Eerste Test Mash Belena 125/300
Mash timmert sinds 2012 aan de weg met een breed scala aan met name lichtere retro’s. Die Franse horizon wordt nu echter verbreed in een best wel opvallende richting. Onlangs trok het merk namelijk het doek van de nieuwe Belena: een opvallend modern gelijnde maxiscooter die er in een 125- en 300cc-versie komt. Wij gingen er alvast een klein stukje mee op pad!
Dat men in China kopiëren tot een ware kunst verheven heeft, dat is al lang geen nieuws meer. De KTM, BMW, Triumph en Ducati klonen rijden in ruime getalen rond achter de Chinese muur, met als grootste verschil dat de dikke blokken van het origineel zijn ingeruild tegen een bescheiden 125cc-tje. Er is echter een duidelijke kentering gaande, kopiëren verwordt er meer en meer tot ontwikkelen en ontwerpen. En dat resulteert inmiddels soms in moderne, volwassen motorfietsen, of motorscooters zoals hier het geval. Want waar Mash normaliter het ontwerpen van haar motorfietsen in Europa doet en de productie in China, is de nieuwe Belena een bestaand model uit de Volksrepubliek. Een typisch gevalletje van pure ‘product branding’ is het dan ook weer niet, want Mash heeft er naar eigen zeggen wel een eigen sausje overheen gegoten. Onder meer uit wettelijk oogpunt, zo voldoet het duo bijvoorbeeld keurig aan de Euro5-norm.
Nu zal het de gemiddelde potentiële koper waarschijnlijk een biet zijn dat dit duo aan de Europese regeltjes voldoet, die wil vooral een praktische en ook een beetje lekker smoelende tweewieler. En aan beide voorwaarden voldoet de Belena, die is vernoemd naar de oude benaming van het Franse plaatsje Baune, waar Mash gevestigd is. De scooter is dankzij mooie scherpe lijnen, met name ook van de koplamppartij, lekker strak en modern vormgegeven en beschikt over de belangrijkste scooter-obligate functionaliteiten zoals een fikse (verlichte) opbergruimte onder het zadel met automatische vergrendeling, onderhoudsarme aandrijving en handschoenvak met USB-C-aansluiting. Verder bestaat de uitrusting uit onder meer instelbare remhendels, ledverlichting voor en achter, een overzichtelijk LCD-dashboard (die op de 300 nog wat duidelijker is dan op de 125), bluetooth-connectivity, FM-radio en keyless-start. Zeker gezien de prijs van respectievelijk € 3.999,- voor de Belena 125 en € 4.999,- voor de 300, een prima uitrustingsniveau, al zijn er ook zaken voor vergbetering vatbaar. Zo oogt het draaiknopje voor het openen en sluiten van het handschoenvakje wel erg armetierig. Onder de streep echter, staat er een complete, volwassen ogende en net afgewerkte maxiscooter. Helemaal goed!
Nu zullen de praktische functionaliteiten behoorlijk zwaar meewegen in de verkoopoverweging van een gemiddelde koper, doorslaggevend zijn doorgaans toch de rijeigenschappen. En of dit nieuwe duo zich een beetje frivool aan de hand laat nemen, gaan we ontdekken tijdens een eerste rendez-vous rond Utrecht. Een urbane omgeving waar ze zich in theorie als een vis in het water zouden moeten voelen.
Maar eens rustig aan beginnen, op de 125 dus. Die deelt de technische basis – stalen wiegframe, CVT, 14 inch voor- en 13 inch achterwiel, duo-schokdempers achter, telescoopvoorvork – met zijn grotere broer, maar verschilt ook op een paar punten. Het reeds genoemde dashboard is iets anders, hij is verkrijgbaar in het grijs, zwart en blauw, terwijl de 300 er enkel in het zwart is en de wielbasis is met 1.450 mm precies 160 mm korter dan die van de 300. Maar het gaat natuurlijk voornamelijk om het blok. De vloeistofgekoelde eencilinder is in de 125 (boring x slag 52,4 x 57,9 mm) goed voor maximaal 11,3 pk (8,3 kW), terwijl de 300 (72,5 x 66,8 mm) er met 23,8 pk qua vermogen net iets ruimer bedeeld bij staat.
Dankzij de keyless start is het een kwestie van een contactknop omdraaien en met een uiterst beschaafd brommen meldt de 125 zich gereed voor dienst. Een draai aan het gashendel en met een licht vertraagde gasreactie komt de Belena van de plaats. Wat direct opvalt is dat ondanks de volwassen afmetingen, de zitpositie voor mijn 1.90 meter toch wel aan de krappe kant is. Ik zit strak tegen de rand van de getrapte buddy aan, terwijl de knieën een zeker voor scooterbegrippen relatief extreme hoek maken. En waar je op veel scooter de voeten nog schuin omhoog naar voren kunt plaatsen, kun je ze hier alleen maar plat op treeplanken plaatsen. Het is weliswaar niet super oncomfortabel, maar het ‘ruimtelijke gevoel’ wat je bij een maxiscooter van dit kaliber verwacht, is het zeker niet.
De 11,3 pk sterke eenpitter moet een rijklaar gewicht van 175 kilo in beweging zetten, plus het gewicht van de berijder (wat we op deze plaats afdoen met ‘ruim voldoende’), echt wonderen op acceleratiegebied hoef je daarom niet te verwachten. De prestaties van het zeer subtiel lopende blok zijn echter oké. De 125 trekt redelijk vlot richting de 80 km/uur en tikt vervolgens ook moeiteloos de 100 km/uur aan. Proefondervindelijk stellen we op de A12 dan ook vast dat korte snelwegetappes zeker geen probleem vormen voor de Franse Chinees, al komt ‘ie in een urbane omgeving natuurlijk beter tot z’n recht. De 125 is rechtuit lekker stabiel, maar is minder lichtvoetig dan je zou verwachten. Bovendien heeft ‘ie ook last van een licht kantelmoment bij het insturen, wat het vertrouwen niet direct ten goede komt.
De 300, die opvallend genoeg rijklaar tien kilo minder (165 vs. 175 kilo) in de weegschaal legt dan zijn kleinere broer, stuurt een heel stuk neutraler. Dat lijkt in ieder geval deels terug te voeren op de banden. Beide staan weliswaar op CST banden, maar niet van hetzelfde type. Bovendien is de 150/70 achterband van de 300 iets ruimer gedimensioneerd dan het 130/70 exemplaar van de 125. Het blok is bovendien wat sneller bij de les qua gasaanname, wat in combinatie met de extra pk’s en het lagere gewicht domweg resulteert in een veel speelsere rijdynamiek. Alles gaat gewoon net even wat vlotter en net even wat makkelijker. Wat de 300 en 125 dan wel weer gemeen hebben, is de werking van de remmen. Beide zijn voorzien van een gecombineerd remsysteem, dat weliswaar adequaat vertraagt, maar enkel bij het activeren van beide hendels. Bovendien missen de remmen een beetje gevoel, al kan dat ook terug te voeren zijn op de nogal maagdelijke kilometerstand van beide.
Conclusie
Met de Belena slaat Mash een richting in die je niet direct zou verwachten van het merk. Waar het naam en faam maakte met no-nonsense, pure en tot de emotie sprekende retromodellen, richt het zich nu ineens op een behoorlijk pragmatisch ingestelde doelgroep. En dat doet het dan eerlijk gezegd op een best wel geslaagde manier. De prijs van beide Belena’s is scherp, de uitrusting in relatie daarmee prima en de praktische inzetbaarheid zoals je die van een maxiscooter gewend bent. Daarbij komt de 300 op alle fronten net even wat energieker voor de dag dan de 125, dus mocht je tussen beide twijfelen…