GP Wegrace Argentinië
Drie weken eerder zorgde de seizoensopening van het Grand Prix-seizoen in Qatar nog voor de meest close top 15 ooit, in Argentinië legde Marc Marquez ongenadig de zweep over de naar adem happende concurrenten. En hoewel de Honda-coureur in zijn laatste ronde al volop aan het vieren was, bedroeg zijn voorsprong nog altijd 9,8 seconden, zijn grootste winstmarge in een droge MotoGP-race. Valentino Rossi verdiende applaus met zijn tweede plaats voor Andrea Dovizioso.
Sinds 2014 staat op het razendsnelle Termas de Rio Hondo de Grand Prix van Argentinië op de kalender. In de voorgaande vijf edities was er altijd een hoofdrol voor Marc Marquez. In het eerste jaar versloeg hij teamgenoot Dani Pedrosa en een jaar later luidde de Argentijnse grand prix de breuk in de vriendschappelijke verhouding in met Valentino Rossi. Toen de ogenschijnlijk comfortabel leidende Marquez werd gepasseerd door Rossi tikte hij het achterwiel van zijn tegenstander aan en crashte hard – de beschuldigende vinger wijzend naar Rossi. In 2016 was Marquez te snel voor tweede man Rossi. De definitieve ‘meltdown’ in hun relatie vond plaats in Termas in 2017. Nadat hij zijn machine had laten afslaan op de grid, reed de gestreste Marquez zijn Honda tegen de rijrichting in terug naar zijn startplaats. Het leverde hem een ‘ride through’ op en tijdens zijn onbesuisde inhaalrace toonde hij weinig mededogen met tegenstanders. Ook niet met de als zesde rijdende Rossi, die na contact met Marquez op het natte gras onderuit gleed. Na afloop kreeg de als vijfde gefinishte Marquez alsnog een halve minuut straf. Ook in de editie van 2019 speelden Marquez en Rossi hoofdrollen, en ook dit maal verliep de Grand Prix van Argentinië niet rimpelloos voor de regerende wereldkampioen. Zijn vrijdag kende een valse start toen zijn Honda niet wilde starten en een stang van de starter afbrak en op de motor bleef zitten. In de laatste vrije training op zaterdag mocht Marquez van geluk spreken dat hij niet onderuit ging toen de ketting van het tandwiel liep. Hoewel hij in de kwalificatie slechts de beschikking had over één machine, pakte Marquez – met een strategie van twee pitstops en drie nieuwe achterbanden – zijn vijfde pole in zes Argentijnse grands prix. Hoe zeer Marquez op alles voorbereid wilde zijn, toonde hij in de warm-up op zondagochtend. Vanwege de voorspelde regen besloot hij als enige van de kanshebbers om één rondje een setje regenbanden ‘in te rijden’ – je kon immers maar nooit weten. De regen bleef uit, en Marquez gaf een zelden vertoonde masterclass. Na één ronde bedroeg Marquez’ voorsprong één seconde op Rossi, een doorkomst later keek de nieuwe tweede man Andrea Dovizioso al tegen een gat van 2,4 seconden aan en nog eens een kleine vijf kilometer later had Marquez de marge vergroot tot 3,1 seconden. De bandenslijtage die hem in 2015 fataal werd, bleef dit maal wel uit en met een voorsprong van 12,4 seconden begon Marquez zijn laatste ronde – al een vervroegde ereronde voor zijn 71e grand prix-overwinning. “Natuurlijk ben ik blij omdat ik won en ook omdat het kampioenschap leidt, maar ik ben nog blijer met de manier waarop we dit weekend hebben gewerkt. Het was één van mijn meest solide weekends in mijn carrière”, verbaasde Marquez toch ietwat na zijn problemen op vrijdag en zaterdag. “Ik voelde me alle sessies snel en ik begreep hoe ik de race moest controleren. In de eerste ronden kon ik het grootste gat slaan – dat was mijn strategie. Toen ik het gat zag, probeerde ik de voorsprong te managen en de race uit te rijden.”
Marquez vertelde voor aanvang van de race over twee scenario’s te hebben nagedacht. “Plan A was een goede start maken en te pushen vanaf het begin. En plan B was niet zo goed starten, want je weet maar nooit met de Ducati’s, en vervolgens wachten tot het eind om eerst de banden te sparen. Maar ik zag dat ik al snel een gat had. Aan het eind nam ik al niet meer alle risico’s. In Qatar was het moeilijker om op het podium te finishen dan om in Argentinië te winnen.”
Ver achter de rug van Marquez was de Grand Prix van Argentinië een pakkende wedstrijd, waarin lang zeven rijders vochten om de tweede plaats. Het meeste kopwerk werd gedaan door Andrea Dovizioso, slim profiterend van de power en topsnelheid van zijn Ducati. Valentino Rossi had één ronde niet alleen Marquez en Dovizioso maar ook de sterk rijdende Jack Miller voor zich; daarna kon de onverslijtbare Italiaan zich vooral concentreren op Dovizioso. Ook Danilo Petrucci, de als tweede gestarte Maverick Viñales en Yamaha-merkgenoot Franco Morbidelli behoorden tot die groep. Ook Cal Crutchlow zat voorin, maar in de vijfde moest de Brit binnenkomen voor een ‘ride through’. Het panel van Stewards onder leiding van drievoudig wereldkampioen Freddie Spencer had geconstateerd dat Crutchlow vanaf de achtste plaats – minimaal – had bewogen vóór de start en strafte de winnaar buitengewoon hard. Vanaf de laatste plaats reed Crutchlow nog naar de dertiende positie; hij was de enige die met Marquez ronden van onder 1 minuut veertig reed. Na afloop was Crutchlow witheet. Spencers beslissing kwalificeerde hij na het zien van de beelden als ‘belachelijk’. “Niemand in mijn team was het er mee eens, maar natuurlijk hadden de Stewards unaniem dezelfde mening”, vertelde Crutchlow met ingehouden woede. “Mijn pace was goed genoeg voor de tweede plaats en dat maakt het extra zuur.” Met zijn verplichte pitsbezoek verloor Crutchlow zo’n 26 seconden, die, indien geschrapt, hem theoretisch daadwerkelijk op vijf seconden achter Marquez de tweede plaats zouden hebben opgeleverd.
Crutchlows rol in de kopgroep werd overgenomen door Alex Rins, die een catastrofale kwalificatie meer dan goed maakte. De Suzuki-coureur kwam vanaf de zestiende startplaats naar voren en sleepte er in een bikkelharde strijd achter Miller, maar voor Petrucci een fraaie vijfde plaats uit, twee seconden achter derde man Dovizioso. In de laatste ronde hoopten Viñales en Morbidelli nog voorbij Petrucci te kunnen glippen, maar Morbidelli raakte Viñales en beiden klapten hard tegen het asfalt. Op weg naar een toch teleurstellend resultaat – de winnaar van de Argentijnse grand prix van 2017 kon voor de tweede opeenvolgende race een start van de eerste rij niet omzetten in een aansprekend resultaat – was clement voor Morbidelli. “Het was de laatste ronde en allemaal wilden we het maximale”, begreep de Yamaha-coureur, die op een ‘niet perfecte machine’ na een goed start terugviel. “Het was niet meer dan een fout. Misschien maak ik de volgende race wel dezelfde fout.”
In de laatste ronde ronde vochten Dovizioso en Rossi om de verdeling van de laatste twee podiumplaatsen. En eindelijk stond Rossi voor het eerst sinds zijn tweede plaats achter Marquez tijdens de Grand Prix van Duitsland van vorig jaar weer eens dik verdiend op het podium. “Ik ben erg blij, het is heel lang geleden”, lachte hij breeduit. “In Maleisië en Valencia vorig jaar had ik op het podium kunnen staan, maar het ging mis en ik had een vieze smaak in de mond over de afloop van 2018. Dit is voor ons belangrijk. Vanaf vrijdag hebben we goed gewerkt en vanaf de eerste vrije training reed ik zelf ook goed. De race was goed, maar eerlijk gezegd had ik verwacht dat ik sneller zou zijn en ik probeerde Dovi te passeren. Maar de asfalttemperatuur was hoger en ik was niet heel snel. Dovi bleef het grootste deel van de race voor me zitten, maar ik wist dat ik op sommige plekken sneller was. Ik weet ook dat je in een duel met Andrea heel precies moet remmen en zeven bochten voor de finish kon ik hem voorbij. Een rechtstreeks duel winnen van Dovi is altijd mooi, zo’n gevecht winnen in de laatste ronde is altijd spannend.”
Starten als vierde vanaf de tweede rij – en met een medium achterband als tegendraadse keuze – was cruciaal geweest voor zijn uiteindelijke resultaat, aldus Rossi. “In de kwalificatie kan iedereen in één rondje 120 procent uit de motor en de banden halen. Zit je op 110 procent, dan sta je op de derde rij. En ik was klaar voor de race, mijn pace was goed.”
Op de dag af 23 jaar nadat zijn Grand Prix-debuut in het Maleisische Shah Alam als zesde afsloot, behaalde Rossi 384 grands prix later zijn 233e podium. “Het lijkt wel een ander tijdperk. Het was in zwart-wit op tv! In het eerste deel van mijn carrière won ik veel races en veel titels, maar je komt op een punt aan dat het allemaal moeilijker wordt. Als er jongere en sterkere tegenstanders aan komen. Dan moet je je afvragen of je thuis wilt blijven en je trofeeën wilt bekijken of dat je nog door wilt gaan met het vechten omdat je het graag doet. Zo is het met mij.”
Op een circuit waar hij in 2016 met een tweede plaats Ducati’s enige podium behaalde, werd Dovizioso derde. Blij was hij echter niet. “Ons doel was het podium en dat is ons gelukt”, begon de vice-wereldkampioen van de laatste twee seizoenen. “Maar ik ben niet heel blij met hoe de band (net als Marquez koos Dovizioso een softe achterband, red.) werkte in de race. In de laatste tien ronden was ik niet zo snel als ik wilde, toen ik het gat wilde slaan op Vale. Hij deed het heel goed, maar een derde plaats is oké.” Op een overwinning had de winnaar van Qatar niet gerekend. “Als Marc rijdt zoals vandaag is hij niet te kloppen. Dan moeten wij er het maximale uit halen.”
Dovizioso’s voormalige teamgenoot Jorge Lorenzo kende weer een dramatisch weekend. Na de eerste dag stond de Repsol Honda-coureur op een seconde van snelste man Dovizioso geklasseerd – als 21e. Op zaterdag verbeterde Lorenzo zich zodanig dat hij rechtstreeks naar Q2, de tijdtraining voor de snelste twaalf rijders, mocht. In de slipstream van teammaat Marquez hoopte hij meegesleept te worden naar een goede startplek, maar die opzet mislukte. Omdat hij de baanlimieten overschreed verloor Lorenzo zijn snelste ronde – achter Marquez geklokt – en moest als twaalfde starten. Dat verliep verre van vlekkeloos, vertelde Lorenzo, die uiteindelijk een kleine twee tellen achter rookie Miguel Oliveira als twaalfde finishte. “Ik kan ook niet nog maar een klein beetje tevreden zijn”, vond hij zelf ook. “Net als in Qatar gebeurden er vreemde dingen. Bij de start drukte ik per ongeluk op de knop van de pitlimiter en toen ik in de gaten had wat ik had gedaan, lag ik laatste. Daarna gleed het handvat van mijn linker stuurhelft en moest ik de race uitrijden met mijn linker hand op het metaal van de clipon. Ik had nog geluk dat er voor me Morbidelli en Viñales crashten, en daardoor schoof ik nog op. Dat is het enige positieve.”
Na twee GP’s bezet de nog steeds niet fitte Lorenzo de veertiende plaats, 38 punten achter zijn leidende teammaat Marquez.