+ Plus

Dossier Euro 4: afscheid Yamaha XJR1300

De komst van Euro4 betekent dat ook bij Yamaha het doek voor een aantal modellen valt. Zo verdwijnt de SR400 van het toneel, maar ook de ‘good old’ XJR1300 moet het veld ruimen. Na meer dan twintig jaar trouwe dienst neemt de laatste vertegenwoordiger van het ‘Big Bike’-tijdperk uit de jaren negentig afscheid. We nemen de dikker vierpitter samen met de Racer-variant mee op een laatste blokje om….

Een hondenjaar is volgens de kenners gelijk aan zeven mensenjaren. Als zo’n vermenigvuldigingsfactor ook voor motorfietsen zou bestaan om de echte leeftijd te duiden, dan zou Yamaha’s XJR1300 stokoud zijn. De XJR dook immers in 1995 voor het eerst op in het Yamaha-programma, eerst als 1200, met het blok van de eerdere FJ1200, en later als 1300, zoals we hem nu nog steeds kennen. Het voordeel van zo oud zijn, is dat je in je leven heel wat voorbij hebt zien komen. En dat was in het geval van de XJR nogal wat: de pk-wedloop, de onvermijdelijke opkomst van ABS en de recente opmars van elektronica als bijvoorbeeld tractiecontrole, diverse rijmodi en semi-actieve vering. De XJR keek eens bedenkelijk, krabde zich achter de oren en hield zich verder stoïcijns verre van al die nieuwerwetse fratsen. Aan zijn bevallige lijf geen polonaise! Waar andere modellen zich gretig lieten strak trekken en aanpassen aan de veranderende grillen van de tijd, bleef de XJR altijd zijn onverzettelijke zelf. Als die bonkige zeeman met zijn eeuwige pakje shag in de zak van zijn morsige blouse en de onvermijdelijke tattoo van een anker op de onderarm. Een fiets voor echte kerels, zonder opsmuk en tierelantijnen.
Vooruit dan, in 2015 liet de XJR zich verleiden tot iets meer opsmuk. Wat subtiele aanpassingen, met onder andere een volledig zwart uitlaatsysteem, een compactere tank en wat gepolijste aluminium onderdelen, drukten de XJR wat meer richting de retro-hoek. Bovendien kwam er met de Racer-variant een café-racer-achtige uitvoering met klein stuurkuipje en clip-on stuurhelften bij.

Maar in al die jaren is de imposante viercilinder in het vooronder altijd het centrale middelpunt van de XJR geweest, een echte blikvanger. Het basiskarakter van die dikke vierpitter is door de jaren heen gelukkig onaangetast gebleven. De vier-in-lijn duwt man en paard al praktisch vanaf stationair toerental met een enorm machtig en vooral ook soepel gevoel voorwaarts. Alsof je aan een héééél lang elastiek hangt. In feite kun je de lekker soepel en trefzeker schakelende versnellingsbak dan ook meteen naar de vijfde en hoogste versnelling doortikken, zo beresterk is het blok al van onderuit. Toerentallen zeggen deze luchtgekoelde krachtpatser niets, er is altijd en overal meer dan voldoende punch voorhanden. Alleen helemaal bovenin het toerenbereik wordt het enthousiasme wat minder en komt de XJR een beetje achter zijn adem. Geeft niets, dat is inherent aan het concept van een dikke luchtgekoelde naked. De maximale 98 paarden krijgen bij 8.000 toeren de vrije hand, en daarna gaat het kaarsje langzaam maar zeker uit. Maar voor het zover is, heeft met name de Racer zich al goed laten horen. Die is voorzien van de optionele Akrapovic-demper en het geluid dat deze Sloveense pijp produceert past net even wat beter bij de masculiene uitstraling van de XJR dan het tamme briesje uit de standaard demper. Toch is die 98 pk vermogen altijd voldoende geweest, een grotere paardenstal heeft de XJR eigenlijk nooit nodig gehad. Vermogen en vooral vermogensafgifte voldoen in ruime mate voor alles wat een toeristische ingestelde naked bike-rijder op zijn verlanglijstje heeft staan. Voor de ultieme hartslag-180-beleving zijn er andere nakeds, ook bij Yamaha….
Nee, met een XJR, zeker in het geval van de Racer, is het vooral een kwestie van relaxed een beetje ‘posen’ en daar tussendoor met de wind in de smoel lekker ontspannen een stukje sturen. Niet met de ellenbogen het gras proberen te maaien, want dan bereik je al snel de grenzen van het rijwielgedeelte. Daar is de vering voor en achter te soepel voor en de grondspeling te beperkt. Gewoon relaxed zwieren en zwaaien, waarbij het flinke gewicht van beide Yamaha’s zich wel wat laat voelen en je de handen even uit de mouwen moet steken. Ook in dat opzicht zijn het beide vertegenwoordigers van de oude school. Toch is het stuurgedrag bij dit meer ‘gepaste’ gebruik heel goedmoedig, waarbij de XJR zich opvallend neutraal door het bochtenwerk laat sturen. Daarbij geven de rechte zit en het brede stuur ook nog eens een groot gevoel van controle. Bij de Racer is dat iets minder het geval en dat heeft alles te maken met de andere zit. Die is door de dieper geplaatst clip-ons en de daardoor wat meer uitgestrekte zitpositie wat inspannender, wat ook het stuurgevoel net even afstandelijker maakt.
Dat doet niets af aan de beleving van beide XJR-en, die is op beide modellen nagenoeg hetzelfde. Relaxed surfend op een bovenmodale en breed uitgesmeerde koppelgolf, waarbij je in met name de voetsteunen de licht vibrerende polsslag van de vierpitter voelt. Daarbij is je rechterhand tractiecontrole en ABS-sensor tegelijkertijd, want naar elektronica is het in het zadel van de XJR vergeefs zoeken. Ook in dat opzicht is het altijd een heel pure machine geweest, zonder elektronische opsmuk. Dus in het klassieke dashboard met ronde klokken geen oplichtende waarschuwingslampjes, die je op de aanwezigheid of activiteit van een elektronisch hulpsysteem attenderen. Met name het ontbreken van ABS is de laatste paar jaar natuurlijk wel een gemis geweest, maar ook zonder dit hulpje staan de ankers van de XJR nog best hun mannetje met een puike bite, prima doseerbaarheid en heldere feedback.

Terwijl het waterige zonnetje langzaam maar zeker richting het rimpelloze wateroppervlak van de Noordzee zakt, knijpen we nog een laatste keer in die remmen en parkeren we beide XJR-en op hun jiffy tussen de duinen. Nog een laatste keer luisteren we naar dat heerlijke concert van knisperende en tikkende geluiden, dat tijdens het afkoelen tussen de haast gebeeldhouwde koelribben van de beide vierpitters vandaan komt. Ook voor de XJR gaat de zon onder, definitief dit keer. De strenge Euro4-eisen en het ontbreken van ABS hebben hem na een rijk bestaan de das omgedaan. Jammer is het hoe dan ook, want hiermee verdwijnt ook de laatste der Mohikanen van het toneel, de laatste echte afstammeling van een toonaangevende generatie Big Bikes uit de jaren negentig. De XJR was daarbij jarenlang hét schoolvoorbeeld van een luchtgekoelde klassieke naked. Kijken, rijden, een liefkozende aai over de tank, glimlach en verder domweg genieten. Nee, motorgeluk hoeft niet ingewikkeld te zijn. De XJR wist je wat dat betreft echt te raken, emotioneren misschien wel. Het was een motorfiets in de beste zin des woords; een motorblok, een frame, een tank, twee wielen en een stuur. Niets meer, niets minder. Puur en vol karakter. Eerder je beste maat dan een vervoermiddel. Wel een met hoeken en randjes, maar is dat ook niet wat je nodig hebt om in een relatie gelukkig te worden? Maar helaas zit het er op en is het voorbij voor de XJR. Voor wie nu een traantje weg moet pinken: er zijn er nog een paar!

Lees meer over

Yamaha XJR1300

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Yamaha MT-09 Y-AMT

Eerste Test Yamaha MT-09 Y-AMT

19 september, 2024

Ruim twaalf jaar – sinds de komst van de NC700 DCT – had Honda zo’n beetje het alleenrecht op ...
Alpenmasters 2024 – Mid Nakeds

Alpenmasters 2024 – Mid Nakeds

5 september, 2024

Waarom de KTM 990 Duke en Yamaha MT-09 tot de succesnummers van deze twee fabrikanten behoren, wordt niet alleen op ...