Conceptvergelijking toermotoren
Yamaha FJR1300A, BMW R1200GS, Honda GoldWing, Moto Guzzi Norge 1200 GTL, Honda CB1300S, BMW F800ST, Suzuki Burgman 650, Harley-Davidson Road King Tussen Gulliver’s reizen en de avonturen van Von Münchhausen: met acht toermotoren van verschillend kaliber op reis door de dwergstaatjes van Europa. We begonnen met een motor te weinig, maar uiteindelijk kwam alles toch nog goed. Net als in een sprookje. Zeven stoere ridders waren aan het bekvechten over wiens stalen ros het beste was. “De mijne kan de grootste last dragen”, zei de ene. “Op mijn paard zit ik beter uit de wind en uit de regen dan op welke andere dan ook”, sprak een ander. “Maar de mijne luistert naar ook maar het kleinste commando van de teugels”, zei de derde. En zo streden ze verhit door over wat nu de beste motor voor stevige ritten was. Pas na het achtste glas bier werden ze verstandig en wachtten ze op de waard die de zaak eindelijk wel eens wilde sluiten. Terwijl hij zijn laatste rondje tapte zei hij: “Maar jongens jullie hebben misschien wel de beste toerverhalen bij mijn bier, maar daar over de verre bergen, vlak bij de Italiaanse dwergen, daar maken ze een motorfiets die nog wel tien keer beter is dan de beste hier”. Tja, zo spreken waarden in sprookjes nu eenmaal. De waard bedoelde natuurlijk de Moto Guzzi Norge 1200GTL. Zou die Guzzi dan de enige echte reisreus zijn? Omdat deze Italiaan standaard een elektrisch verstelbare ruit, verwarmde handvatten en een navigatiesysteem aan boord heeft? Dat wilden de zeven ruiters natuurlijk onderzoeken en daarom zadelden ze de volgende ochtend vroeg op en gingen op pad. Aan de andere kant van de Alpen zouden ze niet alleen de nieuwste Italiaanse toermotor vinden, maar ze zouden ook door landen trekken die zo klein zijn dat je er uit zou zijn voordat je er in was. Nou ja, zo sprookjesachtig was het allemaal ook weer niet, maar met Monaco, San Marino en Liechtenstein als reisdoel pakken we drie van de vijf Europese dwergstaten in een keer. En we vallen het asfalt aan met zeven karaktervolle toerfietsen die stuk voor stuk uniek te noemen zijn. Want uiteindelijk draait het om de vraag welke reismotor in de praktijk het beste deugt om verre reizen mee te maken. De elegante BMW F800ST vertegenwoordigt het ‘Nieuwe Midden’ van het sportieve toersegment. Merkgenoot R1200GS zit dicht bij de bron van alle reisenduro’s, de BMW R80G/S. De Harley-Davidson Road King staat voor alles wat toeren op zijn Amerikaans is. Met een breed, lederen zadel en een indrukwekkende, nu naar 1684 cc vergrote cilinderinhoud. De V-twin is goed voor 78 pk. Honda’s CB1300S is daarbij vergeleken pezig en atletisch. De allrounder speelt qua uiterlijk leentjebuur bij de CB1100R, de superbike uit de vroege jaren tachtig. De GoldWing, daarentegen, is pure decadentie op twee wielen. Een zescilinder boxer motor, een gewicht van een heel dikke 411 kilo, ABS, airbag, navigatie en een prijskaartje van bijna € 34.000,-. Alstublieft! Dat klinkt alsof er twee kamers, een bad en een keuken aan boord zijn. Gewoontegetrouw beweegt dit ruimteschip in zijn eigen universum. De Moto Guzzi Norge weegt maar liefst 133 kilo minder en is daarmee de belichaming van de volwaardige Europese toermotor. Hij is rijkelijk voorzien van alles wat een Europese toerrijder wenst. Maar eerst moet dat Italiaanse vlaggenschip even bij de fabriek worden opgehaald. Dat is niet erg, want de fabriek ligt toch op de route. Tja, en het volgende is een kwestie van tolerantie, want wat moet een motorrijder nu op een scooter? Nou ja, de niet bepaald dwergachtige Suzuki Burgman 650 is simpelweg de GoldWing onder de motorscooters. Die titel verdient hij door zijn 56 pk sterke tweecilinder in lijn, zijn gewicht van 279 kilo en zijn indrukwekkende uitrusting. Maar formaat is altijd relatief. Of niet soms? Hoe dan ook: de Yamaha FJR1300 is net zo krachtig als dat hij van reizen houdt. Een elegante Power Tourer met een grote schare hondstrouwe fans. Wij zijn er klaar voor, voor deze laatste grote tocht voor de komende lente. Het is half acht ’s ochtends en het nevelt flink op de ons omringende velden. Met volle tanks blazen we richting zonsopgang. De hemel begint oranjerood te gloeien alsof iemand de horizon in brand heeft gestoken. Onze club draaft stevig door over de A81 en een paar uur later hebben we de Bodensee al aan onze rechterkant. Het meer ligt er glad als een spiegel bij en op de achtergrond steken de pieken van de Alpen grof geschetst de hemel in. Het trio ‘voorlopers’, de FJR1300, de CB1300S en de F800ST, stopt in Konstanz voor een kop koffie. Nog geen vijf minuten later brommen de Burgman en de Harley als laatste de parkeerplaats op. Verrassend snel, omdat de Harley op top niet harder dan 165 km/uur loopt. Alleen de scooter is langzamer. Maar om de Burgman wordt niet meer gelachen. Zeker op secundaire wegen is de Suzuki niet uit de achteruitkijkspiegels weg te branden. Hij is zo vasthoudend als een terriër. In Zwitserland, met zijn strikte snelheids beperking van 120 km/uur, raak je de Burgman al helemaal niet meer kwijt. Overal staan camera’s, wat de indruk versterkt dat de Zwitsers met hun snelheidsbeheer net zo precies zijn als met het maken van hun beroemde horloges. En hoe kort je ook door het land van de Milka koeien en geheime bankrekeningen rijdt: die 40 Frank snelwegtol pakken ze toch weer even mee. Dan zijn de Oostenrijkers toch een veel beter volk. Tussen de beide Alpenlanden ligt Liechtenstein, dat we nog even links laten liggen. We moeten immers eerst nog even de Guzzi ophalen. “Heiiidi, Heiiidi, deine Welt sind die Beeeeherge”, klinkt het krakend uit de luidsprekers. Niet uit de speakers van de GoldWing, daaruit klinkt gewoon de muziek die je mooi vindt. Nee, het lawaai komt van de rustplaats ‘Heidiland’. Heidi zelf is er even niet. Ze is waarschijnlijk gevlucht voor Geiten Peter en zijn in Taiwan gemaakte plastic kudde. Als door wespen gestoken gaan we er over de linker baan vandoor. En nog steeds blijft de Burgman dapper volgen. Zeker als de berijder de automaat uitschakelt en de zesbak handmatig met de tip-tronic toetsen gaat bespelen. Vervolgens worden we getrakteerd op het meest pure geluksgevoel. Zo comfortabel gezeten zou de reis eindeloos mogen duren. Zelfs op de CB, waarop de beschutting tegen de wind bijna sportief en niet erg comfortabel is. Of met de F800ST, waarop je met de knieën net even iets te scherp geknikt zit. Wat echt stoort, zijn de trillingen die de pittige BMW twin genereert in het middengebied. Zeker als je constant met die toerentallen onderweg bent. Wat doet dat balansgewicht nu eigenlijk daar tussen de cilinders? Op het gebied van beschaafde motorloop mist ook de zo bewierookte GS een paar punten. Precies bij 130 km/uur kriebelt het stevig in de handgrepen, de voetrusten en de tank. En ook dat ondanks de aanwezigheid van een balansas. Gezeur in de kantlijn? Misschien. Bij de Splügenpas is het voorbij met rechtuit rijden. De ontketende meute stort zich in de draaimolen die Alpen heet. De bochten zijn krap en vaak slecht te overzien. Ronduit ideaal terrein als je een wendbare motorfiets onder de billen hebt. Daar profiteren BMW-rijders helemaal van, want al worden ze in Berlijn gebouwd, BMW’s zijn voor de Alpen geboren. De F800ST is verreweg de minst wegende motor van dit gezelschap. Hij weegt 225 kilo inclusief bagagesysteem en is daardoor een soort ‘BMW Light’. Met 252 kilo volgt de GS. Het spreekt voor zich dat het hoge, brede stuur van de reisenduro meer dan goed is voor de wendbaarheid. Geen van de andere motoren reageert zo dankbaar op stuurimpulsen en koerscorrecties. De GS draait zo kort af, dat hij rondjes kan rijden om een pizzabord. Hoog verheven en statig rechtop zittend, troont de GS-rijder op zijn eigen gebergte. Heersend over de wereld! Maar beide BMW’s hebben last van irriterende lastwisselreacties. Bochten kun je daarom het best pakken met het gas er op. En het ABS zou de voorrem niet al direct moeten lossen als de aslastverdeling ook maar een beetje naar voren verschuift. Daar tegenover staat dat de F en de R verbijsterend plat door de bocht kunnen. Dat in schril contrast tot de Harley, die al vonken trekt als je alleen nog maar aan een bocht denkt. Bovendien voelt de dik 350 kilo wegende gigant in lang doorlopende bochten wat sponzig aan. Maar hij blijft wel de goedheid zelf. De Amerikaan gedraagt zich een beetje als een surfboard met tegenwind. In Amerika rijdt men zachter, in de zin van ‘soepeler’ of ‘weker\’. Wendbaarheid betekent daar gewoon dat je op de plaats van bestemming aan komt. De Harley houdt de rest van de groep niet bij. Nou en? De berijder kan er gewoon langer door glimlachen. De Harley-Davidson is gewoon niet gemaakt voor snelle Alpenritten. Maakt niet uit. Het gevoel en het geluid maken alles goed. De 2007-Road King klinkt zoals hij er uit ziet: zwaar en donker. De boterzacht aan het gas hangende Twin Cam 96 is een echte vooruitgang. In elk geval qua vermogen en geluid. Dat is verbazend: in krap bochtenwerk blijkt de wat braaf overkomende Burgman niet eens de hekkensluiter. Op het sprookjesasfalt laat de gestroomlijnde scooter de GoldWing en de Harley met gemak achter zich. Daarbij geeft de 650, net als de GS, domweg geen feedback via het voorwiel. Maar in tegenstelling tot de GS bokt de scooter op slechte wegdek. De vork heeft het er moeilijk mee en de wieltjes vinden iedere kuil. Maar in het bochtenwerk richt de FJR zich nog sneller op dan de Burgman. Zijn hoge gewicht van 292 kilo zit de zo uitgebalanceerde Yamaha in de weg. De FJR is geen wonder van hanteerbaarheid en heeft een stevige hand nodig om de bochten ingedrukt te worden. Mandello del Lario aan het Comomeer straalt louter historie uit. De naam alleen al klinkt als een belofte. Een belofte die nu even niet uitkomt, want Moto Guzzi heeft de beloofde Norge nog niet helemaal af. De kaboutertjes die het werk moesten klaren, zijn blijkbaar even opgehouden door de boze heks. Maar morgenochtend staat hij klaar. Beloofd. Niet erg, het wordt er alleen maar spannender door. We laten gewoon een man achter en rijden met zijn zevenen via de Col St. Jean onder een wolkenloze hemel naar de Côte d’Azur. In de bergbeken liggen de enorme rotsblokken erbij alsof reuzen ermee gekegeld hebben. Eerst gaan we door lange bochten, daarna over een wirwar van asfaltspaghetti richting de microkosmos van Monaco. Dat is weer zo’n sprookjeswereld. Vol Lamborghini’s, Ferrari’s en Rolls-Royces. Maar ook de bushaltes op dit dichtst bevolkte stukje Europa staan vol. Er wonen immers 34.000 Monegasken op slechts 1,95 vierkante kilometer. Monaco is net zo wereldberoemd als dat het klein is. Het land staat vol hoogbouw en auto’s. Oude adel, nieuwe rijken en gewone stervelingen krioelen in het rond. En alles wordt doorsneden door waanzinnige suïcidale bromscooterrijders. We wagen het niet om met de Burgman de confrontatie aan te gaan met de 50cc-microben. Zelf niet als de spiegels elektrisch zijn ingeklapt en ze als oren in de nek van een boze hond tegen de Burgman aanliggen. Het windscherm van de Burgman beweegt trouwens ook traploos elektrisch, net als op de Norge en de FJR. Alleen is er niemand in de jachthaven, de kermis der ijdelheid, die er van opkijkt. Is het echt zo dat geld de wereld regeert? Dat zou je bijna denken in het vorstendommetje. Dan maar naar Italië. De Autostrada heeft diepe voren in het Genuese landschap gekerfd. Links en rechts van de slingers van de snelweg glinsteren de lichten van de stad. Nog een nachtje slapen, dan zijn we in de droomwereld van Cinque Terre. Intussen is de Norge ook aangehaakt. Na nog twee dagen wachten heeft een schone prins de Norge wakker gekust. De toeristische Guzzi overtuigt met zijn elegante verschijning en de rijke bass-sound uit zijn in- en uitlaattraject. De uitrusting laat zich alleen op details bekritiseren. Zo ligt het display van het navigatiesysteem wat te diep in de console en de draaiknop voor de verstelling van de achterdemper zit verstopt achter een plastic klep. En achter de adelaar op de kuip zit de oliepeilstok verstopt. Om daar bij te komen moeten er zeven schroeven los. Hoe kunnen ze het bedenken? Daarentegen hebben de ventielen een makkelijke knik voor het controleren van de bandenspanning. Om de velgen van de Guzzi liggen de inmiddels fameuze Roadtec Z6-en. Prima, want het woord ‘grip’ kennen de smerige straten van Cinque Terre alleen van horen zeggen. Voorzichtig steken we met onze toermotoren de bocht door. Onschuldige uitglijders horen er gewoon bij. Het krachtige reageren op het gas van de Yamaha komt nu niet goed uit. Net zo min als het zwaar draaiende gas en de zware koppeling. Het voorgaande model was wat dat betreft stukken vriendelijker. Of je nu stijgt of daalt, deze slechts twaalf kilometer lange doorsteek langs de Italiaanse kust biedt waanzinnige bochten en steile hellingen. Langs de weg liggen haast ondoordringbare bossen. Tussen de pijnbomen glinstert het goudgele verenkleed van adelaarsvarens. In de olijfgaarden liggen netten op de grond. De oogst is begonnen. De late herfst is zeker niet de slechtste tijd om te reizen en te eten. Het is truffeltijd en ook de andere paddestoelsoorten zijn klaar voor de maaltijd. Het karakter van de Norge gaat over de seizoenen heen. De charismatische V-twin trilt zoals echte motoren vroeger deden. De kleppen kletteren enthousiast. Wel zit je wat ver van het stuur af en mis je het zicht op het voorwiel. Jammer, maar de Norge is nog niet van het niveau van BMW’s R1200RT. De achterschokdemper is duidelijk niet tegen zijn werk opgewassen. Op de GoldWing is het makkelijk verliefd worden. Of dat aan het vette koppel uit de 1.8 liter zescilinder of aan het sexy uitlaatgeluid ligt? Het sixpack doet zacht suizend nog het meest aan de zescilinders van Porsche denken. Bij het op toeren jagen klinkt de motor hitsig blazend en eenmaal aan de rol laat de perfect uitgebalanceerde zwaargewicht zich heel makkelijk dirigeren. Dat komt door het lage zwaartepunt en de diepe zit. Toch is het een leuke klus om de vierhonderd kilo wegende motor, die groter is dan een Smart, door de haarspelden te wringen. En wie stoort zich er aan dat de voetrusten al snel de grond raken? GoldWing? Pah, GoldSwing! Aan het blok van de CB1300S voel je dat het de voorlopige bekroning van Honda’s viercilinder traditie is. Zo sterk als een Sumoworstelaar en zo levendig als een Samoerai hangt de viercilinder aan het gas. Deze beeldschone en doordachte motorfiets staat voor alles wat voor Japanse motoren en in het bijzonder voor Honda geldt: het geheel is meer dan de som der delen. Er stroomt pure kracht en verrukking uit de torenhoge cilinders op het stoomketelgrote carter. Het zijn alleen wat hoogfrequente trillingen die je voelt. Het is jammer dat het perfecte rijwielgedeelde wordt gestraft door inmiddels erg gedateerde Michelin Macadams. Ze glijden, hebben niet veel grip en verstoren de werking van het perfecte ABS door de motor in bochten op te richten. Maar de CB zelf draaft hoogst precies de bochten door en is haast onverstoorbaar. De koppeling, de bak, de schakelaars en de zitpositie zijn allemaal zoals het wezen moet. Er zou alleen wat meer brandstof aan boord mogen zijn, want na de Burgman en de Harley komt de Honda als volgende droog te staan. Droog staan? In de haven van La Spezia herinnert een hele vloot onderzeeërs, fregatten en vrachtschepen er aan dat de Italiaanse laars als een schiereiland de Middellandse zee insteekt. Enorme kranen grijpen met hun armen naar de wolken. Je mist bijna direct de rust van de bergen. Snel de Apenijnen door. De acht met stuurman baant zich een weg door de files rond Bologna. San Marino is bijna in zicht. De oudste republiek ter wereld is met zijn bijna 62 vierkante kilometer nog niet half zo groot als een beetje stad en troont als een adelaarsnest tegen de steile hellingen van de 756 meter hoge Monte Titano. In het compleet door Italië omsloten land wonen ruim 30.000 mensen. Vanuit hoofdstad San Marino hebben we een sprookjesachtig uitzicht in het heuvelachtige achterland. Na heerlijk in Misano aan de Adriatische Zee te hebben gegeten, gaan we weer kilometers vreten. Via de snelweg rijden we van Modena naar Milaan. Als beloning passeren we daarna de plaatjesboeklandschappen in het hooggebergte. In de dalen spetteren de herfsttinten nog van de bomen. Op de heuvels tekenen de kale lariksen zich af tegen de strakblauwe hemel. Het is nog niet eens koud op de San Bernardino. Leve de klimaatwijziging! Nu gaan we regelrecht naar Liechtenstein. Dat is bijna de reus onder de dwergen. Het ligt op 2599 meter hoogte, is zowat 160 vierkante kilometer groot en telt 35.000 inwoners. We steken de brug over de nog prille Rijn over en we wippen binnen in het land met het hoogste BNP per hoofd van de bevolking ter wereld: 80.900,- euro. En zo zijn we veel ervaringen rijker terug bij af. Want het ging ons om het karakter van de motoren. En wat is nu de beste toermotor? Reizen kun je op alle motoren, maar Yamaha’s FJR1300 is de indrukwekkendste power tourer. De R1200GS en het luxeschip GoldWing zijn van eenzelfde kaliber. Elk op zijn eigen manier. En dat is geen sprookje. MOTOPLUS-CONCLUSIE 1. Yamaha FJR1300A Een krachtpatser. Als hij wat rustiger op gascommando’s reageerde en als de kuipruit minder turbulentie veroorzaakte, zou hij bijna perfect zijn. Een Power Tourer voor dagelijks gebruik. 2. BMW R1200GS De reisenduro geeft de rijder een verheven rijgevoel en heeft een goed rijwielgedeelte. Alleen het maximale laadvermogen zou wat hoger mogen zijn. 3. Honda GoldWing Een slagschip of een galjoen. Een koninklijke, dure en superzware luxe toerist met een ongelooflijk hoog uitrustingsniveau en een fantastische zescilinder krachtbron. 4. Moto Guzzi Norge 1200 GTL Een volwaardige toermachine met een riante uitrusting. Plus een paar ondoordachte en goedkope oplossingen en natuurlijk de slappe achterveer. 5. Honda CB1300S Deze alleskunner heeft de beste krachtbron van deze test, maar is in karakter de minste groottoerist. Maar als je er op rijdt is het een feest. 6. BMW F800ST Het rijwielgedeelte van de dagelijks inzetbare sportieve toermotor doet zijn werk efficiënt. De vibraties, de lastwisselreacties en de ‘alles kost extra’ prijspolitiek beïnvloeden de zaak negatief. 7. Suzuki Burgman 650 De rollende sofa doet helemaal mee met de grote jongens. Zijn beperkte actieradius en lage maximale belasting kosten hem echter punten. 8. Harley-Davidson Road King Naar huidige maatstaven slaat de Harley nog geen deuk in een pakje boter, maar qua uitstraling en gevoel is hij onverslaanbaar. [Technische Daten fur die Seiten 30/31 unten] BMW F800ST Motor: vloeistofgekoelde tweecilinder viertakt lijnmotor, boring x slag 82,0 x 75,6 mm, cilinderinhoud 798 cc, 62,5 kW (85 pk) bij 8000 tpm, 86 Nm bij 5800 tpm. Gewicht: volgetankt* 225 kg, belading 180 kg, tankinhoud/reserve 16,0/4,0 liter. Prijs: NL € 10.700,- / B € 9800,- BMW R1200GS Motor: lucht/oliegekoelde tweecilinder viertakt boxermotor, boring x slag 101,0 x 73,0 mm, cilinderinhoud 1170 cc, 72,0 kW (98 pk) bij 7000 tpm, 115 Nm bij 5500 tpm. Gewicht: volgetankt* 252 kg, belading 183 kg, tankinhoud 20 liter. Prijs: NL € 14.750,- / B € 13.150,- HARLEY-DAVIDSON ROAD KING Motor: luchtgekoelde tweecilinder viertakt 45° V-motor, boring x slag 95,3 x 111,1 mm, cilinderinhoud 1585 cc, 57,0 kW (78 pk) bij 5450 tpm, 123 Nm bij 3400 tpm. Gewicht: volgetankt* 349 kg, belading 221 kg, tankinhoud/reserve 18,9/3,8 liter. Prijs: NL € 23.495,- / B € 20.495,- HONDA CB1300S Motor: vloeistofgekoelde viercilinder viertakt lijnmotor, boring x slag 78,0 x 67,2 mm, cilinderinhoud 1284 cc, 85,0 kW (116 pk) bij 7000 tpm, 117 Nm bij 6000 tpm. Gewicht: volgetankt* 270 kg, belading 182 kg, tankinhoud/reserve 21,0/4,5 liter. Prijs: NL € 12.840,- / B € 11.300,- HONDA GOLDWING Motor: vloeistofgekoelde zescilinder viertakt boxermotor, boring x slag 74,0 x 71,0 mm, cilinderinhoud 1832 cc, 87,0 kW (118 pk) bij 5500 tpm, 167 Nm bij 4000 tpm. Gewicht: volgetankt* 411 kg, belading 191 kg, tankinhoud 25 liter. Prijs: NL € 30.280,- / B € 26.750,- MOTO GUZZI NORGE 1200GTL Motor: luchtgekoelde tweecilinder viertakt 90° V-motor, boring x slag 95,0 x 81,2 mm, cilinderinhoud 1151 cc, 68,0 kW (93 pk) bij 7250 tpm, 96 Nm bij 5500 tpm. Gewicht: volgetankt* 278 kg, belading 200 kg, tankinhoud/reserve 23,0/4,0 liter. Prijs: NL € 17.990,- / B € 15.990,- SUZUKI BURGMAN 650 EXECUTIVE Motor: vloeistofgekoelde tweecilinder viertakt lijnmotor, boring x slag 75,5 x 71,3 mm, cilinderinhoud 638 cc, 41,0 kW (56 pk) bij 7000 tpm, 62 Nm bij 5000 tpm. Gewicht: volgetankt* 279 kg, belading 176 kg, tankinhoud 15,0 liter. Prijs: NL € 10.790,- / B € 10.530,- YAMAHA FJR1300A Motor: vloeistofgekoelde viercilinder viertakt lijnmotor, boring x slag 79,0 x 66,2 mm, cilinderinhoud 1298 cc, 105,5 kW (144 pk) bij 8000 tpm, 134 Nm bij 7000 tpm. Gewicht: volgetankt* 292 kg, belading 211 kg, tankinhoud 25,0 liter. Prijs: NL € 18.299,- / B €15.690,- * MotoPlus-meting, incl. koffersystemen