Gerrie Slegers – BMW R1200CL
« Terug naar Mijn TrotsDe R1200CL is bepaald niet het meest succesvolle hoofdstuk uit BMW’s recente historie, beseft ook Gerrie Slegers (58) zich terdege, “iedereen vindt ‘m afschuwelijk!”. Maar Slegers is niet iedereen, eerder de uitzondering die de regel bevestigd: “Hij heeft uitstraling, en waar het in zit, weet ik niet, maar ’t zit er in.”
“Op m’n vijftiende reed ik al brommer en toen ik achttien was, kwam het motorrijbewijs er ook meteen. En een motor natuurlijk, een Yamaha R1 350, die ik trouwens al op mijn 17e had gekocht. De eerste jaren heb ik veel verschillende motoren gehad, van een Suzuki TR500 tot een GS550, over het algemeen allemaal wat meer sportieve motoren. Op een gegeven moment echter heb ik een nieuwe Virago 750 gekocht, mijn eerste chopper en die beviel prima, daar heb ik een jaartje op drie met veel plezier op rond gereden. Al ben ik tussendoor nog wel even teruggegaan naar een naked bike, een Suzuki Bandit 1200S. Iemand anders uit ons groepje had er ook eentje en dat liep zo mooi, ik moest er zou er eentje hebben. Mijn toenmalige vrouw zei meteen al, ‘dat is niets voor jou’, en daar had ze wel een beetje gelijk in. Al na negen maanden heb ik ‘m ingeruild op een Honda VT1100C, dat chopperen lag me blijkbaar toch beter. Ja, en toen zat ik een keer een James Bond film te kijken en daar kwam de R1200C in voorbij. Ik had ‘m al eens in het voorbijgaan gezien, maar toen ik hem in die film zag dacht ik, ‘potverdorie, da’s nou nog eens een mooi ding’. Ik vond dat BMW altijd al wel mooie motoren maakte, maar de euro’s hè, die ontbraken. Op een dag ben ik bij Neutkens in Westerhoven wezen kijken, die had namelijk een bordeauxrode R1200C staan. Daar heb ik een paar uur op gereden en wat liep dat mooi, strak sturen ook. Ik was helemaal verkocht, alleen die centen weer. Maar ik wilde ‘m toch en toen ik de VT1100 aan een medewerker van me kwijt kon, heb ik van dat geld met een paar extra centen de C gekocht.
Drie jaar heb ik daar met héél veel plezier mee gereden, tot ik in een motorblad een verslag zag staan van een R1200CL. Ik zag de foto’s en dacht, ‘oh, wat mooi!’. Ik was er meteen helemaal hoteldebotel van. Op het moment dat ‘ie in de showroom van Neutkens kwam, stond ik er dan ook al op de stoep. Ik ging erop zitten en het was ‘m hè! Er hing alleen een prijskaartje aan van dik achttienduizend euro. Het heeft eventjes geduurd, maar toen ik de C goed kon verkopen aan een vriend van me, ben ik toch maar eens terug naar Westerhoven gegaan met de vraag: ‘Wat kost dat ding als ik ‘m een beetje aankleed?’ En toen ging die verkoper tellen en kwam hij uit op bijna 24 mille. Dat was wel even slikken. Maar, vind ik, als je ’t doet, moet je het ook goed doen. Natuurlijk niet direct beslist, maar op een gegeven moment heb ik de knoop toch maar doorgehakt en heb ik ‘m besteld. Hij is wat zwaarder dan de C, hij weegt dik 300 kilo, en ik heb er ook enigszins mee moeten leren rijden, maar ik heb er echt geen moment spijt van gehad. Ik heb ‘m niet voor niets al veertien jaar. Hij rijdt nog fijner dan mijn vorige C, ondanks dat die iets makkelijker stuurde. Alles zit erop en eraan, en echt, het is een geweldige machine. Toch zie je hem heel weinig, hij is hier totaal niet aangeslagen. Dat zal deels wel met de prijs te maken hebben denk ik. En de prestaties misschien, hij heeft maar 62 pk en al die kilo’s moeten wel worden meegesjouwd natuurlijk. Op een gegeven moment kreeg ‘ie op vakantie ook de bijnaam kameel, zo’n beest is ook traag hè. Gingen we een pas omhoog en als ik dan als laatste boven kwam, dan ging het van: ‘Daar is ‘ie weer met z’n kameel.’ Toch zijn die beide zaken niet het grootste probleem van de CL, dat is het uiterlijk. Echt iedereen vindt ‘m afschuwelijk. Ik niet, ik vind ‘m mooi, geweldig zelfs, maar ik ben de enige. Hij heeft uitstraling, en waar het in zit, weet ik niet, maar ’t zit er in. Weet je, als je geen haast hebt, is het een perfecte motorfiets, je komt er overal mee. Al moet ik wel eerlijk zijn, de laatste jaren rij ik veel met iemand achterop en dan is het zeker in de bergen wel efkes aanpoten. Ik heb zelfs op het punt gestaan om hem weg te doen. Ik had een K1200 aangeschaft, maar kreeg voor deze nog maar vierduizend euro terug. Ik dacht ‘nog even en ik moet er geld bij doen’. Dat heb ik dus niet gedaan en daar ben ik achteraf zo blij van. We zijn er weer wat meer mee gaan rijden en nu doe ik hem nooit meer weg. Nooit, nooit meer. Achteraf is het maar goed dat ‘ie nog maar zo weinig waard is!”