Eerste Test Harley-Davidson Nightster
Na de Sportster S en de Pan America lanceert Harley-Davidson met de nieuwe Nightster nog een model met een vloeistofgekoelde 60-graden-V-twin. Anders dan de Bronx die al in 2019 voor het eerst werd getoond, maar waar het vooralsnog op wachten is, combineert de Nightster zijn moderne techniek met een klassiek ogende Harley-jas. Als opvolger van de 883-modellen wordt dit de nieuwe opstapper in het Harley-universum. Tijd voor een eerste kennismaking!
Als je denkt ‘Nightster, waar ken ik die naam toch van?’, dan kan dat kloppen. Tussen 2007 en 2012 hadden de Amerikanen al een betaalbare Sportster 1200 met deze naam in het gamma, die uiteindelijk door de Iron-reeks werd vervangen. Maar de tijd kent voor niets of niemand genade en inmiddels is ook het doek gevallen voor de Sportster/Iron met luchtgekoelde 45-graden-V-twin. Althans in Europa, in moederland Amerika blijven de 883 Iron en de 1200 Forty Eight nog leverbaar met de twin, waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1957.
Met de nieuwe Sportster S, die net als de eveneens nieuwe Pan America allroad is voorzien van de nieuwe 1250 Revolution Max V-twin, werd afgelopen jaar al een nieuwe weg ingeslagen. Die Sportster S krijgt met de Nightster een broertje dat wordt aangedreven door een van het 1250-blok afgeleide 975cc-variant. Die versie van de Revolution Max-krachtbron dook in 2019 voor het eerst op in het prototype van de Harley-Davidson Bronx, die dat jaar op de EICMA in Milaan werd gepresenteerd. Die machine, waarmee de Amerikanen zich nadrukkelijk in het naked segment wilden gaan manifesteren, verdween omwille van modelpolitieke redenen vooralsnog naar de achtergrond, maar als we de geruchten mogen geloven volgt die Bronx op termijn alsnog.
Maar nu is er eerst de Nightster, die volgens Harley-Davidson vergeleken met de 883-modellen die hij opvolgt meer vermogen, minder gewicht en een betere handling kent. Daarnaast heeft de Nightster een lager zwaartepunt en moet hij een groter gevoel van veiligheid bieden door elektronische hulpsystemen als tractiecontrole, verschillende motormapping en betere remmen. Genoeg redenen voor een lekker zonnig ritje!
Eenmaal in het zadel, dat met een goede 700 millimeter relatief laag boven het asfalt hangt, valt als eerste op dat het bijzonder comfortabel is gepolsterd. Het licht gebogen stuur ligt goed in de hand, al moet je wel iets naar voren strekken om het vast te pakken. Aangezien de voetsteunen redelijk in het midden van het frame zijn gepositioneerd, zou je de zitpositie als geheel als cruise met een vleugje sportief kunnen samenvatten.
Starten maar! Contactsleutel omdraaien is niet nodig, want de Nightster heeft een keyless-startsysteem.
Gewoon de ronde startknop een tel of drie ingedrukt houden en de 975 komt tot leven. Eerst met een wat verhoogd stationair toerental en als dat wat is gedaald klinkt de nieuwe vloeistofgekoelde twin niet heel veel anders dan de concurrentie. Dat zal voor Harley-rijders die een luchtgekoelde 45 graden V-twin gewend zijn wellicht even wennen zijn, maar de 60 graden-twin staat al snel als een aangenaam zomerzonnetje te draaien. De eerste versnelling valt hoorbaar op zijn plek, maar beduidend minder luidruchtig dan bij Harley’s Milwaukee Eight-modellen. De bak zelf schakelt een tik hakerig, maar dat kan ook aan de nog behoorlijk maagdelijke kilometerstand van deze Nightster liggen. De spatiëring van de bak is in ieder geval wel prima.
Opvallender in de eerste kilometers is het meegaande stuurgedrag en de lichte handling van de Amerikaan. Niet zo gek, want met 221 kilo zet de Nightster een dikke 30 kilo minder op de schaal dan zijn voorgangers. Wat daar ongetwijfeld aan bijdraagt is het feit dat de benzinetank, a la de vroegere Harley-Davidson V-Rod, onder het zadel huist. Dat wat er in eerste instantie als benzinetank uitziet en in drie kleuren leverbaar is, is in feite niets meer dan een stalen cover. Hieronder zitten trouwens een flinke airbox en een groot deel van de elektronica en elektra. Om de 11,7 liter metende tank te vullen klap je het zadel omhoog en kom je bij de – helaas – losse tankdop.
Naast het uitgekiende zwaartepunt spelen natuurlijk ook de verhoudingsgewijs smalle banden (100/90-19 voor en 150/80-16 achter) een rol bij die lichtvoetige handling, die maakt dat je al snel lekker frivool gaat sturen. Beperkende factor is – zoals altijd in dit geval debet aan het cruiser-concept – de beperkte grondspeling. Links tik je al snel het asfalt aan met de voetsteunen, terwijl je rechts sowieso al wat behoudender bent vanwege de laaggeplaatste lange uitlaat. Die wil je liever niet aan de grond rijden, en eerlijk gezegd is een gematigde rijstijl natuurlijk ook het best passend bij een concept als de Nightster.
Waar de Bronx bij zijn presentatie in 2019 nog werd opgegeven voor een vermogen van 115 pk, moet de Revolution Max 975 het in de Nightster doen met een kleine 90 pk bij 7.500 toeren en een maximum koppel van 95 Nm bij 5.750 toeren. De V-twin heeft aan inlaatzijde variabele kleptiming, is voorzien van vierkleps-techniek, heeft bovenliggende nokkenassen en hydraulische klepstellers. Kortom, hypermodern als je het vergelijkt met de luchtgekoelde 45-graden-V-twin die in Europa nu met pensioen is. Verschil met de 1250-uitvoering is onder andere dat de 975 een enkele bougie per cilinder heeft in plaats van twee. Ook het blokkarakter verschilt nogal van de het oude luchtgekoelde blok. Vanaf lage toerentallen is de nieuwe twin al lekker alert, maar het middengebied vanaf 4.500 toeren is gevoelsmatig minder krachtig dan Harley-Davidson belooft. In ieder geval minder sterk dan je op basis van een goede 1.000 cc cilinderinhoud zou verwachten.
Spierballen heeft de Nightster echter wel degelijk, alleen spant ‘ie die pas aan in het toerengebied waarin de luchtgekoelde twin al lang naar adem lag te snakken. Een stuk hoger in het toerenbereik dus en dat vergt net even een iets andere instelling van de rijder. Maar dat went snel, en is allesbehalve een straf. De Nightster heeft met ‘Rain’, ‘Road’ en ‘Sport’ drie rijmodi, waarbij de gasrespons het voornaamste verschil vormt, maar heel erg veel verschillen de modi zo op het eerste gezicht niet. Tussen Road en Sport is nauwelijks verschil merkbaar, wel tussen Rain en de andere twee modi. De gasrespons is overwegend soepel, maar wil bij wat spelen met het gas nog wel eens licht rukkerig zijn.
Ook wat elektronica betreft moet Harley-Davidson mee in de vaart der volkeren en daarop vormt de Nightster geen uitzondering. Uiteraard zit er het tegenwoordig verplichte ABS op en daarnaast beschikt de nieuwkomer ook over tractiecontrole en een koppeling met anti-hop-functie, die een stuiterend achterwiel moet voorkomen als er te enthousiast wordt teruggeschakeld. In dit geval niet verkeerd, aangezien de standaard gemonteerde Dunlop D401’s wel bekend staan om hun prima levensduur, maar niet om de grip. Onder droge omstandigheden geen probleem, maar op nat wegdek een factor om rekening mee te houden.
Gelukkig hebben de Amerikanen de Nightster een puike voorrem toebedeeld. Slechts een enkele schijf, maar dat is in de praktijk zeker geen tekortkoming. Er is voldoende remkracht beschikbaar, de voorvork tordeert niet door de enkele schijf en de rem met vierzuiger remklauw laat zich keurig doseren en zal zeker niet verrassen met een te pittig aangrijpen.
Minder aangenaam is de vering. De vering kent een vrij harde afstelling, met name achter, waardoor hobbels redelijk ongefilterd worden doorgegeven. Met de 114 millimeter veerweg aan de voorzijde valt nog goed te leven, maar de 76 millimeter aan de achterzijde is echt wel kort. Een beetje meer zou zeker niet verkeerd zijn. Maar dat zou dan weer ten koste gaan de lage looks die bij Harley-Davidson zo wordt gekoesterd.
Over looks gesproken: de gewichtsbesparing die met de Nightster is geboekt komt deels ook op het conto van bijvoorbeeld een flink aantal kunststof afdekkappen die je links en rechts op de twin tegenkomt. Dat zal puristen wellicht tegen de borst stuiten, maar misschien dat een jongere generatie rijders daar minder moeite mee heeft. Overigens kan er op Harley’s afdeling Customparts naar believen worden geshopt naar alternatieven. En kun je toch niet helemaal afscheid nemen van een luchtgekoelde Harley? De Softail Standard staat ook nog bij de Harley-dealer in de showroom. € 16.495,- voor de Standard tegen € 18.495,- voor de Nightster. Je zou er keuzestress van krijgen.