Eerste Test Voge 500 AC
Voor wie het wil weten: AC in 500AC staat voor Advanced Classic. Dat staat weer voor een eigenwijze mix van oud en nieuw. Bij deze naked kan niemand Voge beschuldigen van kopieergedrag. Rijdt de A2-nieuwkomer net zo uniek als hij oogt?
Voge rolt niet alleen uit de Loncin-fabriek, maar is ook het paradepaardje van de motorfietsfabrikant die jaarlijks 2,5 miljoen motoren produceert. Daaronder zitten – zoals waarschijnlijk wel bekend – ook exemplaren voor BMW Motorrad, MV Agusta (het is nog heel even wachten op de eerste Voge-modellen die de ‘Italiaanse’ triple hebben) en ook Honda. Voor die laatste bouwde Loncin jarenlang de halve liters van de CB500X, CB500F en CBR500R. En laat dat blokje nou precies in deze 500AC terecht komen. Het kopieergedrag gaat dus niet op voor de vormgeving, maar laat zich onmogelijk ontkennen bij de aandrijfkracht.
Twee nauw aan elkaar verwante zaken vallen direct op bij Voge. De modellen zien er knap gemaakt uit met onderdelen van gerenommeerde toeleveranciers en het prijskaartje is niet langer kiloknaller-achtig. Met andere woorden: dit is al lang geen Chinese rotzooi meer van pisbakkenstaal en daarvoor dien je de portemonnee te trekken. Al heeft Voge nog altijd een licht prijsvoordeel ten opzichte van de concurrentie. Alleen is die concurrentie bij de 500AC lastig te definiëren. Het model heeft zo’n apart voorkomen dat het bijna onmogelijk is om hem ergens tegen af te zetten. Een veel meer regulier model als de Honda CB500F kost € 7.849,-, het prijsvoordeel voor Voge bedraagt in dat geval slechts € 450,-. In vergelijking met mede-Chinees Benelli Leoncino 500 is de Voge zelfs honderd euro duurder. Prijzen en afwerkingsniveau kruipen dus beide omhoog.
Wat voor langere motorrijders eveneens omhoog kan is de zadelhoogte. Met 790 millimeter is die niet al te hoog. Voor een ervaren motorrijder van normale lengte had het iets hoger gemogen, maar mogelijk voelt een beginnende motorrijder hier zich goed bij. Met zijn lage prijs en vermogen van 46,2 pk is de 500AC geknipt voor de beginner. Dit is A2 in optima forma. Toch hoeven ook de meer ervaren motorrijders niet weg te lopen voor de Voge zoals een testrit door het Belgische Scheldeland bewijst. De rit heeft alles in zich; een stukje snelweg, slecht wegdek, bochtige gedeeltes, kasseistroken en stadsverkeer. Het valt op dat Belgische wegenbouwers er een absolute voorkeur voor hebben om putdeksels op de ideale lijn neer te leggen. Liefst niet een exemplaar, maar een hele rij tegelijk. Met de 500AC heb je een uitmuntend wapen om een lange neus te trekken naar putdeksels. De naked verandert flitsend snel van richting.
De Voge stuurt zo licht in dat je in eerste instantie even denkt dat iemand je voor de grap op de 300 heeft gezet. Want de halveliter is dan weliswaar uniek, maar heeft met de 300AC een kleinere eencilinder tweelingbroer. De Voge is dus een machine die razend snel instuurt en daarmee een lange neus trekt naar putdeksels die voor sluipmoordenaar willen spelen.
De Pirelli’s geven voldoende vertrouwen in de bochtige trajecten. Wel richt zich de motorfiets zich op bij ferme oneffenheden. Het laat zich raden dat die in het Belgische Scheldeland volop aanwezig zijn. De vering is dusdanig soepel dat ze de kuilen en bulten makkelijk glad strijkt. Met een serie kleine oneffenheden weet de Voge minder goed raad, dan voelt de achterkant wat stuiterig. Veel af te stellen is er niet, alleen achter is de veervoorspanning van monoshockdemper instelbaar. Een ervaren scheurneus gaat mogelijk spelen met dikkere vorkolie of de luchtkamer om de voorvork iets harder te maken. Toch betrekt Voge die vork niet bij een of andere Malle Pietje, maar bij KYB. Het is een voorbeeld van de knappe spulletjes die rondom op de fiets zitten. De Italiaanse banden zijn al genoemd, de voldoende krachtige, maar wat onopvallende remmen komen van Nissin en de brandstofinjectie van Bosch.
Ook bij andere zaken heeft Voge niet beknibbeld. Het dasboard is een kleurrijk TFT-exemplaar. De balk die het toerental weergeeft heeft de vorm van een bandenspoor. Het klinkt een beetje kitsch, maar stiekem is het best leuk. Het doet misschien een beetje ongelooflijk aan, maar deze budget naked beschikt standaard over een bandenspanningscontrole en Bluetooth-connectiviteit. Het is door dat laatste mogelijk om via het dashboard, en in combinatie met een mobiele telefoon/headset, een navigatieapp te laten draaien, berichten te lezen en de telefoon op te pakken. De letters en getallen in het dashboard zijn er allemaal net groot genoeg voor. Kijk wel uit als je diep in de menu’s een verkeerde taal kiest. De keuze is beperkt tot Engels of Chinees. Probeer in dat laatste de digitale weg terug maar eens te vinden.
Het dashboard bevestigt iets wat we ook al horen: de 500AC is een vrij hoogtoerig machientje. Bij 80 km/uur draait het blok 4.000 tpm, bij 100 km/uur bedraagt dat 5.000 tpm en bij 120 km/uur geeft de teller 6.000 tpm aan. Het blokje geeft wel trillingen af, maar die blijven gelukkig binnen de perken. Het hoogtoerige karakter moet het gevolg zijn van de korte gearing. Daardoor reageert het blokje wel levendig op een draai aan het gas. Bovendien is de kleine tweecilinder soepel. Geef bij 50 km/uur in zesde versnelling gas en het blok trekt zich zonder protesteren op gang. Langzaam op gang inderdaad, maar dat is geen schande bij 46 pk. Mocht je daar geen geduld voor hebben dan is het fijn om te weten dat het schakelen soepel verloopt. Bij het afsluiten van het gas neemt de Bosch injectie die instructie erg letterlijk. Bij zelfs maar een haartje minder gas remt de (op dat moment) brandstofloze aandrijfbron direct af om weer net zo enthousiast op te pakken bij een haartje gas erbij.
Het is gissen naar het gemiddelde verbruik van de 500AC, maar het blok kan geen stevige innemer zijn. Samen met de maar liefst 19 liter grote benzinetank moet dat tot een serieuze actieradius zorgen. Die tank zit niet in de weg en drukt ook de knieën niet ver uit elkaar. De ergonomie is best redelijk voor elkaar. De rem- en koppelingshendel zijn instelbaar en het brede stuur valt automatisch in de hand. Het zadel staat niet alleen laag met 790 millimeter, maar heeft ook een ronde vorm. In combinatie met het gladde zadelmateriaal zak je daardoor een beetje richting de tank. Persoonlijk zou ik even langs een zadelspecialist gaan voor een iets hoger en vlakker zadel. Dat kost je kop niet en het levert ook nog een fijnere kniehoek op.
Conclusie
Verrassingen komen niet langer alleen uit Europa of Japan, maar ook uit China. De 500AC van Voge is geen kloon van mindere kwaliteit dan het origineel, maar juist het origineel met kwaliteit. Deze naked heeft een geheel eigen gezicht, een aangenaam prijskaartje en goede rijeigenschappen. De twin is vanzelfsprekend geen krachtpatser, maar sterk genoeg om mee te komen in het dagelijks verkeer en zelfs in een sportieve bui. Bij dat laatste moet je wel rekening houden met de beperkingen van het comfortabel afgestelde rijwielgedeelte. Een A2-rijder heeft er weer wat leuks bij om uit te kiezen. Als het allemaal niet meer zo zwaar hoeft – als de jaren bijvoorbeeld gaan tellen – is de Voge eveneens een aangename motorfiets. Eentje die met zijn ronde lijnen van de tank ook nog eens verwijst naar het verleden, maar die technisch met beide benen in het heden staat.