Dolf’s Domein – Tot in de puntjes
Duiken is bijna hetzelfde als motorrijden: in aangepaste kleding word je uiteindelijk toch nat en koud. Maar zo vroeg in het jaar is het op een Italiaans terras veel prettiger vertoeven dan op een terras een paar eurostaten noordelijker. Dus hadden we voor een handvol euro’s een vliegreis, onderdak en contact met een lokaal sportduikbedrijf geregeld. We zagen de ontwikkelingen vol verwachting tegemoet!
Italië is voor mensen uit de meer noordelijke Europese provincies een heerlijk zinloos land. Er wordt gepraat, geregeld, gepraat, gecommuniceerd, heen en weer gelopen met liefst twee GSM’s tegelijkertijd, gepraat, gegeten, gepraat… En dat alles camoufleert voorbeeldig dat die dynamische Italianen effectief eigenlijk gewoon helemaal niets doen. Ook op onze duikbasis verliep de organisatie op dezelfde ontspannen wijze. Naar duikbrevetten werd bijvoorbeeld niet gevraagd. Toch wat tricky, we gingen namelijk een wrakduik op 33 meter doen, bovendien waren er nogal wat duikers in de groep aanwezig, die behoorlijk indrukweekend ogende harpoen geweren bij zich hadden. We gingen buitensgaats, de boot deinde overtuigend en dus werden er wat mensen zeeziek. Achteraf gezien helaas voor niets, aangezien de schipper de duiklocatie niet kon vinden… En zo zagen we onszelf een poosje later weer op een Italiaans terras, waar de golven in onze glazen veel minder hoog waren. Een voormalige bootgenoot liet zich niet uit het veld slaan en ging ter compensatie maar in de haven te water. Na tien minuten klom hij triomfantelijk terug de kant op. Hij had een octopus gespiesd! De achtpoter was weliswaar slechts een kinderhand groot, maar indrukwekkend genoeg om familie en andere aanwezigen tot orgastische hoogtes van enthousiasme over zoveel dapperheid te brengen. Toen kwam er een Piaggio APE voorbij, met daarop een onduidelijk stuk oude motorfiets. We wuifden naar de chauffeuse, die onze taal beduidend beter sprak dan wij de hare. Haar vader had in Vlaanderen gewerkt en was met een Nederlandse getrouwd geweest. Ze herinnerde zich het Nederland uit haar jeugd nog uiterst goed: “Altijd regen! Koud! Zo koud!” Haar talenknobbel bleek tevens haar broodwinning. Ze deed iets communicatie-achtigs tussen een Italiaans en Nederlands bedrijf en was er even een weekend tussenuit. Op familiebezoek. Het motorwrak in de bak van de APE was voor haar oom. Die had vééél motorfietsen en was volgens onze informante behoorlijk de weg kwijt. Hij woonde aan de rand van het dorp. Zelf reed ze ook motor. Als we oude motorfietsen leuk en gekke oude mannen niet hinderlijk vonden, dan waren we wat haar betreft welkom. Luigi bleek gelukkig iets minder daas dan Maria had gezegd. Hij had bij Ford in Keulen gewerkt, maar was vooral lyrisch over BMW motoren en probeerde vol overtuiging willekeurig wie van ons dan ook aan zijn nicht te koppelen. Daarbij gedroeg hij zich als een kruising tussen een paardenhandelaar en doortrapte tweedehands autoverkoper. Maria lachte er om. De volgende dag werd er weer niet gedoken. De ademluchtcompressor was stuk. Hoe was het weer hier trouwens?