Dakar Rally 2020
Eindelijk lukte het Honda om de zegereeks van KTM in s’ werelds zwaarste rally te stoppen. Maar hoe terecht blij Ricky Brabec als eerste Amerikaanse winnaar ook mocht zijn met zijn imponerende en historische prestatie, het overlijden van Paulo Goncalves in de zevende etappe en het levensbedreigende nekletsel van Edwin Straver vier dagen later gooiden een grauwsluier over de eerste Dakar rally in Saudi-Arabië.
De dood van de 40-jarige Paulo Goncalves trof het bivak als een mokerslag. De Portugees kwam in de zevende etappe na 276 snelle kilometers zwaar ten val. Hij werd met een helikopter naar het ziekenhuis gebracht, maar daar werd Goncalves’ overlijden vastgesteld. Toby Price kwam als eerste aan bij de gecrashte Hero-rijder, daarna arriveerden ook Stefan Svitko, Kevin Benavides, en Goncalves’ teamgenoten Joaquim Rodrigues en Sebastian Bühler. “Eerst wist ik niet dat het om Paulo ging, maar snel daarna zag ik het en ik wist ook meteen dat het ernstig was”, aldus Price. “Hij reageerde helaas nergens op. We kennen de risico’s en je hoopt en bidt dat je ze niet te veel tegenkomt. Vandaag was wel zo’n dag. Dat is moeilijk te accepteren. We hebben een strijder verloren, dat is zeker.” Price vervolgde zijn weg: “Daarna moest ik mezelf herpakken. Ik geloof dat ik de eerste honderd kilometer daarna nauwelijks mijn routeboek heb kunnen lezen door de tranen in mijn ogen.”
Voormalig crosser Paulo Goncalves reed in 2006 zijn eerste Dakar voor het Honda-team van Henk Hellegers. In 2011 schreef Goncalves met zijn eerste etappeoverwinning meteen geschiedenis, omdat hij BMW de eerste dagzege schonk in elf jaar. In 2015 vierde de in het bivak zeer populaire Portugees zijn grootste succes, toen hij achter Marc Coma als tweede finishte. Aan die tweede plaats kleefde wel een nare bijsmaak: Goncalves finishte op een achterstand van 16.53 op Coma, maar had eerder een straf van 17 minuten gekregen. In april van 2019 begon Goncalves aan een nieuwe uitdaging na zes jaren in het Honda-fabrieksteam. De inmiddels 40-jarige veteraan won op een Hero tijdens de Rally van Marokko meteen een etappe. Ook in zijn dertiende Dakar toonde Goncalves zijn enorme doorzettingsvermogen, toen hij eerder al met een kapot blok strandde en zes uren moest wachten op een assistentietruck. Goncalves monteerde zelf een nieuw blok en eindigde een dag later als vierde. Na Goncalves’ fatale crash trok het Hero-team zich terug uit de rally en in samenspraak met alle andere motorrijders in de rally schrapte racedirecteur David Castera de achtste etappe.
Vier dagen later, één dag voor het einde, kwam Edwin Straver met relatief lage snelheid zeer ongelukkig ten val op weg naar Haradh. Voormalig kistkampioen Olivier Pain, Mirjam Pol en haar teamgenoot Carl Johan Bjerkert sloegen alarm. Artsen slaagden er in om Stravers hart weer aan het kloppen te krijgen nadat hij ongeveer tien minuten geen hartslag had gehad. In het Saudi German Hospital in Riyad bleek dat Straver een nekwervel had gebroken. Zijn toestand was kritiek. Zijn vriendin, ouders en zus waren in Saudi-Arabië om Straver een dag later te zien finishen. In zijn jaren als crosser en gedurende zijn korte carrière als wegracer had Straver de neiging om ‘overal een wedstrijdje van te maken’. Die tijd had hij achter zich, benadrukte hij nogmaals voor de start van de Dakar. “Ik laat me m’n kop niet gek maken als iemand me voorbij komt”, aldus de 48-jarige zoon van oud-wegracekampioen Anton. “Ik wil zo’n saai mogelijke rally rijden, zo weinig mogelijk meemaken.” Vorig jaar schreef Straver tijdens zijn tweede deelname zeer verrassend het kistklassement op zijn naam. “Ik ga niet alle risico’s nemen om dat nog eens te winnen. Het was een leuke bijkomstigheid.” Na de dood van Goncalves gaf Straver blijk bekend te zijn met de gevaren van de rally. “Als je die niet accepteert, moet je thuisblijven.” Een dag vóór zijn val noteerde Straver met een 27e plaats zijn beste daguitslag. In het kistklassement bezette hij voor zijn val de vierde plaats, overall was hij opgeklommen naar de 38e positie.
Door de trieste gebeurtenissen werd de nieuwe start van de Dakar in Saudi-Arabië helaas een valse start. Het koninkrijk dat onder meer met het binnenhalen van een Formula E-race, een goed bezet tennistoernooi, de bokswedstrijd om de zwaargewichtwereldtitel en nu de Dakar Rally probeert om aan zijn reputatie te werken, opende gastvrij de deuren voor de rallyrijders. Een enkele uitzondering daargelaten reageerden de rijders positief op de adembenemend mooie landschappen en de zware etappes met lastige navigatie en verschillende terreinen met stenen, zand en ook duinen. Punten van kritiek waren er ook. Jurgen van den Goorbergh, als navigator van Kees Koolen als zeventiende gefinisht bij de SSV-vierwielers, verzuchtte na de vierde etappe dat ‘de stenen in de uitverkoop’ waren, terwijl ook de zeer hoge gemiddeldes en topsnelheden – met onder meer 40 kilometer rechtuit in de (voor motoren en quads geschrapte) achtste etappe – niet door iedereen werden gewaardeerd. Meer dan eens begonnen de rijders bovendien met temperaturen rond het vriespunt aan een etappe. De wedstrijdleiding introduceerde ook de vooraf ingekleurde roadbooks die de rijders in vijf geselecteerde etappes pas kort voor de start kregen. Vooral door privérijders werd die nivellerende maatregel met instemming begroet.
De 42e Dakar verdiende echter in meerdere opzichten ook de omschrijving ‘historisch’. Ricky Brabec had nog voor de start aangegeven te willen starten als underdog, in de vaste overtuiging dat hij na zijn sterke optreden in 2019 (dat door pech voortijdig eindigde) snel de Dakar zou winnen. Bovendien liet hij weten van niemand hulp te verwachten, maar dat hijzelf ook niet voor een ander zou rijden. Krasse taal, maar de 28-jarige Amerikaan had ook niemand nodig. In zijn vijfde Dakar won Brabec twee etappes, finishte negen maal in elf etappes in de top 5 en voerde al vanaf de derde dag het klassement aan. Waar de concurrenten fouten maakten, reed Brabec een voorbeeldige rally zonder ook maar één offday. Op de stenen en in de duinen – die hem deden denken aan het terrein rond zijn huis in Californië – voelde de relaxt ogende en tactisch slim rijdende Brabec zich thuis. “Het is de ‘American Dream’ die uitkomt”, meende Brabec na de slotetappe. “Dat ik de eerste Amerikaan ben die dit bereikt, is waanzinnig. Nu moeten we onze doelen bijstellen en volgend jaar terugkomen voor meer. Maar makkelijk wordt dat niet, met de hete adem van de KTM- en Husqvarna-jongens in onze nek.”
Ook voor Honda was het een historische dag, want voor het eerst sinds Gilles Lalay in 1989 met een V-twin de beste was, mocht er weer gejuicht worden voor een overwinning. De inbreng van teammanager (en zelf podiumfinisher) Ruben Faria en van Helder Rodrigues leek zich uit te betalen in een rally waarin Honda met zes etappezeges en twee dag-top 3’s het voorheen superieure KTM duidelijk de baas was. Naast Brabec wisten ook de als vierde geëindigde Nacho Cornejo Florimo, zevende man Joan Barreda en de door pech als negentiende geklasseerde Kevin Benavides dagsuccessen te boeken voor Honda.
Pablo Quintanilla behaalde met een tweede plaats zijn beste resultaat in acht Dakars. De 33-jarige Chileen was één van de vier rijders die twee etappes won. Hoewel Quintanilla in tegenstelling tot vorig jaar geen catastrofale fouten maakte, kwam hij tekort om Brabec serieus te bedreigen. Desondanks kon Quintanilla content zijn: na zijn dubbele enkelbreuk opgelopen tijdens de laatste Dakar-etappe van 2019 moest de Husqvarna-rijder zeven maanden toekijken – alvorens hij met een overwinning in de Atacama Rally zijn comeback vierde.
Voor het eerst sinds 1983 waren er deze Dakar drie – in naam – verschillende merken vertegenwoordigd op het podium. Toby Price was de enige KTM-rijder in de top 3, een ongebruikelijk beeld na achttien Oostenrijkse overwinningen op rij. “Dit was niet onze Dakar”, vond de Australiër, ondanks zijn vijfde podium in zes Dakars. Price worstelde een aantal dagen met een zeurende schouderblessure, met complexe navigatie en beslist ook met de fatale crash van Paulo Goncalves. Price’ Red Bull KTM-teamgenoten Matthias Walkner en Luciano Benavides finishten als vijfde en zesde. Voor de weinig opvallende Walkner teleurstellend, voor de 24-jarige Benavides een verbetering van drie plekken ten opzichte van vorig jaar. Sam Sunderland, de Dakar-winnaar van 2017, crashte in de vijfde etappe uit de rally. De Brit brak een schouder en vijf ruggenwervels. Het was de vijfde keer in zeven Dakars dat Sunderland voortijdig de rally moest verlaten.
Sunderland was echter niet de enige. Yamaha’s kopman Adrien van Beveren viel twee dagen eerder bikkelhard van zijn machine. Met een gebroken sleutelbeen en een gekwetste heup was Van Beverens Dakar voor het derde jaar op rij vroegtijdig voorbij. Teamgenoot Xavier de Soultrait moest een dag later met een polsblessure afstappen. Zuur voor De Soultrait was dat hij zijn pols bezeerde in het deel van de vierde etappe dat later uit de proef werd gehaald. Franco Caimi was zo de enige Yamaha-rijder die zich in de top wist te manifesteren: onopvallend maar constant rijdend werd de Argentijn achtste.
In 41 eerdere Dakars slaagden alleen de Amerikanen Danny Laporte (1992) en Jimmy Lewis (2000) er in om de Dakar te verlaten met een top 3-klassering, dit jaar zag winnaar Brabec nóg twee landgenoten bij de beste tien finishen. De 27-jarige Skyler Howes eindigde als negende, nadat hij vorig jaar zijn debuut ernstig had onderschat. Tiende man Andrew Short crashte hard in de tweede special en moest een dag later een half uur sleutelen om de schade te herstellen. Inmiddels hopeloos op achterstand gaf hij in de zesde etappe Toby Price een achterband.
Van de 144 starters zouden uiteindelijk 96 rijders worden geklasseerd in de uitslagen. Van de zeven Nederlanders zagen alleen Paul Spierings en Mirjam Pol de finish in Qiddiya. Spierings was na het spijtige afzeggen van de geblesseerde Wesley Pittens zoals verwacht de beste Nederlander. De 32-jarige inwoner van Sint-Michielsgestel trok zijn eigen plan en reed gestaag naar voren, met een veertiende plaats in de tiende etappe als knap hoogtepunt. Overall werd Spierings 25e, een plek hoger dan tijdens zijn debuut in 2019. In de laatste special stapte hij nog ongepland af. “De laatste drie kilometer ben ik nog een keer gevallen. Het ging té rustig, een steen onder mijn achterwiel, links, rechts, en daar lag ik”, aldus Spierings. De Husqvarna-rijder uit het team van Henk Hellegers sprak van een ‘hele mooie Dakar voor mezelf’. “Voor de rest zeer teleurstellend”, refererend aan de ernstige toestand van Edwin Straver. “Dat is de andere kant van de medaille.”
Ook Mirjam Pol zag weinig reden tot juichen na haar zevende finish in acht Dakars. De Twentse kende voormalig teamgenoot Paulo Goncalves goed en was zwaar aangeslagen nadat zij lange tijd wachtte bij de gevallen Straver. “Hij telt”, vond ze van haar medaille als 41e finisher. “Als je ziet wat er gebeurd is, ja dan was het de zwaarste Dakar. Normaal heb ik hele verhalen, maar ik kan weinig zeggen. Ik heb ‘m uitgereden. Punt.”
Twee dagen voor het einde viel Pol nog hard. Ze verwoordde het gevoel van velen: “Bovenbeenspier gescheurd en meer van die gekkigheid, maar ach… Dat telt allemaal niet.”