Dakar Rally 2018
Rallyrijden lijkt wel voetballen. Daar winnen na 90 minuten uiteindelijk toch altijd de Duitsers. In de Dakar wint na 9.000 km altijd een KTM…
Maar alle gekheid op een stokje: de 40e Dakar werd een loodzware helletocht, waarin aanvankelijk een einde leek te komen aan de KTM-hegemonie in de zwaarste rally ter wereld. Maar door valpartijen en navigatiefouten bij de concurrentie werd Matthias Walkner de ‘Last Man Standing’. Hij bezorgde KTM de gedroomde winnaar: een Oostenrijker op de Oostenrijkse machine. KTM was voor de zeventiende maal op rij onverslaanbaar in de Dakar rally.
De kritiek dat de wedstrijd vorig jaar het predikaat ‘zwaarste rally ter wereld’ niet verdiende, hadden wedstrijdleider Marc Coma en rallybaas Etienne Lavigne zich ter harte genomen. Oneindige zeeën van zand, onvoorspelbare duinen en zeer verraderlijke navigatie eisten het uiterste van de rijders en het feit dat 54 van 139 gestarte rijders vroegtijdig de handdoek moesten gooien, zei genoeg over de veertigste editie van Thierry Sabine’s geesteskind.
Met Matthias Walkner kreeg de rally niet de meest kleurrijke winnaar. Walkner stelde zich in de eerste week bijna verdekt op, in een fase van de rally dat de top 6 binnen tien minuten stond geklasseerd. Aan één uitstekende dag van foutloos navigeren had de 31-jarige Walkner genoeg om de wedstrijd naar zijn hand te zetten, op een dag dat van de top 8 maar liefst zes rijders het verkeerde spoor kozen. De voorsprong van bijna veertig minuten op de tweede man koesterde Walkner in de resterende vier etappes. En toen wedstrijdleider Coma ook nog de twaalfde etappe schrapte kon Walkner bijna freewheelend naar Cordoba.
In oktober was Walkner de eerste die met de nieuwe lichtere, lagere en compactere KTM-rallymotor een wedstrijd wist te winnen. Sinds 2004 is hij al testrijder van de Oostenrijkse fabriek en na zijn MX3 motorcross-wereldtitel in 2012 was het KTM-icoon Heinz Kinigadner die Walkner overhaalde om zich om te scholen tot rallyrijder. Het leidde tot een rallywereldtitel in 2015 en na twee dnf’s door ziekte en een gebroken heup tot een tweede plaats in de Dakar van 2017. De kroon op het werk volgde dus dit jaar. “Ik kan nauwelijks beschrijven hoe dit voelt”, straalde Walkner na de behoudend uitgereden de laatste special. “Dit was met afstand de zwaarste rally die ik ooit gereden heb. Toen het in het begin van de rally zo dicht bij elkaar zat, probeerde ik vooral geen fouten te maken. Alles was zó ‘close’, tot ik de tiende etappe won. Daarna heb ik met reserve gereden zonder mijn voorsprong te verliezen. Dat ik hier nu sta als winnaar voelt onwerkelijk.”
In de eerste zes dagen wonnen vier verschillende rijders en kende het klassement eveneens vier verschillende leiders. Twee maal verloor de rally haar klassementsleider. Sam Sunderland begon na twee dagzeges als leider aan de vierde etappe, toen na 253 kilometer bij de landing na een verre sprong zijn rug ineen werd gedrukt en hij viel. De 28-jarige Brit pakte zijn machine nog wel weer op, maar moest vijf kilometer later stoppen omdat hij zijn benen niet meer voelde. In het ziekenhuis in Lima werd geen ernstig letsel geconstateerd. De KTM-rijder herstelde ongewild een twijfelachtige reputatie in ere: zijn overwinning in 2017 betekende pas zijn eerste finish in de zwaarste rally ter wereld, want ook bij drie eerdere pogingen was hij niet verder gekomen dan de vierde etappe.
Vijf etappes later verdween voor de tweede keer een klassementsleider uit de rally. Adrien van Beveren, winnaar van de dag dat Sunderland crashte, nam de eerste plaats over, moest na zes etappes even plaatsmaken voor Kevin Benavides, maar heroverde een dag later de eerste plaats. Voor Yamaha-toprijder Van Beveren werd het een stuk lastiger toen hij na de achtste etappe niet meer kon rekenen op steun van zijn teamgenoten Franco Caimi (de beste rookie van 2017 kwam hopeloos vast te zitten) en Xavier deSoultrait, die bij een val een arm brak. Even leek de rally Van Beverens kant op te vallen, toen hij samen met Walkner wèl het goede spoor koos in de woestijn en in een gewonnen positie cruiste hij in de tiende etappe naar de finish, om drie kilometer voor de streep op een dikke steen in een volgelopen modderspoor over het hoofd te zien en keihard te crashen. Van Beveren moest afscheid nemen van de rally met een gebroken sleutelbeen, twee gebroken ribben en gekneusde longen.
Coma’s beslissing om de twaalfde etappete schrappen, betekende indirect ook het einde van de kansen van Honda-rijder Kevin Benavides. “De organisatie wilde ons laten starten tussen de auto’s en de trucks”, aldus de Argentijn. “Wij vroegen of we niet eerder konden starten voor de veiligheid. Maar ze kozen voor de gemakkelijkste optie. Ik denk niet dat schrappen de goede beslissing was.” De 29-jarige Benavides, de nummer 2 in het WK Rally van vorig jaar en pas bezig aan zijn tweede Dakar, had voor de eerste Honda-zege sinds 1989 kunnen zorgen als hij niet desastreus de mist in was gegaan in die door velen vervloekte tiende special. Ook dit jaar lukte het Honda dus weer niet om de suprematie van KTM te doorbreken. Enkele dagen voor de start van de rally kon Honda al een streep door de naam van Paulo Goncalves halen, die bij een laatste shake-down in Peru onvoldoende hersteld bleek van een eerder opgelopen knie- en schouderblessure en werd op het laatste moment vervangen door de 23-jarige José Ignacio Cornejo, die het voortreffelijk deed met een tiende plaats. Honda-boegbeeld Joan Barreda moest tijdens de elfde etappe de handdoek in de ring gooien. De 34-jarige Spanjaard kampte nog steeds met de naweeën van een in augustus gebroken pols en maakte ook in zijn achtste Dakar nog dezelfde fouten. Barreda won drie etappes en kwam ogenschijnlijk uit een kansloze positie terug, maar op de zevende dag kwam hij zwaar ten val en blesseerde daarbij zijn knie. Hij won nog wel de etappe, maar de pijn was te groot en vier dagen voor het einde gaf hij zijn tweede plaats in de tussenstand op, uitgeput en gebroken na weer een valpartij.
In de voorlaatste etappe volgde vervolgens het uitvallen van Honda-rijder Ricky Brabec: een dag voor het einde vloog zijn machine in de brand. De Amerikaan was bijna ongemerkt naar de zesde plaats in het klassement geslopen.
Toby Price veroverde na zijn derde plaats tijdens zijn Dakar-debuut in 2015 en zijn gedenkwaardige zege in 2016 nu weer een derde plaats. “Als je me zes weken geleden zou hebben gezegd dat ik voor het podium zou vechten in de Dakar had ik je uitgelachen”, memoreerde de beresterke Australiër aan een hardnekkige periode van blessureleed. In de eerste week was hij wat te behoudend geweest, oordeelde Price zelf, daarna kwam hij pas goed op gang. Ook voor hem pakte de tiende etappe catastrofaal uit. Toch zorgden Walkner en Price er voor dat er ook in 2018 weer twee KTM’s in de top 3 finishten, een traditie die al werd ingezet toen Fabrizio Meoni in 2001 KTM’s eerste Dakar-zege boekte. Ook voormalig enduro-wereldkampioen Antoine Méo sloot een lange periode van blessureperikelen af en deed dat met een knappe vierde plaats in de eindstand. De geslepen Gerard Farres Guell sloot zijn laatste Dakar op twee wielen af als vijfde, voor de toch verrassende Johnny Aubert op de Gas Gas – in feite een omgebouwde KTM – en de imponerende Spaanse nieuweling Oriol Mena op de Hero.
Tot de tiende etappe leek het er in deze gedenkwaardige loeizware Dakar op dat Yamaha met Adrien van Beveren en Honda met Kevin Benavides twee serieuze kandidaten had om KTM’s zegereeks te breken. Het gebeurde niet: de vier Red Bull KTM-rijders claimden in totaal zeven etappezeges en Walkner pakte de hoofdprijs. Oranje is duidelijk nog steeds de maatstaf in de Dakar!