Eerste test Rieju Aventura 500
Als je het Spaanse Rieju überhaupt al kent, dan is het waarschijnlijk van haar eencilinder supermotards en offroads. Hoewel ze ook een paar lichte straatmodellen in het gamma hebben, slaan de Spanjaarden met deze Aventura 500 een nieuwe en (de naam verraadt het al) avontuurlijke weg in. Met een geclaimde actieradius meer dan duizend kilometer, houdt dat avontuur bovendien niet snel op!
Rieju mag dan in Nederland (nog) niet echt een grote naam zijn, het kan wel degelijk bogen op een lange historie. Al in 1934 begon het merk met de productie van fietsaccessoires, in 1945 volgde de eerste fiets met een 38 cc hulpmotor en in 1953 werd de eerste ‘echte’ volledig in eigen beheer ontwikkelde motorfiets gepresenteerd (met een 175 cc AMC-blok). Tot halverwege de jaren 90 richtte het merk zich enkel op de Spaanse thuismarkt, maar inmiddels is het internationaal actief. Waar het accent altijd op lichte brommers en motoren lag, en dan vooral op offroad en supermotard gebied, verbreedt de onderneming haar horizon steeds meer en heeft het met de Century en Tango ook een paar bescheiden straatmodellen in het gamma. Wederom met een kleine eenpitter in het vooronder. Daarom was de verbazing tijdens de afgelopen Eicma redelijk groot, toen de Spanjaarden ineens met deze nieuwe Aventura 500 op de proppen kwam, die je best mag bestempelen als de eerste echte serieuze wegmotor van de in Girona gehuisveste onderneming. Dat 500 in de typenaam verwijst namelijk naar het blok. Hoewel een 500 in Nederland nog altijd als bescheiden wordt gezien, is het dat voor Rieju zeker niet. En dat serieuze beperkt zich niet alleen tot het motorische deel, ook qua formaat, uitrusting en algehele uitstraling is de Aventura domweg een serieuze motorfiets. Hij heeft een lekker stoer voorkomen, mede dankzij de hoog bouwende voorpartij die ‘m zelfs een beetje een rally-uitstraling geeft. Niet alleen qua uiterlijk is het een allroad zoals een allroad bedoeld is, ook qua technische aankleding. De Aventura beschikt bijvoorbeeld over flinke veerwegen (190 mm voor en achter) en een aluminium carterbeschermer. In combinatie met de fraaie goudkleurige spaakwielen met grof geprofileerd CST rubber (tubeless), robuuste handkappen (niet van die goedkope plastic meuk), verdraaibare offroad voetsteunen met uitneembare rubbers en een stevige valbeugel geeft de Aventura in ieder geval statisch al te kennen dat ’ie een beetje ruig terrein niet schuwt.
Ook qua verdere uitrusting is de Spanjaard behoorlijk ruim geoutilleerd. Aan de voorzijde bijvoorbeeld geen enkele, maar een dubbele schijfrem met radiale remklauwen, uiteraard ondersteund door ABS. Die is voor offroaduitstapjes overigens uitschakelbaar. Volledig welteverstaan, een speciale offroad-modus waarbij het voor nog wel (in mindere mate) actief is en achter volledig uitgeschakeld, heeft ‘ie helaas niet. Verder een groot en overzichtelijk TFT dashboard met daarnaast een USB-aansluiting, veerelementen die op de veervoorspanning voor na volledig instelbaar zijn, een instelbaar remhendel (koppelingshendel helaas niet) en een lekker breed stuur dat in drie posities dichtbij of juist wat verder weg op de bovenste kroonplaat gemonteerd kan worden. Tractiecontrole ontbreekt begrijpelijkerwijs, met de 47 pk die het blok genereert zou dat praktisch niet bepaald van meerwaarde zijn, terwijl het wel een stempel op de prijs zou drukken.
Over dat blok gesproken, net als verschillende andere blokken van het merk wordt ook de nieuwe tweepitter, met een cilinderinhoud van 471 cc, gebouwd door het Chinese Loncin. Een beetje ingewijde kan aan die cilinderinhoud misschien al afleiden dat aan de basis van de nieuwe twin niet de minste krachtbron staat. Het blok is namelijk gebaseerd op dat van Honda’s CB500-lijn en heeft ook dezelfde boring en slag. Met een maximum vermogen van 47 pk valt de Aventura bovendien ook in de A2-categorie. En ook verheugend met de huidige brandstofprijzen, de paralleltwin staat te boek als bijzonder zuinig. De CB500X noteerde tijdens een eerdere test zelfs een verbruik van 1 op 31,3, op één tankvulling kom je dus een behoorlijk eind!
Laat staan op twee tankvullingen, waarmee we bij het waarschijnlijk meest opzienbarende punt van deze avonturier zijn aanbeland. Ongetwijfeld hebben sommige van jullie gedacht dat de genoemde actieradius in het intro (meer dan duizend kilometer) een ‘slip of the pen’ was. Is het niet, de Aventura is namelijk voorzien van twee brandstoftanks, eentje op de reguliere plaats tussen de beentjes en een tweede aan de achterzijde. Het totale volume bedraagt een indrukwekkende 39 liter, wat deels dan weer het best aanzienlijke rijklaargewicht van 237 kilo verklaart. Zelfs met een verbruik dat ver onder dat van de Honda ligt, red je de duizend kilometer daarmee in ieder geval fluitend. Laat dit heel even op je inwerken: dat is een enkeltje Utrecht naar Zell am See in de Alpen op één tankvulling, en dan rest er ook nog wel voldoende peut voor een retourtje Grossglockner Hochalpstraße!
Alles leuk en aardig, je hebt natuurlijk weinig aan een dergelijk theoretische actieradius wanneer lijf en leden het na nog geen honderd kilometer wel welletjes vinden. Tijd kortom om eens even met deze Spaanse duurloper op pad te gaan. De eerste kennismaking is in ieder geval positief. De Rieju ziet er netjes afgewerkt uit, met degelijke componenten met een robuuste uitstraling. Het stuur, in de meest dicht op de rijder staande positie, ligt lekker breed in hand en geeft een goed gevoel van controle. De Aventura blijkt ook een fervent aanhanger van het motto ‘te luid is uit’, de twin bromt stationair uiterst beschaafd voor zich uit. Hier kun je probleemloos zonder het schaamrood op de kaken in het holst van de nacht mee thuiskomen, of wegrijden.
Dat wegrijden gaat in eerste instantie niet helemaal vlekkeloos. Of beter gezegd, de eerste bochten gaan niet vlekkeloos. De Rieju laat zich op z’n zachtst gezegd nogal weerbarstig de hoek om dirigeren. Alsof de balhoofdmoer met 300 newtonmeter is aangedraaid. De boosdoener blijkt een (als accessoire gemonteerde) stuurdemper uit de maandagmorgen productie. Niet echt noodzakelijk op een motorfiets van dit kaliber en al helemaal niet wanneer het zich op negatieve wijze met de rijdynamiek bemoeit. Eraf dus, en dat doet de Aventura overduidelijk goed.
Maar eerst even beginnen met het blok, dat met 47 pk wellicht niet de klinkers uit de straat trekt (zeker niet in combinatie met het best wel indrukekkende rijklaargewicht), maar zich wel als uiterst meegaand presenteert. De twin hangt gretig aan het gas, pakt bijzonder netjes op en loopt heel mooi lineair door zijn toerenbereik tot achtduizend tpm. Nooit overdonderend, maar juist heel controleerbaar, wat zeker bij excursies op het onverhard bijzonder welkom is. Tussen de vijf- en zesduizend toeren zijn er wel wat lichte trillingen merkbaar, met name in de voetsteunen. Geen halszaak, maar zeker bij langere afstanden tegen de 100 km/uur wel merkbaar aanwezig.
Het overzichtelijke vermogen maakt de aanwezigheid van verschillende mappings overbodig, al is er wel een speciale ‘Off-road’ modus. Deze is eigenlijk identiek aan de standaard ‘Onroad’ modus, biedt alleen de mogelijkheid om het ABS uit te schakelen voor offroad rijden. Wanneer je de motor opnieuw start, is overigens altijd de standaard wegmodus ingeschakeld. Ook wanneer je de motor uitzet in de Off-road modus met het ABS gewoon aan.
De ongecompliceerde weg die de Rieju met het blok inslaat, trekt het door met betrekking tot de rijdynamiek. Super wendbaar is de Aventura niet, maar hij laat zich wel heel makkelijk aan de hand nemen. Hij stuurt makkelijk in, laat zich goed corrigeren en rondt neutraal de bocht. In wisselbochten vergt de Spanjaard wel een beetje inzet, wat gezien het gewicht en het relatief hoge zwaartepunt niet verwonderlijk is. De afstelling van het rijwielgedeelte vormt daarbij een mooi compromis tussen rijcomfort en stabiliteit, waarbij de voorvork korte stevige impulsen niet altijd even subtiel verwerkt. Voor een beetje sportieve rijstijl draait de 500 zijn handen echter zeker niet om, wat deels ook op het conto van de banden komt. Het CST Ambro A4 spreekt dan misschien niet bepaald tot de verbeelding, maar doet het simpelweg erg goed. Offroad met het grove profiel komt ‘ie goed uit de verf, maar zeker ook op het asfalt. Het is eigenlijk vooral de middenbok die een al te frivole rijstijl in de weg staat en zowel links als rechts relatief vroeg het asfalt raakt. Het rijwielgedeelte kan duidelijk meer baas, wat ook geldt voor de remmen. Die missen weliswaar een beetje de finesse met betrekking tot drukpunt, opbouw en feedback van wat meer high-end installaties, maar doen hun werk gewoon adequaat en vertrouwd.
Conclusie
Een vijfhonderdje, het komt er vaak een beetje denigrerend uit en dat is niet altijd even onterecht. Veel fabrikanten willen bij opstapmodellen nog wel eens iets te wild met het rode potlood strepen, wat dan onder meer weer terug te zien is in de kwaliteit van bepaalde onderdelen. Daar kun je de Rieju Aventura 500 niet op betrappen. De avonturier is dan weliswaar niet aangekleed met enkel high-end A-merken, de gebruikte componenten zijn wel degelijk, robuust en goed gemaakt. Vormen samen bovendien een pakkend en goed functionerend geheel, waarmee je op één tankvulling moeiteloos tot de horizon tokkelt. En verder…