Eerste Test Harley-Davidson FXDR 114
Met de recente aankondiging van de elektrische LiveWire voor 2019 en de komst van een heuse allroad en een streetfighter in 2020 windt Harley-Davidson er geen doekjes om dat het buiten de geijkte Harley-doelgroep gaat vissen. Ook de nieuwe FXDR 114 is met zijn krachtige en agressieve voorkomen al een hint naar de toekomst van de Amerikaanse fabrikant. We maken kennis met de nieuwste toevoeging aan het Softail-platform in de omgeving van het Griekse Thessaloniki.
1 april valt blijkbaar vroeg. Iedere Harley-fan, en ongetwijfeld ook ieder ander, zal zich even vertwijfeld achter de oren hebben gekrabd nadat de Amerikaanse fabrikant haar plannen voor de nabije toekomst ontvouwde. De LiveWire, de volledig elektrische machine die een paar jaar terug als proefballonnetje werd gepresenteerd, staat komend modeljaar gewoon als productiemodel in de line-up. Een jaar later, in 2020 dus, staat er met de Pan America een heuse allroad op de rol en wordt er eveneens een ruige 1.000 cc streetfighter aan het gamma toegevoegd.
Vers bloed
Een redelijke aardverschuiving dus, waarbij Harley-Davidson niet direct mikt op bestaande Harley-rijders, die hun leren vest massaal inruilen voor een allroad-outfit en een stel crosslaarzen of een bont gekleurde integraalhelm en een paar kekke sneakers. Nee, die traditionele doelgroep blijven de Amerikanen uiteraard gewoon bedienen, maar met de nieuwkomers gaan ze vanuit Milwaukee nadrukkelijk op zoek naar volledig nieuwe doelgroepen. Dat verse bloed is welkom ook, aangezien Harley’s verkoopcijfers met name in eigen land de laatste tijd wat achterblijven. En dan lijkt een frontale aanval nog steeds de beste verdediging….
De nieuwe FXDR 114 kun je in dat opzicht gerust als een vooruitgeschoven pion in dat ambitieuze offensief beschouwen. Dit tiende model van het afgelopen geïntroduceerde nieuwe Softail-platform ademt onmiskenbaar het bekende Harley-DNA, maar hint met zijn gespierde dragster-looks ook flink naar liefhebbers van muscle bikes, die een Harley-Davidson misschien niet meteen direct bovenaan hun wensenlijstje hebben staan, lees: Ducati Diavel-rijders of misschien wel Yamaha Vmax-adepten.
Behoorlijk andere vijvers om in te vissen dus. Wat dat betreft mag deze FXDR gezien worden, met name aan de bijzonder fotogenieke rechterzijde, waar het beeld wordt bepaald door de enorme luchtfilterkast, de al even voluptueuze uitlaatdemper en vuistdikke uitlaatbochten en de enorm clean ogende Milwaukee Eight 114 V-twin (1.868 cc), waar werkelijk geen kabel, stekkertje of slang het strakke beeld verstoort. Mooi! De dragster-looks worden verder benadrukt door de ver onderuitgezakte voorvork, die met 56° een zelfde balhoofdhoek heeft als de Breakout, en de flink ingekorte achterzijde, wat samen met het 18 inch aluminium ‘disc’-achterwiel voor een ronduit brute uitstraling zorgt.
Moddervette 240-slof
Dat achterwiel, waar een moddervette 240-slof om ligt, wordt trouwens anders dan bij de negen andere Softails niet omvat door een stalen swingarm, maar door een aluminium exemplaar. Een gewichtsbesparing van ruim 4,5 kilo, onafgeveerd gewicht welteverstaan en daar moet in de praktijk met name de achtervering, weggewerkt voor een fraaie hardtail-look, van profiteren. Om het gewicht verder te drukken, is ook het subframe gemaakt van aluminium buizen en zijn het korte kontje en voor- en achterspatbord uitgevoerd in licht composietmateriaal, waar dat bij de andere Softail-modellen van staal is. Tamelijk rigoureuze ingrepen naar Harley-begrippen. Ook het 19 inch gesmede aluminium Ace-voorwiel met zijn opvallend dunne en daardoor bijzonder fraaie spaken draagt trouwens bij aan de gewichtsbesparing.
Onder de streep zet de nieuwe FXDR 114 in rijklare staat nog altijd 303 kilo op de schaal, maar wel enkele tot een handvol kilo’s minder dan bijvoorbeeld de Fat Bob en de Breakout uit dezelfde Softail-familie. Het is dan ook nog best een brok van een machine om te zien, mede ook door de flinke wielbasis van 1.738 mm, de grootste van alle Softail-modellen. Het zorgt in ieder geval wel voor die kenmerkend uitgestrekte en lage dragster-look.
De zit is daarentegen lang niet zo laag als je misschien zou verwachten, met 723 millimeter is het zelfs de hoogste zit van alle Softails, hoger ook dan die van de Fat Bob en Breakout, die we op deze pagina´s een beetje ter referentie aanhouden. Ondanks die uitgestrekte geometrie en het forse gewicht rolt de FXDR nog behoorlijk lichtvoetig de tamelijk chaotische ochtenddrukte van het Griekse Thessaloniki in. Zo’n flinke jonge als deze Yank vraagt altijd even gewenning, maar op de FXDR gaat dat net even vlotter en vanzelfsprekender dan op de Breakout met zijn 21 inch voorwiel of de Fat Bob met zijn hoge ‘ballonbanden’.
Griekse asfalt
Een tik onwennig zijn de eerste meters echter wel. Dat heeft niet zozeer met de FXDR te maken, als wel met de staat van het asfalt in de Griekse havenstad. Dat is door vuil en het gebruik van marmerdeeltjes om smelten bij hoge zomertemperaturen tegen te gaan namelijk spekglad. Met 160 Nm koppel achter de knop, nog 5 Nm meer trouwens dan de Fat Bob en Breakout, en geen elektronisch vangnet als tractiecontrole is het de eerste kilometers even voorzichtig aftasten met de rechterpols. Mooi meegenomen is dat het blok lekker soepel op het gas reageert, alleen is er bij heel lage snelheden een licht aan/uit-effect voelbaar. Niet direct heel storend, maar wel merkbaar.
Gelukkig laten we Thessaloniki als snel voor wat het is en cruisen we via de snelweg en wat rechttoe-rechtaan secundaire wegen relaxed richting het heuvelachtige binnenland. Een mooi moment om de focus eens naar de zitpositie te verleggen. Die voelt in het stadse stuurwerk aan als die van een echte boulevard-cruiser, maar ontpopt zich op de snelweg en grotere secundaire wegen, waar de snelheid pakweg tussen de 100 en 140 km/uur ligt, als een aardig inspannend ensemble. De voetsteunen en de breed uitstaande stuurhelften – een soort omgekeerde clip-ons – staan redelijk ver weg, wat er in combinatie met het rechte zadel en de rijwind voor zorgt dat je wat nadrukkelijk op je stuitje en met een bolle rug komt te zitten. Je rechterbeen wordt daarbij naar buiten gedrukt door het forse luchtfilterhuis. Op den duur een vrij inspannende exercitie….
Geen lichtvoetig scheermes
Maar als je veel snelwegkilometers wilt maken, dan kies je wel iets anders, ook binnen het Harley-gamma trouwens. De FXDR gooit het liever over een wat sportievere boeg en wordt op zijn wenken bediend als de eerste hoogtemeters en daarmee ook de eerste meer uitdagende bochtencombinaties onder de wielen doorrollen. Die eerste paar knikken is het nog even wat wennen aan het gewicht, maar die kilo’s verdwijnen al snel naar de achtergrond en dat is volledig de verdienste van de FXDR. Je zou verwachten dat de combinatie van die enorme wielbasis, de dikke 240-achterband en het flinke gewicht lastig de bocht door te krijgen is, maar dat gaat juist met redelijk gemak.
Goed, het is natuurlijk geen lichtvoetig scheermes als een KTM 790 Duke, om maar eens een dwarsstraat te noemen. Zeker als het tempo wat omhoog gaat en de bochten elkaar snel opvolgen, moet je wel enigszins fysiek aan de bak om de Amerikaan je wil op te leggen en om hem op de gewenste lijn te houden. Maar dan gehoorzaamt de FXDR ook keurig en voelt het geheel zelfs behoorlijk uitgebalanceerd en stabiel aan, waarbij de speciaal voor Harley-Davidson ontwikkelde Michelin Scorcher 11-banden prima grip en feedback bieden en bijdragen aan het mooi neutrale stuurgevoel.
Daarnaast beschikt de FXDR over een stel uitstekend doseerbare en ruim voldoende krachtige stoppers om de snelheid er waar nodig uit te halen om de dikke twin panklaar te leggen voor weer een bocht. En als je wilt kun je de Amerikaan ook probleemloos behoorlijk diep een bocht in remmen. De achterrem heeft meer dan een ceremoniële functie en bewijst in dit heuvelachtige Griekse decor vooral zijn dienst in het krappere bochtenwerk, waar je hem lekker kunt laten slepen om de FXDR op de gewenste koers te houden.
Vierde streepje
Verrassend ruim is de grondspeling. Volgens Harley’s opgave heeft de FXDR de meest ruime grondspeling van alle Softails en dat kan goed kloppen, want je moet echt flink je best doen om de voetsteunen aan de grond te rijden. De hakken van de laarzen hebben het wat dat betreft zwaarder te verduren dan de slijtnokjes onder de voetsteunen.
Overigens hadden we de veervoorspanning achter wel van het eerste naar het vierde streepje van de beschikbare vijf opgedraaid met de handige draaiknop aan de rechterzijde. Dat zorgt voor een net wat vaster en preciezer stuurgedrag, maar gaat aan de andere kant weer wat ten koste van het veercomfort. De achterzijde is sowieso al aan de harde kant en bovendien is de veerweg met slechts 86 millimeter behoorlijk kort, wat er in dit geval voor zorgt dat de achterzijde van de FXDR op oneffenheden, en daarmee zijn de Griekse wegen rijkelijk bezaaid, wat onrustiger wil worden. En daar heeft ook de demping wat moeite mee, waardoor de klappen redelijk ongefilterd aan je onderrug worden doorgegeven. Afijn, in onze contreien vind je dergelijk asfalt alleen bij onze zuiderburen.
Naast de veervoorspanning achter is er verder helaas niets instelbaar aan de vering van de FXDR. Jammer, maar dat ben je al snel weer vergeten als je bocht uit het gas weer open kunt gooien. Alsof de Harley een 400-meter-sprint op een dragstrip moet afwerken. Bij wijze van dan he, alles in perspectief, maar de 114-twin in het vooronder heeft geen enkele moeite om de dik 300 kilo gewicht van de FXDR op zeer aanstekelijke wijze vooruit te duwen. Een maximum vermogen voor het blok geeft Harley-Davidson niet op, maar dat zal vermoedelijk net iets meer dan 100 pk bedragen. Is ook niet zo van belang, belangrijker is dat vette en breed uitgesmeerde koppel van 160 Nm.
Bij 3.500 toeren heb je al de beschikking over het volledige newtonmeter-arsenaal, maar vanaf een lage 2.000 toeren begint de FXDR er al heel soepel, maar serieus hard aan te sleuren. Op de snelweg richting het Griekse bergland draaide de Milwaukee Eight al een rustgevende 2.800 toeren bij een gangetje van 130 km/uur en eenmaal op hoogte komt de toerenteller ook maar zelden in de buurt van de 4.000 toeren. De actie zit ‘m grofweg tussen de 2.000 en 3.500 toeren, waarbij de twin overigens een opvallend beschaafd geluid produceert, met eerder een hoofdrol voor het inlaatgeluid dan voor de uitlaatsound, die zich best nog wel wat meer zou mogen laten gelden.
Afijn, dat is voer voor de puristen, belangrijker is misschien wel dat het 114-blok ook erg beschaafd is als het om trillingen gaat. Je voelt het blok lekker onder je werken, maar de trillingen die je voelt worden nooit hinderlijk. ‘Good vibrations’ dus.
‘Klonk’
Ook de zesversnellingsbak doet zijn werk nagenoeg geruisloos, alleen in de lagere versnellingen is af en toe een ‘klonk’ hoorbaar. De bak schakelt verder uitstekend: licht en lekker soepel, waarbij de bekrachtigde koppeling ook nog eens opvallend licht zijn werk doet. Maar op de Griekse testroute voldoen in feite de derde en vierde versnelling, het blok laat zich namelijk heerlijk schakellui rijden. Tik je hem zijn zes, dan sleurt de Milwaukee Eight 114 je vanaf een lage 1.800 toeren al zonder tegensputteren vooruit. Heerlijk ontspannen.
Maar ontspannen is niet wat je wilt in het zadel van deze FXDR, al kan het even afgezien van het zitcomfort natuurlijk wel. Nee, deze Amerikaan nodigt eerder uit tot het brutalere ‘van dik hout zaagt men planken’-werk en dat ligt ‘m in nagenoeg alle opzichten ook bijzonder goed. Maar bovenal is de nieuwe FXDR 114 echter de eerste voorpost van de frisse nieuwe wind die door Milwaukee waait en die maakt meer dan nieuwsgierig naar de komende jaren.
Nieuwsgierig geworden naar de FXDR? Die staat inmiddels bij de dealer. Voor € 29.000,- staat ‘ie in het zwart voor je klaar, voor de andere kleuren betaal je € 390,- meer.