Column Noortje MP 01-2012
Het is koud en guur buiten, een heerlijk moment om binnen te zitten en stapels boeken te verslinden. Het kacheltje brandt, regen loopt in straaltjes van de ramen, wind giert langs de gevel. Dit is het jaargetijde van bezinning en dicht tegen elkaar aankruipen, van wintertenen en kerststol. De meeste motorrijders hebben hun leren pak in het vet gezet en de motor aan de acculader. De welverdiende winterslaap is aangebroken. Toch zijn er motorrijders die de elementen trotseren en zich niet laten beperken door wind of kou.Dat zijn de echte diehards! De mannen en vrouwen die zich steeds weer in hun pak hijsen en op overleven staan, weer of geen weer. Het is misschien raar, maar ik wil heel graag bij hen horen en verkleumd mijn hand opsteken bij het passeren. Mijn eerste ervaring had ik dit jaar in februari. Het was nog behoorlijk fris, maar de sneeuw was gesmolten en de ergste kou leek uit de lucht verdwenen. Zo goed mogelijk ingepakt ondernam de rit van 40 kilometer naar mijn werk. Ik had speciale aandacht besteed aan mijn handen, want die moesten toch het meeste werk verrichten. Het was me gelukt om een paar extra handschoenen in mijn winterhandschoenen te friemelen. Ik was er helemaal klaar voor!Een prachtige weg langs weilanden en kasteeltjes, met kale bomen en de verstilling van de vroege ochtend. Ik was blij en eigenlijk wel een beetje met mezelf ingenomen. Daar zat ik toch maar mooi in de kou op mijn motor en genoot van de prachtige vergezichten en de net opkomende zon. Na een kilometer of 10 merkte ik dat mijn pinkjes uitvalsverschijnselen begonnen te vertonen. Nu zijn die nogal onder de maat en niet in verhouding met de rest van mijn hand, dus beschouwde ik dit als een normaal verschijnsel. Maar bij de volgende rotonde voelde ik hoe mijn andere vingers langzaam, maar steeds sneller, verstijfden. Ik zoefde over de rotonde en merkte dat ik moeite had mijn stuur te keren. Mijn polsen leken als planken aan mijn lijf te zijn getimmerd en niet meer te luisteren naar mijn commando’s. Hoe moest dit verder? Ik zag even de route voor me die ik nog moest af leggen en kwam tot de zorgelijke conclusie dat de rechte wegen nog zouden worden afgewisseld met minimaal vijf rotondes en daarna nog veel kleine weggetjes binnen de bebouwde kom. Ik nam mijn opties door: doorgaan of stoppen. Maar ja, wat moet je als je stopt? Ik besloot door te rijden en te kijken hoe lang ik het vol kon houden. Naarmate de kilometers en tijd wegtikte voelde ik mijn voorhoofd verstijven, mijn benen stram worden en mijn handen hun grip verliezen. Terwijl ik de kou door mijn lijf voelde trekken, had ik maar één gedachte die ik als een mantra herhaalde ‘Noor, hou dat stuur vast, hou dat stuur vast!’. Met alle kracht in mijn lichaam duwde ik de motor de bochten in en net toen ik dacht dat ik het gevaarte niet meer recht zou kunnen houden, doemde het grijze gebouw op en rolde ik de parkeergarage in. Ik had het gehaald! Volledig verstijfd maakte ik me los van stuur en zadel. Toen ik eenmaal stond, had ik moeite mijn evenwicht te bewaren. Hulpeloos stond ik daar stram, stijf en koud. Door de kou was mijn fijne motoriek uitgeschakeld en lukte het me niet om mijn helm en handschoenen uit te krijgen. Langzaam strompelde ik het kantoorgebouw in en liep getooid in pak, helm en handschoenen naar mijn werkplek waar mijn collega’s me moesten ontdoen van mijn kleding en me lachend voor gek verklaarden. Het eerste half uur was ik druk de pijn in mijn vingers dragelijk te maken door ze onder de koude kraan te houden. Als het niet zo pijnlijk was, was het bijna fascinerend geweest om vingers zo op te zien zwellen!Deze actie maakte dat mijn respect voor de wintermotorrijder groeide tot ongekende hoogte. Vastberaden besloot ik om niet zomaar op te geven. Want als anderen het kunnen, waarom zou mij het niet lukken? Mijn eerste stap was de aanschaf van handvatverwarming, wat een ongekende luxe! Vervolgens besloot ik de route om winterrijder te worden om te draaien. In plaats van in de winter te gaan motorrijden besloot ik om gewoon in de herfst door te blijven rijden en te kijken hoe lang ik het vol zal houden. En dat ben ik nu aan het doen. Mijn kleding perfectioneert zich iedere ritje weer een beetje, ik heb nu de juiste onderhandschoenen, mijn kin bevriest niet meer en mijn voorhoofd blijft lekker warm. Een enorme ontdekking was het feit dat mijn haar, op de juiste wijze gebruikt, enorm isolerend werkt. Ik gebruik het nu als een nekwarmer met geweldig resultaat! Het punt wat ik nog niet onder controle heb is de ventilatie in mijn helm bij lage temperaturen. Na de eerste paar kilometer resulteert dit steevast in een vreselijke druipneus. Voor dat zeer onwenselijke bijverschijnsel heb ik nog geen acceptabele oplossing gevonden. Onderweg in de kou heb ik al wel talloze ideeën verzameld om dit ongemak te verhelpen. Zo gaan mijn gedachten uit naar vizierverwarming waardoor het gesnotter wordt voorkomen. Of juist extra ventilatie, zodat de temperatuur in de helm daalt en de vloeistof door bevriezing wordt omgezet in kleine ijspegeltjes. Een andere optie is het, in mijn geval, aanschaffen van een snor, zodat het absorptievermogen van de bovenlip toeneemt.Ik ben er nog niet uit, maar zolang er ideeën zijn, zal zich vast wel een oplossing aandienen!Noortje