Eerste Test: Indian Scout Roque
De Scout Roque (schurk) is Indians vierde variant op de Scout. De marketingdivisie van Indian doet er zijn uiterste best voor om hem neer te zetten als het zwarte schaap van de familie. Hebben we hier echt met een slechterik te maken of is het net zo’n braverik als de andere Scouts?
Dat de dagen korter worden en de nachten juist lengen en flink afkoelen, merk ik aan den lijve op de Indian Scout Roque als we om acht uur ’s ochtends samen naar het uiterste noorden van Noord-Holland rijden. De thermometer geeft vier graden aan en de zon is net met de nodige inspanning boven de horizon gekropen. Gelukkig verbergt die hippe motorjeans een oubollige lange wollen onderbroek zodat het allemaal een beetje comfortabel blijft. Dit had ik namelijk voor geen goud willen missen. Het landschap is bedekt met feeërieke koeienmist die door de opkomende zon oranje en rood kleurt. Het zonlicht laat de Indian Summer kleurenpracht van de bomen langs de weg exploderen. Zelfs een kaarsrechte en vlakke kleipolder krijgt op deze manier iets betoverends. De koude wind in mijn gezicht voelt onder deze omstandigheden als een extra traktatie die het perfecte motorgevoel afmaakt. Op dit soort momenten is de sonoor ploffende Scout Roque op z’n best.
Niet veel later spreekt de in de haven van Den Oever geparkeerde Indian iedereen aan. Van het bejaarde echtpaar op de elektrische fietsen waarvan de man honderduit vertelt over de oude Indian van zijn vader tot aan de scooter rijdende dorpsjeugd die de fotograaf en mij bestookt met vragen. “Mokers vette motor meneer!” “Hoe hard ken die? Ken die ook een wheelie? Wat kost die?” Als Indian-rijder wil je zo nodig aandacht en die krijg je dan ook. Onbeperkt.
Enkele ontwerpgrappen transformeren een gewone Scout in een Scout Roque. Het mag duidelijk zijn dat Indian de nodige energie stak in het zo zwart maken van de complete motorfiets. Het is blijkbaar de kleur die bij een schurk hoort. Het stuurkuipje – al klinkt quarter fairing lekkerder – is al net zo moeilijk als de kleur over het hoofd te zien. Hetzelfde geldt voor het sportief gelijnde eenpersoons zadeltje. Als Indian hier met pimpen was gestopt, had het eindresultaat richting de beroemde XLCR 1000 Café Racer van Harley-Davidson kunnen gaan, maar de mini-apehanger gooit roet in het eten. Het Amerikaanse duo deelt dan wel weer een 19” voorwiel. Waar Harley met de XLCR een sportieveling probeert neer te zetten, gaat het Indian bij de Scout Roque om het ultieme lowrider-uiterlijk. Het is laag, lager, laagst. Het levert een zadelhoogte van 649 millimeter op. Sommige loopfietsjes doen dat beter.
Ondanks de uiterst geringe zadelhoogte zit de Scout Roque nog helemaal niet verkeerd of verkrampt. Je houdt je hart vast als je apehanger leest, maar dit stuur valt vrij natuurlijk op zijn plek en hetzelfde geldt voor de voetsteunen. Zoals het een goed cruiser met Amerikaanse roots betaamt, speelt de rug bij langere ritten wel op. Het opstaande randje van het eenpersoons sportzadel pookt net iets te fanatiek in je rug. Aan een duopassagier biedt de Roque overigens geen plaats. Met zo’n minimaal achterspatbord is er geen duo die daar om maalt. Het moet angstaanjagend zijn om het achterwiel vlak bij je klokkenspel woest te zien ronddraaien.
Het lijkt korter geleden, maar het motorblok kennen we al sinds 2014. Veel is er sindsdien niet veranderd en al zeker niet het karakter van de V-twin. Het blok is niet alleen een opgeruimd type, maar oogt zelf ook opgeruimd. Vooral de rechterzijde is een van de schoonste en meest opgeruimde blokken uit de recente motorgeschiedenis. Wat een plaatje. Hetzelfde geldt voor het innerlijk. De tweecilinder loopt mooi, soepel, geciviliseerd en zonder overdreven vibraties. Waar een Amerikaanse cruiser nog wel eens de vullingen uit je kiezen trilt, draait het Indian-blok ronduit gecultiveerd. Als je wilt kun je steeds bij zo’n 2.000 tpm schakelen, maar je kunt ook veel verder doortrekken zonder dat de motorfiets transformeert in een bak vibraties op wielen. Misschien te weinig emotie voor diehards? Dat zou zo maar eens kunnen.
Bij 100 km/uur staan er drieduizend toeren op de teller. Het maximum vermogen ligt daar 5.000 tpm boven en het maximale koppel geeft de twin af bij 5.600 tpm. Het levert een lang en elastisch toerengebied op waarin de Scout Roque moeiteloos met zijn spierballen rolt. Veel schakelen blijft dus achterwege. De relatief zware koppeling gebruik je dus amper. Koppelings- en remhendel zijn niet instelbaar en blijkbaar hebben Amerikaanse testrijders allemaal handen van het type kolenschop. Ook de positie van het rempedaal voor de achterrem vraagt gewenning. Om de rem te bedienen moet je je voet net iets optillen. Op zich is de achterrem wel van grote klasse.
Er zijn wel meer zaken van grote klasse. Waarom kopieert niemand de briljante en tegelijk supereenvoudige bediening van de alarmlichten? Een paar seconden de knop van de knipperlichten indrukken activeert ze al. De gehele motorfiets is lekker puur. Zaken als rijmodi ontbreken en ook verder is het tevergeefs zoeken naar toeters en bellen. De gehele ‘elektronica’ bestaat uit een enkele teller waarop je in het LCD-schermpje wat gegevens kunt oproepen door een knop op de linker stuurhelft in te drukken. Waarom moeilijk als het makkelijk en – passend bij dit type motorfiets – ontspannen kan? De riemaandrijving is al net zo makkelijk en een zegen voor de mannen en vrouwen die geboren zijn met een poetsdoek in hun handen.
Na de koude start is het ’s middags opzienbarend warm voor de tijd van het jaar. Met zestien graden en volop zon voelt het als lente en niet als een seizoen waarin de bladeren normaal om je oren waaien en waarin je bockbier drinkt om dat te vergeten. De nazomer maakt het rijden alleen maar aangenamer. Het plezier gaat verder omhoog als fotograaf Jacco een nieuw stuk bochtig asfalt belooft. De weg ligt er inderdaad prachtig vlak en kronkelend bij. De helaas tegenwoordig veel te trendy verkeersdrempels ontbreken gelukkig volledig. Door de stereoschokdempers die maximaal slechts 51 millimeter inveren, voelt de Roque op drempels als een soort semi-hardtail. Waarom toch? Met iets meer veerweg dan die paar miezerige millimeters die de Scout Roque nu heeft zijn de voor- en achterzijde meer met elkaar in evenwicht en neemt het comfort toe. Nu is Indian gedwongen de achterkant stevig af te veren zodat die niet continu doorslaat.
Op zich heeft Indian het stuurgedrag van deze Scout-variant zoals verwacht voor elkaar. Het lekker lichte aluminium frame is er strak genoeg voor. Neutraal en niet te zwaar insturend is het goed toeven op dit bochtige weggetje. De Roque beschikt bovendien over de goede eigenschap die zijn mede-Scouten ook zo graag etaleren: hij valt niet cruiser-achtig de bocht in. Alles top dus? Dat ook weer niet. Oké, het hoort vast bij het lowrider-concept, maar waarom accepteert iedere cruiserrijder een totaal gebrek aan grondspeling? Links en rechts zit alles in een mum van tijd aan de grond. Heb je een motorfiets met een heerlijk blok, mooi strak aluminium frame, diep zwart nieuw asfalt en dan krassen de voetsteunen bij iedere bocht. Waarom , het gaat toch nog steeds over motor rijden?
Conclusie
De vraag of de Roque het zwarte schaap van de Scout-familie is laat zich heel simpel beantwoorden; natuurlijk niet. Wat cosmetische aanpassingen veranderen een schaap nimmer in een wolf. Gelukkig niet; tel als kilometer vretende cruiserrijder je zegeningen met zo’n geciviliseerde motorfiets. De V-twin overtuigt nog altijd met kracht en souplesse die het op een gecultiveerde manier presenteert. Voor het rijwielgedeelte geldt hetzelfde. Het impliceert dat de snoodaard die een echt schurkachtige motorfiets wenst een deurtje verder moet zoeken. Ruig en ongepolijst is de Roque alleen in zijn voorkomen. De goeie manieren zijn juist de kracht van deze cruiser. Dat het lowrider-design de nodige consequenties met zich meebrengt is inherent aan dit type motorfiets. Vooral de extreem geringe veerweg aan de achterzijde laat zich niet wegpoetsen. Los daarvan is de Roque net zo fraai en liefdevol gemaakt als de gehele Scout-familie. Dat zijn gemene uiterlijk daarbij niet afschrikt, maar juist de gehele goegemeente genadeloos lokt is mooi meegenomen.