ waardoor hij matig begon, kreeg via zijn team direct door dat Quartararo uit de race was. “Mijn race veranderde volledig toen ik dat zag”, gaf Bagnaia toe. Wat dat inhield, bleek in de laatste ronde. Tweede man Rins vond in de tweede bocht een kleine opening bij leider Bagnaia en stuurde zijn Suzuki vlijmscherp binnendoor, en op een derde plaats besloot Marc Marquez evenmin af te wachten en volgde op dezelfde plek Rins’ voorbeeld. Dat het duo twee ronden eerder de sterke Marco Bezzecchi voorbij waren gegaan. “Toen ze me passeerden, zei ik tegen mezelf ‘als de kans komt, pak ik ‘m, maar ik ga geen enkel risico nemen’. Dat heb ik dit jaar al te veel gedaan”, refereerde Bagnaia aan onder meer zijn crash in de laatste ronde van de Japanse Grand Prix. De kans kwam niet. Rins en Marquez bepaalden wie de race zou winnen. Marquez probeerde het wel, maar de verdedigend rijdende Rins bood hem geen mogelijkheid en maakte van het vertrekkende Suzuki de vijfde winnende constructeur in 2022; alleen Honda wacht nog op een overwinning.

Zelf werd Rins de zevende winnaar van dit seizoen. “Toen ik achter Pecco zat en in het begin achter Martin, besefte ik dat ze misschien wat te langzaam waren”, vertelde Rins, slechts elfde na drie ronden. “Ik probeerde om vooraan een gaatje te slaan, maar ze pakten me op het rechte stuk terug. Daarom leek het me beter af te wachten of ik aan het eind nog wat over zou hebben. Ik wist dat ik tussen de eerste en tweede bocht kansen zou hebben als ik achter Pecco as tweede de laatste ronde in zou gaan.” Door de op Phillip Island slechts licht belaste rechterkant van de band in de eerste bocht extra te belasten, nam Rins de snelheid mee in zijn favoriete inhaalplek. Het plan werkte.

Als enige koos Marquez in de race voor een zachte compound achterband: “Het werd me afgeraden, maar ik zei ‘jongens, ik neem die gok, ik neem de verantwoordelijkheid’. Dat je dan de enige op de grid bent, maakt niet uit. Het is de enige manier om er hier bij te zitten met de Honda”, meende Marquez na zijn eerste podium van het jaar. Hij was complimenteus naar Rins toe. “Als iemand voor je zo goed verdedigt, kun je niks doen.” Het was de eerste race sinds de Grand Prix van Spanje van 2020 had kunnen genieten, zei Marquez. “Maar we moeten realistisch blijven. Het is een circuit met vooral linker bochten (Marquez’ voorkeur, red.) en de pace was super langzaam. De eerste tien, vijftien ronden pushte ik niet. Ik was zuinig op de band en ook op mezelf.”
Met een volledig versleten voorband was Bagnaia meer content over het feit dat hij voor het eerst in zijn MotoGP-carrière de tussenstand aanvoerde dan over zijn derde plaats. Zijn achterstand van twee punten op Quartararo, de WK-leider sinds de vijfde race van het jaar, zette Bagnaia desondanks om in een voorsprong van veertien punten. Terwijl de als negende gefinishte Aleix Espargaro vooral baalde vanwege een te voorzichtig gekozen traction control en de ‘vele fouten die we de laatste drie races hebben gemaakt’, waren Quartararo’s problemen nog groter na zijn derde nul in 2022. “Als ik alleen ben, zie je dat mijn pace super sterk is”, benadrukte de Fransman nog eens. “Maar in de race is het altijd moeilijk. Natuurlijk missen we vermogen, maar ook grip. We moeten korter kunnen afdraaien met iets minder bochtensnelheid. Dat is voor mij het belangrijkst.”

Ook de race in Maleisië zinderde van de spanning, maar dan vooral onderhuids. Ook tijdens de trainingsdagen bleek al de enorme druk bij de grootste titelkandidaten. Niet minder dan negentien rijders crashten op zaterdag, en daartoe behoorden Bagnaia – hij kwam twee maal ten val – Quartaro – hij liep een fractuur op in zijn linker middelvinger – en Espargaro. Het leidde ook tot een niet alledaagse startopstelling, met ondanks een schuiver Jorge Martin andermaal op pole, Enea Bastianini als tweede en Marc Marquez die – ook na een val – de laatste startplek op de eerste rij claimde. Maar Bagnaia strandde op een slechts negende plaats, maar nog wel voor tiende man Espargaro, terwijl Quartararo met een twaalfde tijd zijn slechtste kwalificatie noteerde. Net als in Phillip Island nam Martin direct de kop, maar vanaf die negende plaats stootte Bagnaia al in de eerste bocht naar de tweede positie.

Ook Quartararo nam risico in de eerste bochten en kwam na de eerste doorkomst als vijfde voorbij starrt en finish. Zes ronden later passeerde hij de daarna afzakkende vierde man Marquez. Martin leek prima kansen te hebben op zijn eerste overwinning van het jaar, maar in de zevende van twintig ronden dook de Pramac-coureur het grind in. Bagnaia kreeg zo de leiding in handen, met een nadrukkelijk schaduwende Bastianini. Halverwege passeerde die kopman Bagnaia. Wegrijden lukte Bastianini echter niet en Bagnaia nam drie ronden later het heft weer in handen. Dat Quartararo zijn achterstand met ruim een seconde had teruggebracht, was voor Bagnaia ook een reden om nog eens aan te zetten. Terwijl Quartararo een knap antwoord had op de druk van de sterk rijdende Bezzecchi, behield Bagnaia ondanks een tot in de laatste bocht pushende Bastianini het hoofd koel. Met zijn zevende zege van het jaar bouwde hij zijn voorsprong op Quartararo uit tot 23 punten. “Ik ben nog nooit zo goed gestart! Het was ongelooflijk”, glunderde Bagnaia. “Ik miste alle momenten voor een proefstart, want ik viel in de derde vrije training en ook in de kwalificatie. En ook mijn twee starts in de warm up waren niet zo goed. Maar we hadden tijdens de test in Barcelona iets veranderd aan het launch systeem en daarna waren ze allemaal perfect. Vandaag was de beste. Het was een beetje riskant, maar heel belangrijk.”

Die briljante start gaf ook rust, beaamde Bagnaia. “Na de eerste twee bochten wist ik dat ik me kon aanpassen. Jorge’s pace was te veel voor me en ik drukte mijn tempo iets. Helaas crashte hij, ik denk ook omdat hij te veel van zijn achterband vroeg. Maar hij was heel snel. Het moeilijkste moment was toen Enea me inhaalde en ik wist dat Fabio derde was. Het was belangrijk om zo veel mogelijk punten uit te lopen op hem, zodat ik in Valencia wat rustiger kan zijn. Maar ik zag dat mijn pace beter was dan die van Enea en ik probeerde weer om hem in te halen en geen kansen meer te geven met remmen. Heel moeilijk, maar één van de beste momenten van het seizoen.”

Bagnaia pushte, maar oververhitte zijn achterband en liet die weer iets afkoelen voor de cruciale laatste ronden. Dat de Gresini-coureur een kleine fout maakte, zorgde voor iets meer lucht. “Maar ik remde vandaag zó hard, terwijl ik wat verloor in de lange bochten waar Enea meer hellingshoek had en meer tractie. Ik had meer tractie uit de langzame bochten. Het laatste deel bracht me de winst.” Omdat Aleix Espargaro na een onverwacht zeer moeizaam weekend niet verder kwam dan een tiende plaats – Franco Morbidelli werd voor een te brute inhaalactie op de Aprilia-coureur bestraft – naderde Bastianini met zijn zesde top 3 van het jaar derde man Espargaro tot op één punt in de stand. Bastianini was blij met zijn race, maar niet met het laatste deel. “Mijn tractie uit de langzame bochten was weg”, vertelde hij. “Ik probeerde alles om hem in de laatste bocht in te halen, maar het was onmogelijk. Bij de start dacht ik dat ik de mogelijkheid had om aan kop een gat te slaan, maar ik verloor het vertrouwen aan de achterkant.” Dat hij met Bagnaia vocht voor de winst, had meegespeeld, gaf Bastianini toe. “Soms moet je aan andere dingen denken. Hij rijdt voor de titel.”

Met zijn eerste podium in zes races was Quartararo zeer tevreden. Zijn gekwetste vinger – “adrenaline is een geweldige pijnstiller” – bezorgde hem wat problemen bij het bedienen van het ‘ride height device’, maar had hem niet belet om ‘één van mijn beste races’ te rijden. Zijn achterstand op Bagnaia bedroeg 2,4 seconden. “Ik had natuurlijk niet gehoopt op een overwinning van Pecco, maar ik heb alles gegeven”, had Quartararo genoten. “Het draaide allemaal om de start en de eerste ronde. We wilden onze band goed houden tot het eind, maar ik heb juist heel erg gepusht aan het begin. Onze machine is niet zo zuinig op de banden, dus ik moest twee, drie ronden pushen om voor Marc te komen.” De aandringende Marco Bezzecchi naderde Quartararo tot op enkele tienden. “Maar ik pushte als een dolle, want ik wist ook dat anders Pecco wereldkampioen zou zijn geweest. Maar ik wilde ook oip het podium komen en ik wist dat ik hem niet terug zou kunnen pakken als hij me voorbij was gekomen. En hoewel de kansen heel klein zijn, zal ik blijven vechten in Valencia.”

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Yamaha MT-09 Y-AMT

Eerste Test Yamaha MT-09 Y-AMT

19 september, 2024

Ruim twaalf jaar – sinds de komst van de NC700 DCT – had Honda zo’n beetje het alleenrecht op ...
Alpenmasters 2024 – Mid Nakeds

Alpenmasters 2024 – Mid Nakeds

5 september, 2024

Waarom de KTM 990 Duke en Yamaha MT-09 tot de succesnummers van deze twee fabrikanten behoren, wordt niet alleen op ...