Column Sebastiaan Labrie 18-2010
Vroeg in de ochtend van de 24e augustus landde ons vliegtuig op Schiphol. Een half wakker zonnetje deed z’n best, terwijl wij op weg naar huis het Hollandse landschap bekeken. Thuis wachtte ons een stel blij rondstuiterende honden, dat we gelijk beloonden met een lange wandeling. Later, ergens langs het water, hielden we in en keken eens om ons heen, goed doordrongen van het feit dat we niet langer op vakantie in Mexico waren. Het was weer ‘back to reality’. In de auto hadden we zelfs al wat file gehad en ik voelde het leven in Nederland weer aan de deur kloppen. Direct druppelden er gedachten binnen over wat voor afspraken er in de agenda stonden. Ik kon het niet helpen. Mijn meissie keek me aan, tuurde naar de inmiddels opgewarmde zon, zette haar bril op en zei iets over prosecco. Tien minuten later, ergens op een terras, bestond morgen niet meer, zette ik ook mijn bril op en was het eigenlijk best ok om weer in Nederland te zijn. De volgende ochtend werd ik wakker met regen. Nu, tien dagen verder, regent het nog steeds. Mijn onverwoestbare vakantiegevoel is kansloos verzopen. Ik ken mijn drukke agenda voor volgende week al uit mijn hoofd en als ik klaar ben met deze column moet ik nog melk halen. Die is op. Een grote demper op mijn zomers enthousiasme was mijn motortrip naar Zwolle op de 26e. Op Hogeschool Windesheim moest ik een praatje houden over duurzaamheid. Vind ik prettig om te doen, omdat ik er geen antwoorden over heb, maar wel leuke vragen aan een zaal kan stellen. Opgeladen reed ik naar huis, tot de Hollandse hemel een tropische regenbui uithoestte. Alsof het niet op kon, stortte het water naar beneden en binnen een mum van tijd stond de A28 blank. Het type blank, waarbij je je continu afvraagt hoe dik de waterlaag is. Mijn nieuwe tweedehands was nog niet klaar, dus ik reed nog op mijn oude RT1100 met zuinig profiel op de voorband. Duwen en trekken op die natte ondergrond dus en dat maakte de rest van de rit tot een vermoeiende onderneming. Na twee serieuze wiebelmomenten op hogere snelheid zat ik, net als de rest van het verkeer, met een gangetje van 80 km/uur op de rechterbaan, badend in de douche van mijn voorganger. Vervolgens maakte ik bij de overgang naar de A1 een fout, mistte de afslag en moest via een vage omleiding de weg naar Amsterdam terug zien te vinden. Bij een kruispunt wachtte ik net te lang om me even te oriënteren en acuut scheurde er een idioot luid toeterend langs me heen. Om mij niet te raken, moest de bestuurster door een grote plas, waardoor ik klassiek werd nat gesproeid. Even kon ik haar hatelijke blik zien. Blijkbaar had ik vijf belangrijke seconden van haar tijd verspeeld en moest ze me even iets duidelijk maken. Maar ik ga met niet overgeven aan agressie in het verkeer, dat is zo sneu. Neemt niet weg dat ik me de rest van het ritje naar huis enorm heb zitten te verbijten. Kortom het was werken om van werk thuis te komen. Jezus, wat was ik weer ontzettend in Nederland. Laat september maar beginnen, zodat we weer de mijnen in kunnen om te slaven voor ons bestaan… . Nee, toch maar niet. Ik heb begrepen dat de hele maand augustus een drama was, dus laat september vooral gracieus zijn. We verdienen een stukje zonlicht, zodat de overgang van zomerse gedachten naar de werkmaanden met een ‘r’ soepel verloopt. We mogen best nog keer een paar jeukende bochten opzoeken, met blindelings vertrouwen in de grip. Of even toeren om het toeren, omdat het zulk mooi weer is en zij in Maastricht wonen en jij in Leeuwarden. Ja, toch? Ik ben nog niet klaar met de zomer. Ik wil meer.[Streamer]BIJ EEN KRUISPUNT WACHTTE IK NET TE LANG OM ME EVEN TE ORIËNTEREN EN ACUUT SCHEURDE ER EEN IDIOOT LUID TOETEREND LANGS ME HEEN[Nieuwe tekst onder column]Sebastiaan Labrie maakte programma’s als 3 op Reis en de Consuminderman voor omroep Llink en is momenteel ten zien is het survivalprogramma Expeditie Robinson. Daarnaast is hij al vanaf zijn achttiende gepassioneerd motorrijder, jaar in, jaar uit.