Conceptvergelijking: hoeveel pk heb je nodig?
Motorfietsen zijn leuk. Maar zijn sterkere motorfietsen leuker? Stuntrijdster Mai-Lin legt de mannenwereld van Motoplus uit hoeveel vermogen een motorfiets echt nodig heeft. En hoeveel vermogen nietMai-Lins brede glimlach laat er geen twijfel over bestaan; motorrijden is haar levensinvulling. De 24-jarige blondine vertelt enthousiast over haar Honda CBR600 en het werk dat ze daarmee doet. Mai-Lin-Shi Senf, zoals de geboren Hamburgse vol uit heet, is stuntrijdster van professie, één van de hoogstens twaalf ter wereld. Pas vijf jaar geleden ging de toen 19-jarige motorrijdster, en destijds bezitter van het ‘kleine’ rijbewijs, op haar Honda CB500 naar haar eerste stuntshow. Kort daarna zette ze haar 35 pk sterke Honda voor het eerst op het achterwiel. Sindsdien is het leven van deze voormalige tandtechnicus een aaneenschakeling van stoppies, drifts en wheelies. En in haar vrije tijd mag ze ook graag lekker dollen op een leeg parkeerterrein in een verlaten havengebied.Ze heeft intussen afscheid genomen van de tandartspraktijk, want de inkomsten uit demo’s en tv-producties zijn hoog genoeg om van haar passie te leven. Een gevalletje van ‘exit witte jas’ dus. Mai-Lin dopt al haar boontjes zelf. Ze vult zelf haar site (www.stunt-girl.net), doet de boekhouding en is chauffeur op haar eigen bedrijfsbus. Die bus loopt op diesel. De motor draait op benzine en Mai-Lin heeft adrenaline als brandstof.Mai-Lins is erg nieuwsgierig naar de testfietsen die antwoord moeten geven op de vraag: ‘Maakt vermogen gelukkig?’ Een vraag die direct een tegenvraag oproept: is vermogen überhaupt van belang voor de lol die je met een motor hebt? En daarmee komen we bij de aloude clichévraag: ‘Does size matter?’. De verkoopstatistieken lijken die vraag ontkennend te beantwoorden, want de tien meest verkochte motoren van de laatste twee jaar hebben een vermogen tussen de 70 en ruim 100 pk. Maar dan nog: populaire machines als de Honda Fireblade en de BMW S1000RR torenen daar met hun vermogen nog mijlenhoog bovenuit. Ze symboliseren in die zin misschien de heimelijke wens naar puur onvernunft, een moeilijkt te omschrijven gevoel dat zich op het moment van aankoop alleen laat onderdrukken door de focus op alledaags gebruiksgemak en de restwaarde van een motor. Er staat een spanningsboog van vijf motorfietsen voor ons klaar: de mini-Supermoto WR250X (32 pk) van Yamaha, de 654 cc eencilinder KTM Duke R (71 pk), de 675 cc driepitter Triumph Street Triple R (108 pk), de dit jaar herboren Kawasaki Z1000 (137 pk) en een Rambo uit Italië: de 159 pk sterke Ducati Streetfighter S. Okay, het zijn stuk voor stuk karakterfietsen die allemaal hun eigen niche vullen, maar het zijn stuk voor stuk ook machines die voor het pure motorplezier op de wielen zijn gezet, Mai-Lin slentert hoogst geïnteresseerd tussen onze kandidaten heen en weer en controleert zitpositie en ergonomie. Het is aan deze Powerlady te merken dat ze dikke voorpret heeft om met vier kerels het kwartet motoren aan de tand te voelen. Het spul gaat van start. Mai-Lin springt direct op de Yamaha. Om er even in te komen, wil ze niet te hoog inzetten en dan is de 32 pk sterke Yamaha de beste keuze, zeker in het stadsverkeer. De 137 kilo lichte 250 met zijn blonde berijdster dartelt als een jonge hond om de pedaalemmers op wielen, alsof het pylonnetjes op een slalomtraject zijn. Pas als het in de buitenwijken minder druk wordt, kunnen de koene ridders op hun zwaardere raspaardjes weer een beetje in de buurt komen. De stelregel om beheerst aan het gas te draaien, vervliegt op dit terrein als sneeuw voor de zon. Maar de Yamaha weet beslist raad met een soepele pols. Toerentallen zijn de balsem voor de WR-ziel. Onder de 8.000 toeren gebeurt er weinig en pas bij 12.000 omwentelingen is de koek op. Deze ranke Japanner geeft zelfs beginners het gevoel de hele wereld aan te kunnen. Maar om echt te feesten moet Mai-Lin constant in de versnellingsbak roeren. Dat is even leuk, maar na een half uurtje slaat de stemming om. Het op kop moeten rijden wordt voor deze draai- en tredmolen uiteindelijk een last en doet je de beschaafde manieren van de kleine eenpitter vergeten. De prestaties (zie ook kader ‘Snel of langzaam’) zijn simpelweg te tam. Vergeleken met zijn gelegenheidsconcurrenten doet de Yamaha bijvoorbeeld een keer zo lang over een sprintje van 30 naar 100 km/uur. Cilinderinhoud en dus ook vermogen laten zich moeilijk vervangen. Tijd voor een tussenstop. Mai-Lin wil overstappen en met de KTM de stap naar de volwassen motorwereld maken. Met 71 pk heeft het blok van de KTM het hoogste vermogen van alle in serie gemaakte eencilinders. Het is een cliché, maar eencilinders zijn voor iederen – inclusief onze stuntgirl – de schoolvoorbeelden van motoren met veel kracht bij lage toerentallen. Maar de Duke R rekent overtuigend af met dit vooroordeel. De LC4 hangt als een pitbull aan het gas, rukt onder de 3.000 toeren nog narrig aan de ketting, maar knalt even later loeihard door zijn powerband. Tijdens de rijdende acceleratie van 30 naar 100 km/uur is de KTM zelfs sneller dan de 40 pk sterkere Street Triple R. De eenpitter reageert venijnig op het stijgende toerental en gaat met een vermogensstijging van 19 pk tussen de 4.000 en 5.000 toeren (zie kader ‘Zacht of agressief’) zelfs gelijk op met de veel sterkere Ducati. Die prestaties laten ons ook grijzen. De Oostenrijker schudt de ene na de andere wheelie achteloos uit de mouw en het is 100% genieten van de brute emoties die deze machine opwekt. Je zou haast de heftige trillingen vergeten die je rond de 6.000 toeren, dus ruim voor de 7.300 toeren waarbij de Duke R zijn topvermogen levert, manen tot opschakelen. Mai-Lin is echter minder onder de indruk van de temperamentvolle Alpenmachine. Het door ons zo gewaardeerde brute karakter van de LC4 maakt haar niet blij. Vooral de in de praktijk smalle bruikbare powerband van 2.000 toeren kan de stuntvrouw niet bekoren. Mai-Lin verbaast zich erover dat ze op deze eenpitter continu aan het schakelen is. En daarnaast wordt ze hoorndol van de trillingen. Kortom, ze voelt zich niet helemaal thuis op de KTM. De vraag of 71 pk genoeg is voor puur rijdersgeluk komt niet eens bij haar op, maar is in feite al door ons beantwoordt middels onze totale adoratie voor de Oostenrijker. De lat wordt opnieuw hoger gelegd en Mai-Lin krijgt de Triumph in handen gedrukt. De Street Triple R heeft een vermogen van 108 pk en dat is niet gering voor een 675 cc-blok. Maar hoe zit het met de souplesse en de kracht bij lage toerentallen bij deze driepitter? Mai-Lin heeft zo haar bedenkingen, maar steek al na een paar kilometer beide duimen in de lucht. De Brit heeft alweer een hart gestolen. Is dit de koning van het complete segment met een vermogen van ongeveer 100 pk? In deze vorm wel, want deze driepitter scoort eigenlijk alleen maar pluspunten. Vanaf 2.000 toeren worden de mouwen al nagenoeg trillingsvrij opgestroopt om vervolgens met verfrissende lenigheid en een ongelooflijk homogene vermogensafgifte verder door de toerentallen heen omhoog te klimmen (zie ook kader ‘Zacht of agressief’). Dit maakt de Triumph tot Mai-Lin’s ideale danspartner op de steeds bochtiger wordende wegen. Ook wij worden na iedere kilometer enthousiaster over het nauwlijks verslaanbare universele karakter van de Brit. Een blok dat indrukwekkende veel vermogen levert, maar nooit te veel van je vraagt. Welbeschouwd heeft de Street Triple het perfecte motorblok. Maar niet iedereen is evenzeer onder de indruk. Het ‘zoveel als nodig en niet meer’ is voor sommigen hetzelfde als iedere dag witbrood met kaas. Zij zijn slechts met moeite van een machine als de Kawasaki Z1000 te krijgen, want die heeft immers 137 pk. Dat is duidelijk andere koek dan een boterham met kaas. De dikke vierpitter symboliseert eerder een stuk rauwe biefstuk. De 1.043 cc metende Z1000 zoemt rustig in de zesde versnelling met een snelheid van 50 km/uur bij 2.000 toeren de bebouwde komt uit, om met het stijgen van het toerental te veranderen in een woest krijsende Tasmaanse duivel (0 – 100 km/uur in 3,3 sec.). En dat is ook kicken! De viercilinder is een droom van een blok, heeft een beetje hetzelfde karakter als de Triumph, maar dan in maatje XXXL. Maar onze 55 kilo lichte stuntvrouw moet er de mouwen voor opstropen. De zorgeloze lichtvoetigheid die ze aan boord van de Triumph ervoer, wordt niet door de 32 kilo zwaardere Kawasaki voorgeschoteld. Zelfs het gevoel de wereld met een korte draai van de rechterhand achter je te kunnen laten, maakte haar niet dartel en blij. En dat is toch een gevoel dat de 100 pk-fractie niet kan bieden. De Ducati doet er met 159 pk zelfs nog een flinke schep bovenop. Of dat zinvol is, hoeft Mai-Lin ons niet te vragen. Hoe sterk, hoe beter, is onze bescheiden mening. En daarin worden we bevestigd door het ronduit indrukwekkende optreden van het 1.0999 cc-blok. Er is nauwelijks een andere motor te vinden die zo vanzelfsprekend zo veel bruut geweld levert. Als je gas geeft, ervaar je in exact 8,8 seconden hoe allesoverweldigend een acceleratie van 0 tot 200 km/uur kan zijn. En zelfs als je alleen maar een pakje sigaretten gaat halen om de hoek heeft deze V-twin een verslavende uitwerking op lichaam en geest. Ook Mai-Lin valt voor het karakter van dit beest op twee wielen. Ze stelt de volgende motorwissel uit enn vertelt stralend over die waanzinnige schop onder de kont, het duivelse orkest uit de gestapelde uitlaatdempers en de algehele ultieme Ducati-ervaring. Maar daarbij blijft ze wel met een schuin oog naar de Triumph kijken.MOTOPLUS CONCLUSIEWie heeft er gelijk: Mai-Lin of Motoplus? Laten we het maar op een gelijkspelletje houden.Hoeveel vermogen heeft een man nodig? Als je dat vraagt, zal Mai-Lin je na deze test het volgende antwoord geven: 108 pk. Dat is het vermogen van de driecilinder Triumph Speed Triple R. Die wonderbaarlijke driepitter levert uitstekende prestaties, is indrukwekkend soepel, komt zingend op toeren, gedraagt zich verbijsterend beschaafd en klinkt nog eens helemaal te gek ook. Daarbij ziet hij er gelikt uit en je loopt er financieel niet eens op leeg. Wat dat betreft heeft Mai-Lin gelijk: meer motor(fiets) heeft niemand nodig. Maar wat betekent ‘nodig hebben’? Het gevoel de macht te hebben over de sluimerende kracht van een 160 of 140 pk sterke krachtpatser of het spel spelen met een 70 paarden sterke stampende eencilinder of continu het uiterste halen uit de beperkingen van een slechts 30 pony’s sterke machine? Het heeft allemaal zijn eigen charme. En dat heeft niets met je gezonde verstand te maken. Net als motorrijden zelf….[p. 38]32YAMAHA WR250X“Een 250 cc-motor heeft domweg te weinig vermogen. 32 pk kan voldoende zijn voor een beginner, maar uiteindelijk is het te weinig.”[p. 39][bovenaan]Wat voor ’n emoties roept de vermogensafgifte op? Hoeveel wordt er gevraagd van de vaardigheden van de rijder om dat vermogen efficiënt op het asfalt te brengen? Maar vooral: hoeveel rijpret geeft de motor? Allemaal subjectieve insteken die de verstandelijke aanpak te boven gaan. MotoPlus zet de kandidaten op een rij. [bij grafiek linksboven]MOTOPLUS-OORDEEL Emotiezwak sterkBelasting rijderlaag hoogRijpleziergering grootMOTOR vloeistofgekoelde eencilinder viertaktmotor, vier kleppen, injectie, Ø 38 mm, zes versnellingen, cilinderinhoud 250 cc, max. vermogen 22,6 kW (31 pk) bij 10.000 tpm, max. koppel 24 Nm bij 8.000 tpm, aluminium dubbel wiegframe, upside-down voorvork Ø 46 mm, aluminium swingarm, schijfrem voor Ø 298 mm, schijfrem achter Ø 230 mm, banden 110/70R17; 140/70R17.MATEN EN GEWICHT zithoogte* 920 mm, rijklaar gewicht volgetankt* 137 kg, tankinhoud 7,6 literPRIJS helaas niet leverbaar in NL en B *MotoPlus-meting[kader leistungsgeschellschaft, onderaan p. 39]EEN KWESTIE VAN VERMOGENMag het ietsje meer zijn?Aan hoeveel paarden heeft een motorrijder genoeg? Om deze vraag te beantwoorden zetten we vijf heel verschillende motoren op een rij. De vermogens van de testfietsen variëren tussen de 32 pk (Yamaha WR250R), 71 pk (KTM Duke 690 R), 108 pk (Triumph Speed Triple R), 137 pk (Kawasaki Z1000) en 159 pk (Ducati Streetfighter S). In praktijk blijkt het opgegeven vermogen veel minder belangrijk dan de manier waarop dat vermogen wordt geleverd. Dat motorkarakter kun je aflezen uit de koppelkrommes. Veel koppel en ook koppelkrommes met een vlak verloop staan in de regel garant voor stevige doortrekwaarden. De curve van de Triumph is daar het meest sprekende voorbeeld van. De koppelkrommes van de Kawasaki en Ducati hebben hogere topwaardes, maar hebben ook duidelijke dipjes. Alleen bij de Kawa voel je de ‘kick’ bij 7.000 toeren ook daadwerkelijk, terwijl de gemeenschappelijke dip bij 5.000 toeren in het zadel van de Ducati in de praktijk niet te voelen is. Het feitelijk voorbeeldige koppelverloop van de Yamaha heeft eigenlijk maar één nadeel: door de beperkte cilinderinhoud gebeurt alles net een paar niveaus te laag. [IN GRAFIK][bruin]Ducati Streetfighter S116,7 kW (159 pk) bij 9.800 tpm117 Nm bij 9.200 tpm[groen]Kawasaki Z1000100,7 kW (137 pk) bij 10.100 tpm109 Nm bij 7.900 tpm[blau]Triumph Street Triple R79,8 kW (108 pk) bij 11.800 tpm69 Nm bij 10.100 tpm[geel]KTM Duke 690 R52,1 kW (71 pk) bij 7.300 tpm73 Nm bij 5.400 tpm[dunkelblau]Yamaha WR250X23,8 kW (32 pk) bij 10.000 tpm25 Nm bij 8.100 tpm [p. 40, citaat]71KTM 690 DUKE R“Dat geruk aan de ketting, die trillingen. Voor mij is de KTM een paar maatjes te heftig.”[p. 41 boven] MOTOPLUS-OORDEEL Emotiezwak sterkBelasting rijderlaag hoogRijpleziergering grootMOTOR vloeistofgekoelde eencilinder viertaktmotor, vier kleppen, injectieØ 46 mm, zes versnellingen, cilinderinhoud 690 cc, max. vermogen 51,5 kW (70 pk) bij 7.500 tpm, max. koppel 70 Nm bij 5.500 tpm, stalen vakwerkframe, upside-down voorvork Ø 48 mm, aluminium swingarm, schijfrem voor Ø 320 mm, schijfrem achter Ø 240 mm, banden 120/70ZR17; 160/60ZR17.MATEN EN GEWICHTEN zithoogte* 870 mm, rijklaar gewicht volgetankt* 159 kg, tankinhoud 13,5 literPRIJS NL € 9.249 / B € 8.690,-*MotoPlus-meting[p. 41 BU midden]De secundaire weg, de uitgelezen speelplek voor naked bikes. Ongeacht of ze nu 32 of 159 pk aan boord hebben. [p. 41 kasten Schmall oder breit]SMAL OF BREED?Wanneer gedragen de motoren zich op hun best?Vermogen alleen is niet zaligmakend, maar het draagt wel in belangrijke mate bij aan de pret in het zadel. Hoeveel van dat vermogen in de praktijk wordt aangesproken hangt ook af van factoren als trillingen, de mate waarin het blok mooi rond loopt en zelfs de geluidsproductie van een blok speelt een rol. Dat betekent dat ieder blok een subjectief bepaald toerengebied kent, waarin het blok zich lekker lijkt te voelen. Voor de Yamaha WR250X geldt wat dat betreft: hoe meer, hoe beter. Om goed op te schieten, moet je deze kleine supermoto continu tussen de 8.000 en 12.000 toeren laten gillen. De KTM Duke R heeft het smalste bruikbare powerband. Onder de 4.000 tpm rijdt de Oostenrijker rukkerig, terwijl de eenpitter boven de 6.000 trilt. Op tijd opschakelen dus. In de praktijk gebruik je dus meestal 10 paarden minder dan de 71 die in theorie bij 7.300 toeren paraat staan. In diezelfde praktijk heeft de Triumph genoeg aan 8.000 toeren, terwijl het maximum vermogen pas bij 11.800 toeren vrijkomt. Maar de 80 pk waar je bij 8.000 toeren over beschikt zijn meer dan voldoende om lekker vlot op te schieten. De Brit kent een breed grensgebied naar boven (maximum toerental 13.200) en naar beneden (boemeltoerental 2.000). Al net zo soepel is het Z1000-aggregaat. Bij 8.000 tpm levert de viercilinder met 123 pk al 90% van zijn topvermogen. Daarom is het ook niet echt nodig om de Kawa zijn allerhoogste lied te laten gillen. Bij de Ducati ligt het pretgebied tussen de 3.000 en 7.000 toeren, waar tussen de 30 en 100 pk vermogen voorhanden is. [unter grafik]Toerental in 1/tpm x 1.000[p.42]108TRIUMPH STREET TRIPLE R“Een fiets waar je je goed op voelt, dat is wat de Stre