Duurtest tussenverslag Aprilia Tuono 660
De Aprilia Tuono 660 heeft de eerste helft van de duurtest er op zitten. En die kilometers zijn haast ongemerkt voorbij gegaan. Wat overigens niet wil zeggen dat er niets te vertellen valt over die 26.722 kilometers. Tijd om ze eens langs te lopen in deze tussenbalans.
Er zijn van die motoren die een duurtest niet bepaald makkelijk maken. De Yamaha MT-07 is daar een goed voorbeeld van. En ook deze Aprilia Tuono 660 lijkt tot die categorie te behoren. Niet omdat deze motoren meer stilstaan dan dat ze rijden, continu mankementen hebben of op iedere langere rit op de zenuwen werken met hun onbetrouwbaarheid. Nee, gewoon omdat ze functioneren. Onopvallend en betrouwbaar. Dus ja, wat valt er halverwege de duurtest te melden, in dit geval over de Tuono? Precies. De Tuono 660 kwam samen met de Moto Guzzi V85 TT, afkomstig uit hetzelfde concern natuurlijk, in september 2021 bij ons in dienst.
Beide Italianen maakten vervolgens in nagenoeg hetzelfde tempo hun kilometers. Opmerkelijk trouwens, aangezien de Aprilia in tegenstelling tot de Guzzi geen uitgesproken reis- of toerkwaliteiten heeft. Desondanks kun je op de kleine Tuono nog best wat meenemen als je alleen reist. Zo komt er een handig bagagerek voor een tas tevoorschijn als je het duozadel verwijdert. En voor nog meer bagagecapaciteit kun je terecht op de accessoiremarkt.
Nog opmerkelijker is dat de Tuono 660 zijn kilometers met een enorme betrouwbaarheid bij elkaar reed. Zelf na ijskoude nachten met vorst startte de Italiaan altijd zonder tegensputteren. De balans tot dusver: geen bijzonderheden. Ook een blik op het kilometeroverzicht op de linkerpagina leert dat er buiten het reguliere onderhoud niets te melden valt. Het zal niet verbazen dat de Aprilia erg in trek is als het gaat om vlotte rit in de avonduurtjes of een weekendje weg. Ook de redacteuren van onze producttesten hebben een uitgesproken voorkeur voor de Tuono om bijvoorbeeld motorkleding te testen. Zo komen de kilometers er dus wel op.
Met name het makkelijke stuurgedrag valt in de smaak. De standaard gemonteerde Pirelli Diablo Rosso Corsa II’s doen het prima onder de Tuono, maar ons bevielen de Michelin Road 6’s nog net even iets beter (zie ook bandenkader). Maar ook de 660-twin verzamelde gretig sympathiepunten. Vanaf zo’n 2.500 toeren loopt het blok al mooi rond en kan zonder op de zenuwen te werken met een nog lager toerental rijden. In die eerste helft van het toerenbereik blijven de straatklinkers trouwens keurig op hun plek liggen, pas boven de 6.000 toeren is er vuurwerk. Dat vermogen is bijzonder bruikbaar op secundaire wegen. Je komt eigenlijk niets tekort. Het blok is niet alleen vurig, maar zuinig tegelijkertijd. Een verbruik tussen 1 op 22,2 en 1 op 25,0 is makkelijk realiseerbaar. En dan ben je nog niet eens echt traag onderweg. Gemiddeld zitten we nu op 1 op 22,2 over de testkilometers tot nu toe. Dat maakt etappes tot goed 300 kilometer mogelijk. Maar ook verder is de Italiaan tot nu toe vriendelijk voor de portemonnee. Voor de 1.000-beurt betaalden we 224 euro en 323 euro voor de 10.000-beurt. Alleen de 20.000-beurt, waarbij voor het eerst de speling van de acht kleppen gecontroleerd werd, sloeg met 752 een groter gat in het budget. Daar zaten dan wel verse bougies (105 euro) en een nieuw luchtfilter (114 euro) bij. De eerste kettingset ging lang mee en werd pas na 27.000 kilometer vervangen, waar we trouwens 400 euro voor kwijt waren. Maar voor een 95 pk sterke bochtenvreter, waarbij vaak enthousiast aan het gas wordt gedraaid, is dat beslist geen verkeerde score.
Pittig sturen, comfortabel snorren, niet al te hoge kosten. En daarnaast een zitpositie, die de gulden middenweg vormt tussen ontspannen en ambitieus sportief. Dat klinkt als een schoolvoorbeeld. Maar een beetje kritiek is er natuurlijk ook. Zo weigerde de quickshifter heel af en toe dienst en reageerde de startmotor niet altijd even alert op een druk op de startknop. Dat zou een hikje in de elektronica geweest kunnen zijn, want na de motor van en weer op het contact te hebben gedraaid, was de elektronica weer bij de les. Met de niet bepaald handige oliepeilstok zul je moeten leren leven, dat gaat helaas niet op voor het op lange etappes niet echt comfortabele zadel.
In het accessoiregamma van Aprilia zit wel een gelzadel (€ 199,-), dat ook daadwerkelijk meer comfort biedt. Helaas zag het er na een aantal weken gebruik wel uit als een ‘Shar-pei-edition’, er zaten bijna net zoveel plooien in als in de vacht van dit Chinese hondenras. Maar goed, comfortabel bleef het zadel wel, en dat geldt ook voor het optionele fly-screen (€ 99,-), dat het bovenlichaam zonder vervelende turbulentie uit de wind houdt.
Ook het enthousiasme voor de standaard achterschokdemper bleef binnen de perken. Met name op korte, harde hobbels moet je ruggengraat tegen een stootje kunnen. Op de aftermarket zijn inmiddels alternatieven verkrijgbaar, maar helemaal verdwenen was het daarmee niet. Toch valt er tot nu toe niet heel veel te klagen over de Tuono 660, te prijzen des te meer. Sommigen zien in deze ranke Italiaan zelfde de ‘ideale motorfiets voor secundaire wegen’. Althans, diegenen die er ook een actieve rijstijl op nahouden.
Als de tweede helft van de duurtest net zo probleemloos verloopt als de eerste, dan is de Aprilia in ieder geval een kandidaat voor een van de bovenste plekken in onze duurtest-waardering. En daar is de Tuono 660 dan in goed gezelschap, want dan zou de twin in de voetsporen treden van zijn voorganger, de Shiver 900, die sinds twee jaar in de top tien staat.