Compacttest Honda CTX700N
Na de NC700S en X en de Integra scooter is er een vierde loot aan het groeiende boompje rond de 670 cc tweecilinder lijnmotor, de CTX700N. Naast een aantal kenmerkende cruiser-eigenschappen is ook deze machine voorzien van Honda’s dubbele versnellingsbak (DCT).
Laten we meteen maar duidelijk zijn: de Honda CTX700 doet in niets denken aan de rollen van Peter Fonda en Dennis Hopper uit de film Easy Rider. Nou, vooruit dab, het lage lijnenspel is onmiskenbaar dat van een chopper. En het uitnodigende kontje herinnert aan dat van de FX1200 Super Glide, in 1971 Harley-Davidsons eerste custom bike. Alleen is dat kontje op Honda gemaakt van kunststof en niet van metaal. Aan de voorzijde zien we een neusje dat de typische gezichtstrekken van de NC-familie heeft. Eerder vriendelijk dan boos. Zichtbaar metaal en glimmend chroom zoek je tevergeefs. Maar wat is het dan precies? Heel simpel: een combinatie van de beste onderdelen van een cruiser en een gewone straatmotorfiets. Na het succes van de NC700-modellen, die dit jaar een update naar 750 cc kregen, is dit model met een jaar vertraging overgewaaid van de Amerikaanse markt, waar het model in eerste instantie voor werd ontwikkeld, naar Europa. En hier bij ons heeft deze CTX700 de dansvloer voor zichzelf, want er is geen enkele andere fabrikant die een sportief ogende cruiser in de 35-kW-klasse heeft. Zeker niet met een standaard aanwezige dubbele koppeling (DCT). Motor, frame en rijwielgedeelte zijn nauw verwant aan dat van de NC700’s, alleen het achterframe is lager om de ergonomie van een chopper te verwezenlijken. Met een zithoogte van slechts 71 centimeter kunnen ook rijders met minder lange onderdanen goed bij de grond komen. Dankzij het lage zwaartepunt geeft de CTX al bij stilstand veel vertrouwen. Het vlakke, niet te brede stuur komt je royaal tegemoet en zorgt in combinatie met de ver naar voren geplaatste voetsteunen voor een super aangename maar ook wat passieve zitpositie. Onderweg kan de Honda rekenen op veel opgestoken duimen, maar weten die mensen ook dat je op deze machine niet hoeft te koppelen? De CTX is uitsluitend met het DCT van de tweede generatie leverbaar, waarbij je als rijder de keuze hebt uit de automaatmodi ‘D’ (normaal) en ‘S’ (sport) en een manuele stand, waarbij je schakelt met knoppen op de linker stuurhelft. De geautomatiseerde zesversnellingsbak zonder koppelingshendel onderstreept het gebruiksvriendelijke optreden van deze witte labrador. De speelse bediening past bij dit concept als een partje augurk bij een cheeseburger. Perfect. Domweg op ‘D’ drukken, aan het gas draaien en vervolgens genieten van een ononderbroken acceleratie. De schakelvoortgangen sluiten naadloos en zacht op elkaar aan. Prettig bij een stoplichtsprint, waarbij de CTX lekker vlot van de plek komt. Eenmaal aan de rol schakelt de elektronica in de D-modus steeds naar de hoogst mogelijke versnelling, wat het cruiser-karakter weliswaar ten goede komt, maar wat bij klimmetjes of tijdens ritjes met passagier wat op de zenuwen werkt. Dan verhongert de twin in de zesde versnelling. Daar komt bij dat lastwisselingen in de toerenkelder goed voelbaar zijn. Maar ‘kickdown’ door even flink gas te geven of manueel terugschakelen helpen de boel dan weer in het gareel. In de S-modus blijft het blok wat langer in de lagere versnellingen, schakelt het vroeger terug en voelt het dus wat levendiger aan. Maar ook dan wil de elektronica midden in een bocht nog wel eens schakelen, waardoor je tot een correctie wordt gedwongen. Maar eenmaal gewend is het DCT vooral een bron van vreugde. De 670 cc metende twin is geschikt voor het A2-rijbewijs en sluit met zijn op koppel georiënteerde motorkarakteristiek prima aan op het chopper-gevoel. Al vanaf 2.000 toeren trekt het blok met de lange slag al lekker krachtig door, waarbij het netjes maar toch stevig klinkt uit de dikke uitlaatdemper. Uitwringen heeft niet veel zin, aangezien de begrenzer al bij een vroege 6.750 toeren in actie komt. Dan kun je beter nog een keer opschakelen om optimaal te profiteren van het bullige karakter van het blok met zijn 90° verzette kruktappen en 270° ontstekingsinterval. Bij een topsnelheid van 158 km/uur is het uit met de pret.
Het positieve beeld wordt nog eens onderstreept door de stuureigenschappen. Met 230 kilo weegt de CTX slechts vijf kilo meer dan een NC700S met DCT en het lage zwaartepunt tekent voor een verbazingwekkend lichte handling. Met opvallend weinig kracht laat de Honda zich bijna telepathisch door het stadsgewoel en over bochtige trajecten voeren. Dankzij de wielbasis van 1.530 millimeter zijn de stuureigenschappen zeer stabiel, zelfs tot diep in een bocht. Zelfs als de voetsteunen flinke krassen in het asfalt trekken, blijft de Honda stabiel in het spoor. De veerelementen zijn van eenvoudige signatuur (alleen de veervoorspanning achter is verstelbaar), maar door de relatief stugge afstelling is de feedback nog heel netjes. Desondanks is de CTX heel comfortabel. Met name de voorvork filter oneffenheden goed weg. Alleen de achterzijde mist wat demping. De 700 met zijn smalle bandjes stuurt beginnersvriendelijk, zonder daarbij saai aan te voelen. De enkele remschijf voor vertraagt krachtig, achter gebeurt er weinig. En ondanks de verwantschap met de andere NC’s moet de CTX het zonder gecombineerd remsysteem doen. Wat de alledaagse bruikbaarheid betreft zijn er licht- en schaduwzijden. De knipperlichtschakelaar zit onder die van de claxon, waardoor je bij het afslaan vaak onbedoeld luid toeterend de bocht omgaat. Waar de NC700 een reusachtig een bergvak onder de pseudo-tank heeft, moet de CTX het doen met een veredeld handschoenvak. Bagage moet dus met de aanwezige bagagehalen op de duoplek worden vastgezet. Aan de pomp komt de grootste glimlach van de dag tevoorschijn, want het verbruik van 1 op 30,3 op secundaire wegen is subliem. Met een tankinhoud van 12, 4 liter kom je in theorie dan zomaar 375 kilometer ver. De onderhoudsintervallen van 12.000 kilometer zijn ook voor de veelrijders goed nieuws. Voor € 8.999,- biedt Honda een kloppend totaalpakket. Okay, Peter Fonda zal wel geen CTX700 rijden, maar een Easy Rider is het wel.