Eerste Test Moto Morini Milano
De homologatie moet nog plaatsvinden en niet alle technische gegevens zijn al in steen gebeiteld. Maar toch mocht MotoPlus alvast met de hagelnieuwe Moto Morini Milano 1200 rijden.
“Denk er aan dat het zadel nog niet definitief is, net als het stuur en het TFT-display”, drukt chef-ontwikkeling Massimo Gustato ons voor de testrit op het hart. Capito, dat zullen we zeker meenemen. Deze Moto Morini Milano is in alles een voorloopmodel, zonder perfecte afwerking dus. De ontwikkeling van een aantal details is zelfs nog niet afgerond. Maar zelfs in deze ‘work in progress’-uitvoering oogt de Milano 1200 in ieder geval al heel elegant. De klassieke, eenvoudige lijnvoering en de rood/zwarte lak doen denken aan de 3½ uit de jaren zeventig, de bekendste Moto Morini aller tijden. De moderne ingrediënten passen uitstekend bij de klassieke stijl, van de sierlijk gevormde vakwerk-swingarm van stalen buis tot het ‘zwevende’ kontje en de LED-koplamp. Zelfs de radiateur is mooi in het geheel geïntegreerd.
Het motorblok is een oude bekende, die Morini al sinds 2005 gebruikt, de sterke 1.200 cc V-twin met zijn eigenzinnige blokhoek van 87 graden. Inde Corsaro 1200 ZZ is het blok goed voor een vermogen van bijna 140 pk, maar in de Milano is de power iets geknepen omdat dit model vooral een wat rustiger publiek moet aanspreken. Deze meer klassieke variant zal tussen de 115 en 125 pk vermogen gaan leveren. Het koppel komt vermoedelijk uit op een waarde tussen 100 en 110 Nm. Helemaal vast staan deze gegevens echter nog niet. De nieuwe geometrie met een langere wielbasis en naloop en een wat steilere balhoofdhoek moet de stabiliteit en precisie ten goede komen.
Op de weg voelt dat als geslaagd aan. Anders dan de Corsaro hoef je de Milano niet voortdurend de sporen te geven, lekker chillen is ook okay. Toch blijft ook dit een temperamentvolle machine, want de vurige punch van de V-twin sluimert voortdurend op de achtergrond. De kleine 14-liter-tank bouwt smal, waardoor de zithoogte van 82 centimeter lager aanvoelt dan het in werkelijkheid is. Het totaalgewicht van ongeveer 200 kilo en de ontspannen zitpositie maken de Milano bijzonder handelbaar en we swingen dan ook al snel heerlijk ontspannen, vloeiend en precies door het achterland van Milaan. Daarbij blinkt de upside-down-voorvork uit met uitstekende feedback, wat enorm bijdraagt aan de stuurpret. De voorvork is trouwens volledig instelbaar, net als de achterschokdemper. Beide zijn afkomstig van de Italiaanse racespecialist Mupo, die ze speciaal voor Moto Morini maakt. De veerweg achter is met 110 millimeter wel wat aan de korte kant, hobbels worden toch op wat onaangename wijze doorgegeven aan de onderrug.
De van de Corsaro bekende remmen grijpen krachtig, maar niet té giftig toe, het Bosch-ABS is aangenaam defensief van aard. Meer elektronica is er niet aan boord, geen rijmodi, geen tractiecontrole en geen ride-by-wire. De Milano schaart zich wat dat betreft dus onder de classic bikes van de traditionele school, wat ook de bedoeling van zijn bedenkers is geweest.
Eind oktober moet de Milano in een gelimiteerde oplage van dertig stuks op de markt komen. Wat deze uitvoering bijzonder maakt? Metalen strips op de tank, spiegels en knipperlichten van Rizoma, witte wielen en je krijgt er een jack en helm met Morini-logo bij. Een prijs, ook van het standaard model dat in april 2019 moet volgen, is nog niet bekend.
Alles goed dus? Bijna. Het wel erg brede en rechte stuur maakt insturen onnodig lastig voor onze testrijdster. Geen probleem, ingenieur Gustato laat een monteur een wat nadrukkelijker gebogen exemplaar monteren en stuurt ons nog eens op pad. Dit keer zit alles op de goede plek en insturen gaat een stuk lichter. Zo hebben we toch iet bijgedragen aan de ontwikkeling van de nieuwe Milano – ook al is het maar een klein beetje.