Compacttest Kawasaki Z800 Performance Edition
Al jaren is Kawasaki’s middenklasse naked, de Z750 die afgelopen jaar werd afgelost door de nieuwe Z800, Europees gezien dé absolute hardloper in het naked bike segment. In de nieuwe Performance Edition worden de tandjes van dit qua vermogen toch al niet bescheiden bedeelde brutaal bochtenrovertje nog eens even extra bijgevijld. Tijd voor een kennismakingsrondje!
Dwars door de Serra d’en Canaleta kronkelt een hemelse asfaltslinger die het Spaanse natuurpark als een puzzel in stukjes snijdt. Op één van de spaarzame rechte stukken zwelt de typische rauwe Kawa inlaathuil aan tot al bijna even hemelse proporties, en om het motorgeluk helemaal compleet te maken, blaast aan de achterzijde een strak lijnende Akrapovic demper stevig een uiterst zuiver toontje mee. Geluk zit klaarblijkelijk in kleine dingen. Weet de standaard compositie van Kawa’s vorig jaar gepresenteerde Z800 met zijn begeerlijke inlaatgeluid de stemming er al aardig in te brengen, het pronkstuk van de nieuwe Performance Edition, de Sloveense Akra inderdaad, presenteert zich daarnaast ook duidelijk als een waardevolle, stemmingsverhogende toevoeging.
Het maakt de Z800 ook net even een tikje agressiever. Of beter gezegd nog agressiever. Onderzoek onder het Z750 koperspubliek leerde dat vooral een strakker, meer uitsproken design hoog op het verlanglijstje stond. En aan die wens kwamen de designers afgelopen jaar met de nieuwe Z800 zonder meer tegemoet, getuige het messcherpe, naar voren aflopende lijnenspel dat de naked een bijna streetfighter-achtig uiterlijk verschaft. En een dergelijke vormgeving wordt natuurlijk prima gecompleteerd door een titanium (of carbon, de keus is aan u) installatie van Igor Akrapovic. Uiteraard brengt de aanwezigheid van de nieuwe demper naast het geluid en de looks nog wat andere voordeeltjes met zich mee. Ten opzichte van de Z750 kreeg de 800 dankzij een grotere boring (71 t.o.v. 68,4 millimeter) bij een gelijk gebleven slag (50,9 millimeter) een longinhoud van 806 cc, waaruit een maximum vermogen van 113 pk bij 10.200 tpm wordt gegenereerd. De Performance Edition trim daarentegen is volgens Kawasaki goed voor 120 pk, waarbij – belangrijker misschien nog wel – ook het koppel een flinke boost kreeg. Meer precies, een plus van 5,4 newtonmeter al bij 5.980 toeren. Gevoelsmatig toch enigszins optimistische waarden, maar wellicht wijst de praktijk anders uit. Ook prettig, de Z800 is niet de lichtste (229 kg) in zijn soort, dus de vijf kilo gewichtsbesparing die op het conto komen van de demper, zijn mooi meegenomen. Uiteraard heeft het Performance Edition-pakket ook nog wat meer omhanden, zo zit er ten opzichte van de standaard uitvoering ook nog een subtiel flyscreen op, evenals een duozit-cover en een tankpad. Overigens is ook de Z800e (een 70 kW uitvoering die daarom tot A2-machine geknepen mag worden) er in eenzelfde uitvoering, echter dan zonder de duozit-cover maar met onderspoiler. Quanta costa? Het hele zwikkie accessoires vertegenwoordigt bij elkaar opgeteld een waarde van € 1.200,-, maar volgens goed Hollands gebruik wordt dat uiteraard voor een wat vriendelijker bedrag aan de man gebracht, voor € 700,- ben je namelijk de man!
Wordt die extra investering ook gerechtvaardigd door een flinke dot extra rijbeleving? Slingerend door het lommerrijke Catalaanse achterland ben je vrij snel geneigd volmondig ja te zeggen. Al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het nogal moeilijk te bepalen is of dit op het conto van het Performance-pakket komt, ook de standaard machine weet zich immers al met een hoge funfactor gezegend. Door een prettige voorwiel georiënteerde, actieve zitpositie bijvoorbeeld. Met het brede stuur stevig in de handen geklemd duik je vol zelfvertrouwen in de asfaltveroveringstocht, waarbij de Z800 stuurimpulsen direct en precies in daden vertaalt. Bij het omgooien laat het relatief hoge gewicht zich bij tijd en wijle nog wel licht gelden, maar echt een naam mag dat niet hebben. De vering (voor en achter zowel veervoorspanning als uitgaande demping instelbaar) neigt, zeker achter, richting de sportieve kant, waarbij het rijwielgedeelte desondanks toch een behoorlijke mate aan comfort weet te bieden. Enkel op echt slecht asfalt wordt de staat van het wegdek wat meer ongefilterd doorgegeven. Een echte eerlijke, pure stuurfiets, waarbij het blok toch wel het glanzend middelpunt is. De elasticiteit van de viercilinder is wat dat betreft fenomenaal. Al vanaf tweeduizend toeren gaat het lekker rauw klinkende blok, met een fluwelen gasrespons trouwens, gretig te werk en trekt hij zonder enige terughoudendheid door zijn toerenbereik tot de begrenzer net voor de twaalfduizend toeren de boel stil legt. Wat in de praktijk overigens nauwelijks voorkomt, de grootste passen zet de Kawa namelijk tussen de pak ‘m beet zeven- en tienduizend toeren. Omdat een standaard Z800 niet voorhanden was, ontbreekt een directe vergelijking wat betreft koppel, vermogen en vermogensontplooiing, de Performance Edition echter, laat zich in ieder geval op alle drie de fronten van een prima zijde zien. Wat overigens ook geldt voor de rempartij, die zich uiteraard ondersteund weet door ABS.
Maar goed, zevenhonderd euro extra kost de Performance Edition dus. En niet dat we hier als een stelletje veredelde beleggers onze investering in de gaten willen houden, als het immers enkel om hoog rendement ging, hadden we wel een HR-ketel gekocht, maar je wilt toch weten of de zuurverdiende centen welbesteed zijn. Nou dat zijn ze! En dan heb ik het niet over de duozit-cover, het flyscreen of de tankpad, da’s leuke bijvangst. Nee, het draait natuurlijk om de Akrapovic, die de ziel van de Z800 nog meer blootlegt en daarmee constant een vette glimlach op je gezicht tovert. En daar draait het toch uiteindelijk om? Nou dan!