Compacttest SWM Gran Turismo 440
Voor liefhebbers van klassieke, robuuste en overzichtelijke techniek heeft het Italiaanse SWM drie fraaie luchtgekoelde eencilinders in haar gamma. Daarvan bedient de Gran Turismo 440 je met het het beste roadster-gevoel.
Drie modellen, één en dezelfde basis: voor Scrambler-fans heeft SWM de Silver Vase 440 in de aanbieding, sportievelingen kunnen hun achterste parkeren op de Gran Milano 440 (zie MotoPlus 10-2016) en wie waarde hecht aan een meer rechtop zithouding die komt op deze Gran Turismo 440 het best uit de voeten. Het is de derde telg binnen SWM’s classic bike-gamma, dat rond een luchtgekoelde eencilinder van Chinese makelij is ontworpen. Technisch leunt de Turismo sterk op de Silver Vase, waarbij met name de laag gepositioneerde einddempers het grote onderscheid met de scrambler vormen. Een mooi klassiek plaatje, compleet met verchroomde spatborden en natuurlijk een setje historisch verantwoorde spaakwielen.
De rechtop zit met het hoge stuur roept direct herinneringen op aan een andere klassieker, de Triumph Bonneville uit de jaren ’70. Zou dat ook voor de rijeigenschappen gelden? Op weg dan maar. Pas bij de tweede aansporing van de startmotor geeft de eencilinder thuis en accepteert na een korte warmloopperiode braaf de gasbevelen van de rechterhand. De vierklepper blinkt niet uit in souplesse en uit met name in het tweede deel van het toerenbereik nogal wat trillingen, maar verwent daarentegen wel met een lekker, relatief hoogtoerig karakter. Vanaf zo’n vijfduizend toeren klimt de eenpitter kwiek door zijn toerenbereik, klinkt daarbij heerlijk sonoor en ronduit krachtig, met heerlijke plofjes uit de uitlaat bij het afremmen op de motor.
Door zijn sterke middengebied en prima toerenbereik slaat het blok op secundaire wegen een opmerkelijk goed figuur, ook omdat de vijfbak zich strak en soepel laat bedienen. Daarbij is het wel raadzaam om de hoogste versnelling pas vanaf zo’n 80 km/uur in te schakelen, het gat tussen de vierde en vijfde versnelling is namelijk nogal groot, waarbij de eencilinder in z’n vijf onder de 3.500 tpm nogal aan de ketting loopt te rukken. En mocht je voor het stoplicht op zoek zijn naar de vrij, die zoektocht levert vanaf de tweede versnelling het snelst succes op.
Het rijwielgedeelte blinkt uit in lichtvoetigheid. De kracht nodig om de Turismo om te leggen is bijna lachwekkend laag, dat maakt het nemen van wisselbocht tot kinderspel. Toch is het niet één en al lof wat rijwielgedeelte betreft. Door de hoge wrijvingscoëfficiënt voelt de voorvork wat houterig aan, terwijl de uitgaande demping van de duoschokbrekers achter aan de behoorlijk stevige kant is. Met name wanneer het tempo omhoog gaat, voelt het geheel wat weinig harmonieus. Voor het meer ontspannen werk, daar waar de Turismo feitelijk voor bedoeld is, voldoet het geheel echter prima.
En de remmen? Ook die voldoen, maar niet meer dan dat. De eerste bite is weliswaar lekker direct, maar wil je goed doorremmen dan verlangt de rem toch wel een flink straffe hand. Onder de streep is de Gran Turismo ronduit een sympathieke machine, die niet alleen de harten van eencilinderadepten sneller laat kloppen!