Column Sebastiaan Labrie 08-2011
Amerika. Er liggen prachtige eenzame wegen onder fraaie luchten in uitgestrekte gebieden. Jij en je knetterende chopper rijden richting ‘nowhere’ en hebben allesbehalve haast. Bij een bar genaamd ‘The Last Stop’ parkeer je en bestel je een whisky, gooit hem in één keer naar binnen en gebaart een ‘refill’ te willen. Ergens in een hoek hebben een meisje en een kerel zichtbaar ruzie. Op het moment dat hij haar wil slaan, zeg jij met een stem van schuurpapier: “I wouldn’t do that if I were you.…”Zelfs de jukebox valt stil en alleogen bestuderen de vreemdeling aan de bar.De slechterik en wat vrienden staan dreigendop. Met veel bombarie stapt de man op je af,schreeuwt van alles en haalt uit. Je ontwijktde vuist en slaat hem met de vlakke hand opde neus. Versuft door de klap en jouw snelheidduurt het even voor hij weer uithaalt.Wederom ontwijk je hem en counter je opdezelfde wijze. Deze dans herhaalt zich nogdrie keer, voordat hij afdruipt en zijn vrienden“we’ll get him on the road” toefl uistert. Jesteekt een peuk op, tikt je whisky achteroveren legt een 10 dollar biljet op de bar. Als jede motor wilt starten,voel je twee stevigeborstjes in de rugprikken en wordener handenaan debinnenkant van je dijen neergelegd. “Whereare you heading?” “Nowhere.” “Sounds goodto me”, zegt ze. Je schiet je peuk in de plasvan een lekkende motor en trekt het gas volopen. Als je de verlaten weg richting horizonop stuurt, zingt Bon Jovi: ”I’m a cowboy, on asteel horse I ride, I want it dead or alive…” enop de achtergrond ontploft ‘The Last Stop’.Door allerlei typisch Amerikaanse fi lms,reclames en videoclips was in mijn jeugddit cowboygevoel voor mij onlosmakelijkverbonden met de USA. Als ik dacht aan coolgedrag, dan was het ‘American cool’.Hoe anders ziet het dagelijkseleven er anno 2011 in de States wel niet uit.…Godskolere, wat een verzadigd land is hettoch. Ik kom net terug uit LA, na er vijf dagengedraaid te hebben voor het BNN-programma‘Try Before You Die 2’ en heb me er echt oververbaasd. Nu heb ik nota bene zelf tweeënhalfjaar in New York en een half jaar in SanFrancisco gewoond en zou dus beter moetenweten, maar nee, mijn verbazing bereikte eennieuw niveau. Praktisch iedereen is er te dik.Zowel in lijf als in denken. ‘Meer, meer, meeren nog ‘s meer, want het kan’, brullen huntv’s, radio’s en ontelbare reclameborden enals makke schapen luistert het volk. Op zichis dit niets nieuws, maar het pijnlijke vond ikde lege, blasé blik in veler ogen. Niks geentwinkel of passie of levenslust. De meestenvolgen gewoon hun dagelijkse patroon, ‘justgoing through the motions’, en verdienengeld, zodat ze kunnen consumeren. Allemaalmoeten ze grote velgen onder hun nog steedsenorme wagens, waarvan er drie op de opritvan hun karakterloze huizen in hun dertienin-een-dozijn-buurt staan. Niets mag te veelmoeite kosten, alles moet van alle gemakkenvoorzien zijn. Het voelt verdoofd aan. Leeg.Generaliseer ik nu niet te veel? Absoluut! Ikbaal er alleen van dat het jong dat vroegerkoning was op de middelbare school, diegast die we allemaal wilden zijn, nog steedsbij zijn ouders woont en het met 17-jarigemeisjes doet, dat trots aan iedereen verteltdie het horen wil vanaf dezelfde barkruk indezelfde kroeg, waar hij zijn drank nog altijdbetaalt van het beetje extacy dealen zoalstoen, terwijl hij nu eind dertig is. De rest vande vriendenkring is volwassen geworden enheeft een leven voor zichzelf gecreëerd. Hijdenkt echter nog steeds de man te zijn. Bijreünies laten we hem maar in die waan. Zovoelt de USA nu. Mijn held van vroeger blijkteen loser.