De Bakker Suzuki 250
In het seizoen dat Dorna bekend maakte dat de 125 cc-klasse in 2011 haar laatste Grand Prix-jaar in gaat, kwam Nico Bakker met zijn eigen toekomstvisie op de lichtste racecategorie. De vermaarde framebouwer kocht een Suzuki RM-Z250-crosser en ontwikkelde met stagiair en rijder Brian Slooten een eigen racer voor de 125 cc-klasse. Na een seizoen van vallen en opstaan Bakker kijkt terug. “Het is te leuk om er mee te stoppen.”De jaren dat wereldsterren de plek naast zijn werkplaats als alternatieve camping gebruikten, zijn voorbij, zal Bakker niet ontkennen. Maar motoren in het algemeen en de racerij in het bijzonder zullen de oprichter en naamgever van Bakker Framebouw nooit loslaten. Onlangs werd Bakker onderscheiden met de Gouden Motorster, een blijk van waardering voor alles wat hij in meer dan drie decennia bereikte in de motorsport. Zijn nieuwste raceproject onthulde Bakker aan het begin van het seizoen 2010. Met een viertakt Suzuki RM-Z250-crossblok in een onmiskenbaar Bakker-frame moest eerstejaars coureur Brian Slooten maar eens kijken hoe lastig hij het de 125 cc-tweetaktconcurrentie kon maken. De 20-jarige voormalige brommerracer werd veertiende in de eindstand en Bakker toont zich tevreden over het eerste jaar. “Het rijwielgedeelte, daar hadden we eigenlijk geen omkijken naar”, zegt Bakker. “Dat mag eigenlijk ook niet, hè. Het seizoen heeft ons wel een paar kuipen en zitjes gekost, want Brian is een paar keer afgestapt. Maar dat is de racerij, hè. Hij is een fanatieke jongen.” Dat Bakker Slootens inzet waardeert, blijkt wel uit het feit dat de stagiair inmiddels vast werkt bij Bakker Framebouw. “Dat soort jongens moet je niet laten gaan”, vindt Bakker. Samen met de onervaren Slooten begon Bakker in december 2009 aan de bouw van een nieuwe racer. Nadat hij weinig enthousiasme bespeurde bij andere importeurs kocht Bakker een Suzuki RM-Z250-crosser. “Ik zag het niet zitten om Brian te helpen met een tweetaktje in de 125, wel met een experiment op een viertakt. Ik wil niet elke week zo’n ding in en uit elkaar halen, maar wel de ontwikkeling doen. Brian heeft zelf het onderhoud gedaan.”Over het frame had Bakker duidelijke ideeën, waarbij hij met meer dan een scheef oog keek naar de balkenframes die hij ooit voor Supermono-racers bouwde. Enkele jaren geleden paste Bakker voor een Duitse klant een Yamaha TZ125-frame aan voor een 450 cc-crossblok die er vervolgens tweede mee werd in het Europese Supermono kampioenschap. Ook die ervaring gebruikte hij bij de bouw van de Bakker/Suzuki. De wielbasis werd 1230 mm en de balhoofd werd bepaald op 24º, met een graadje spelen in de plus of de min. “Brian heeft uiteindelijk het hele seizoen met dezelfde balhoofdhoek gereden, want dat ging gewoon goed. Ik ben uitgegaan van maten die je ook op een Aprilia-racer vindt, want zo’n fiets is natuurlijk al een maatstaf. Ook bij het systeem van de vering hebben we naar Aprilia gekeken, maar we hebben het wel zelf gemaakt.” Het carbon kuipwerk en het zitje van een 2009-Aprilia benadrukten het Aprilia-uiterlijk nog eens extra. Eén opvallende wijziging zit in de neus van de stroomlijn, want Bakker wijzigde het inlaattraject dat bij zijn Suzuki nu als het ware dwars door het balhoofd loopt. “De kortste weg”, beredeneert hij. Het viertaktblok hangt op dezelfde manier in het frame als bij de crosser, zegt Bakker: deels in de achtervork, deels in een subframe. Het gehele frame is slechts een centimeter breder dan dat van een Aprilia, noodzakelijk om het bredere blok en de bredere en grotere cilinder de ruimte te geven. Om de prijs van de racer niet uit de klauwen te laten lopen, werd er grote opruiming gehouden in de Bakker-werkplaats waarbij nog een aantal hoogwaardige materialen boven kwamen. De nieuwe racer heeft een WP-veerelement dat ooit dienst deed in de Honda NSR500V waarmee Barry Veneman en Anthony West GP’s reden in 2001. Bakker liet de vering aanpassen door HK Suspension en hoorde van coureur Slooten geen klachten. In het voorwiel werd oorspronkelijk een enkele schijf met een zeszuiger Bakker-remklauw gehangen. “Die lag al vijftien jaar op de plank”, lacht Bakker. De remklauw werd echter na een crash tijdens de trainingen op het stratencircuit van Hengelo echter vervangen door een Brembo vierzuiger remklauw die nu ook radiaal opgehangen is. Ook de oorspronkelijke Yamaha-voorvork moest plaatsmaken. “Daarna hebben een we Honda RS125-voorvork gemonteerd, want het binnenwerk van een Yamaha-vork was slecht aan te passen en het was ook niet mogelijk om een radiale remklauw te gebruiken aan deze vork.” Het totaalgewicht van de machine bedroeg met aluminium velgen 81,5 kilo; nog anderhalve kilo boven het minimum gewicht dat een racer die met een 250-viertaktblok in de 125 cc-klasse start mag wegen. Het minumum gewicht van een 125 cc-racer bedraagt 71 kilo. “Brian heeft later in het seizoen met carbon BST-velgen gereden. Het sturen was er een tikkeltje nerveuzer door, maar ook lichter en hij kon daar wel mee overweg. We kunnen wel op de gewichtslimiet komen, maar dan moet je met titanium boutjes en moertjes gaan werken. Het blokje brengt de kilo’s en aan dat gewicht is weinig aan te doen.”In februari was de Bakker/Suzuki klaar voor een buitenlandse test op het circuit van Carole waar Slooten ook zijn startbewijs haalde. “Brian heeft twee jaar aan brommerracen gedaan. Na zo’n brommer is natuurlijk alles snel. Het was allemaal nog te nieuw om dingen aan het frame aan te passen.”Van de motorische ontwikkeling van het injectieblokje (“een bewuste keuze voor de toekomst”) had Bakker zich wat meer voorgesteld, geeft hij toe. En dat terwijl hij ook de expertise van Marc Hoegee in riep, die door het bewerken van de kop een vermogensdipje wegwerkte. “Standaard heeft het blok ongeveer 35 pk en aan het begin van het seizoen zaten we op 38,5. Aan het eind van het jaar hebben we het inlaattraject rechter gezet en dat leverde 2 pk extra op. Bij de laatste meting leverde de motor 40,4 pk. Motorisch is het niet zo gegaan als gehoopt, zeg ik eerlijk. Ik heb van twee verschillende tuners uit Nederland en uit Duitsland speciale nokkenassen gekocht. Dat heeft me veel tijd en geld gekost, maar in beide gevallen heeft het ons niks opgeleverd. Marc gaf ons nog de tip om een ouder type zuiger te gebruiken waardoor de motor beter door de toeren zou lopen. Hij tunet crossers voor onder meer Marc de Reuver, maar crossers rijden in een ander toerengebied. Die moeten tussen de 5.000 en 10.000 toeren koppel en vermogen hebben, wij beginnen pas bij 9.000 en gaan door tot 13.500. Tegen een tweetakt móet je toeren maken.” Voor de laatste wedstrijd in Assen kreeg Bakker nog een tip van Molenaar Racing-chefmonteur Hans Spaan. “Wij gebruikten nog de 520-ketting van de crosser. Hans zei dat we de 415-ketting moesten gebruiken; smaller dus en ultralicht. Zo gaat er minder vermogen verloren door frictie.”Al in april zei Bakker dat een 125 cc-tweetakt toch al zo’n 44 pk aan boord had; de strijd aan gaan met een lichtere en sterkere machine werd derhalve een zware klus. “We zitten met twee handicaps: minder topvermogen en meer gewicht. Op de rechte stukken heeft Brian te weinig acceleratie. Uit de bochten gaat hij prima. Dat is iets wat moeilijk op te lossen is.” De “running costs” van het eerste seizoen racen met de 250-viertakt zijn Bakker wel erg meegevallen. “Er waren nogal wat mensen die zeiden dat racen met een viertakt zo duur zou zijn. Als zo’n blokje ploft misschien, maar dit blokje bleek oer-betrouwbaar. Qua onderhoud was het zelfs goedkoop en we hebben dit jaar één keer de zuiger vervangen. Niet omdat hij beschadigd was, maar omdat het voorgeschreven was. Het blok is één keer open geweest om te controleren of alles oké was en dat was zo.”Aan het begin van het seizoen toonde GP-coureur Jasper Iwema al zijn interesse bij Bakker. “Toen had het nog weinig nut om hem met dit blokje te laten rijden. En tijdens het seizoen is die jongen natuurlijk veel te druk. Maar ik zou hem graag eens op de motor zien. Met zijn ervaring kan dat heel interessant zijn.”Toen hij eind 2009 aan het project begon, was het Bakker niet alleen te doen om een nieuwe vingeroefening uit te voeren. De constructeur uit Heerhugowaard wilde ook onderzoeken of zijn nieuwe frame de aandacht zou trekken van potentiële klanten. Sloten nam twee maal deel aan een race voor het Duitse Supermono-kampioenschap en de Bakker/Suzuki mocht zich in een grote belangstelling verheugen. “Dat was heel positief”, zegt Bakker. “Er zijn nu twee partijen geweest die hebben gezegd dat ze in de winter er bij me op terug komen.”Plannen voor de racer zoals hij er aan het eind van het 2010-seizoen stond, heeft Bakker echter nog genoeg. “Jazeker. Het is veel te leuk om niet te doen. Het rijwielgedeelte staat wel. Motorisch is er nog wel wat te winnen. We zijn nog wel van plan om de kanalen in de kop in de winter te verfrezen. Verder weet ik dat er in Engeland een bedrijf is dat close ratio zesbakken maakt en wij rijden nu nog met een vijfbak. Via Marc (Hoegee) wil ik dan toch ook nog wel aan snelle Yoshimura-spullen zoals kleppen en een nokkenas zien te komen. Het lijkt me stug dat dat geen verbetering oplevert. Ik zie er wel toekomst in.”BijschriftenOpeningEen trotse Brian Slooten bij de machine die hij samen met Nico Bakker ontwikkelde. Rechts_openingEen typisch Bakker-frame, noemt Nico Bakker de creatie zelf. Het frame oogt solide, het fietsje compact. Nico_bakkerSleutelen aan een tweetakt trok Nico Bakker niet meer, het opzetten van een nieuw project met een viertakt-blok wel. ActieVanwege zijn lengte was het voor Slooten telkens een hele klus om zich achter het ruitje op te vouwen. Over het stuurkarakter had hij echter geen klachten. VoorvorkDe luchtinlaat valt meteen op bij de Bakker-Suzuki. De Marvic-wielen werden later vervangen door carbon BST-velgen. De Yamaha-voorvork moest aan de kant voor een Honda-vork. SwingEen WP-veerelement dat al in 2001 door Barry Veneman werd gebruikt, werd voor de Bakker-Suzuki aangepast en functioneert perfect. BlokHet RM-250Z-blok brengt het gewicht, weet Bakker. En met 40,4 pk eigenlijk ook nog te weinig vermogen. Daar moet in de winter verandering in k