Compacttest KTM 690 Duke A2
Ajajaj, dat nu net het merk achter het adagium ‘Ready to Race’ haar sportieve erfgoed verloochent door een A2-variant van de 690 Duke te presenteren, die de toch al niet imponerende maximale 48 pk ook nog eens onderbiedt met vier paarden. Is de nieuwe 690 soms van zijn geloof gevallen?
Nou nee, KTM houdt zich gewoon aan de Europese wet. Die schrijft naast de maximale 48 pk namelijk ook een maximale vermogens/gewichtsverhouding van 0,2 kW per kilo voor. Ofwel, een machine met 48 pk moet minimaal 175 kilo in de weegschaal leggen, terwijl de 690 niet verder komt dan een slanke 163 rijklare kilo’s. En dus kon KTM twee dingen doen: gewicht omhoog of vermogen omlaag. Die eerste oplossing is voor een topsporter uiteraard volledig uit den boze, dus ging men voor de tweede optie.
Maakt dat van de wilde hengst een tamme pony? Zeker niet, ondanks dat de vermogens- en koppelcurve wellicht anders doet vermoeden (zie grafiek), laat de Duke motorisch tot zo’n vijfduizend toeren, op wat duidelijke vibraties na, maar weinig te wensen over. Daarna is het overigens wel uit met de pret, verder in toeren klimmen brengt je, zeker in de laatste drie versnellingen, helemaal niets. Om het meer beeldend te schetsen: de uitsluitend via een aangepaste mapping bereikte vermogensreductie maakt van de GTI een TDI.
Met de juiste, passende rijstijl gaat dat helemaal niet ten koste van het rijplezier. Dat betekent de machine meer laten rollen, minder remmen, grotere hellingshoeken en eerder weer op het gas. Een sportieve leest dus, en daar is het niet instelbare rijwielgedeelte, met uitzondering van de veervoorspanning achter, in combinatie met het Michelin Pilot Power rubber uitstekend op voorbereid. Mocht het onverhoopt overigens een keer wat langer rechtuit gaan, dan houdt de 690 dat vol tot 173 km/uur. Helemaal geen slechte waarde voor een 48 pk machientje.
Een beetje snelheid maken zorgt dat de Duke zich tevreden stelt met 1 liter Euro 95 per 21,7. Een waarde die zich met een meer bescheiden rijstijl overigens heel gemakkelijk laat rekken tot 1 op 28,6. Houdt daarbij wel rekening met het feit dat de Duke in het lage toerenbereik bepaald niet in zijn element is, iets dat hij onder de drieduizend toeren kenbaar maakt middels gretig inhakken op de ketting. De vrij smalle powerband maakt regelmatig schakelen tot bittere noodzaak, maar helaas laat de zesbak zich niet van zijn meest precieze kant zien. Met name tussen de vijf en zes schiet de bak nogal eens in een ‘valse’ vrij. Ook storend, hoe mooi het ultrakorte kontje ook oogt, zelfs het meest bescheiden regenbuitje resulteert al in vuil en smeer op de achterkant van jas en helm.
Dat laatste zal de jonge doelgroep echter volledig worst wezen, die willen immers een rasechte ‘rock ’n roll’ machine, en wat dat aangaat zit er meer dan voldoende muziek in de geknepen Duke!